Schaft, Jannetje Johanna (1920-1945)

 
English | Nederlands

SCHAFT, Jannetje Johanna, vooral bekend als Hannie Schaft (geb. Haarlem 16-9-1920 – gest. bij Overveen 17-4-1945), actief in het verzet. Dochter van Pieter Schaft (1885-1964), onderwijzer, later redacteur van een weekblad, en Aafje Talea Johanna Vrijer (1885-1971). Jannetje Schaft bleef ongehuwd.

Johanna (Jopie of Jo) Schaft, in de oorlogsjaren bekend als Hannie Schaft, was de jongste van twee dochters in een socialistisch gezin. Haar vader was leraar aan de Rijkskweekschool en zat in het landelijk hoofdbestuur van de Bond van Nederlandse Onderwijzers, haar moeder kwam uit een doopsgezind predikantengezin. In 1927 stierf haar zus Annie op twaalfjarige leeftijd aan difterie. Hierna verhuisde het gezin van het Rozenhagenplein naar de Van Dortstraat 60 in Haarlem. Jo ging naar de Tetterodeschool, waar ze weinig contact had met haar klasgenootjes en soms werd gepest met haar rode haar. Thuis werd veel over politiek gepraat: haar vader was actief lid van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) en haar moeder was politiek zeer geïnteresseerd. Zo groeide Jo op met sociaal-democratische ideeën en een sterk gevoel voor rechtvaardigheid en gelijkheid. De familie kwam de economische wereldcrisis van 1929 redelijk door.

In 1932 ging Jo Schaft naar de 2de HBS-B op het Santpoorterplein, waar ze in 1937 haar diploma behaalde. Ze was een teruggetrokken, hardwerkende leerlinge. In 1938 ging ze na een staatsexamen rechten studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Na haar kandidaatsexamen (1940) woonde ze met een groepje studiegenotes in de Amsterdamse Michelangelostraat (nr. 59) op kamers. Tijdens de eerste oorlogsjaren kon ze haar doctoraalstudie nog voortzetten, maar toen ze in het voorjaar van 1943 weigerde de loyaliteitsverklaring te tekenen, kwam daar een einde aan en keerde ze terug naar het ouderlijk huis in Haarlem.

Koeriersdiensten en liquidaties

Hannie Schaft zat vanaf het voorjaar van 1942 in het verzet. Ze begon met het stelen – ten behoeve van andere verzetsmensen en Joodse onderduikers – van persoonsbewijzen in openbare gelegenheden zoals zwembaden, schouwburgen, concertzalen en cafés met onbewaakte garderobes of kleedhokjes. In het voorjaar van 1943 hielp ze twee Joodse studiegenoten onderduiken bij haar ouders en in juni van dat jaar sloot ze zich aan bij de afdeling Haarlem van de links georiënteerde Raad van Verzet (RVV) onder leiding van ‘Frans’ (M.A.F. van der Wiel). Ze verrichtte veel riskante koeriersdiensten en werkte samen met de IJmuidenaar Jan Bonekamp, een trefzeker schutter die na de april-meistakingen zijn baan bij de Hoogovens had opgegeven en voor de RVV liquidatieopdrachten uitvoerde. Samen met hem heeft Schaft ettelijke helpers van de bezetter gedood. Op 21 juni 1944 werd Bonekamp bij een van hun aanslagen dodelijk getroffen. Schaft vluchtte, maar Bonekamp viel nog levend in handen van de Duitsers. Vanuit een onderduikadres in Haarlem zette Schaft haar verzetswerk voort. Met Truus Oversteegen (later: Truus Menger-Oversteegen) verrichtte ze nu koeriersdiensten voor de Binnenlandse Strijdkrachten te Velsen, onder meer naar Den Haag. In de Kerstnacht van 1944 werkte ze mee aan het ontvreemden van munitie uit de Duitse duikbootbasis bij IJmuiden. Ze was ook betrokken bij het opblazen van een Duitse munitietrein bij Santpoort.

Op 21 maart 1945 fietste Schaft met in haar tas een pistool en een pak illegale bladen, waaronder het communistische De Waarheid, naar IJmuiden. Bij de Rijksstraatweg in Haarlem-Noord werd ze door de Duitsers aangehouden en overgebracht naar de Ripperdakazerne in Haarlem. Kort daarop bekende ze in het Huis van Bewaring in Amsterdam aan de Amstelveenseweg dat ze vijf mensen had geliquideerd. Op bevel van de ‘Aussendienstleiter’ van de Sicherheitspolizei in Amsterdam, Willy Lages, werd ze op 17 april 1945 gefusilleerd in de duinen van Overveen. Op 27 november 1945 zijn haar stoffelijke resten op de erebegraafplaats Bloemendaal bijgezet in aanwezigheid van leden van het Koninklijk Huis en het kabinet. Schaft rust daar als enige vrouw tussen de mannen.

Reputatie

Bij haar herbegrafenis werd Hannie Schaft door koningin Wilhelmina  geprezen als ‘symbool van het verzet’. Haar werd het Verzetskruis toegekend alsmede een onderscheiding van de geallieerde opperbevelhebber Dwight Eisenhower voor uitzonderlijke moed en verdienste. Niettemin werd haar nagedachtenis enkele jaren later inzet van een politieke krachtmeting. Het Hannie Schaft Herdenkingscomité, nauw verbonden met de Communistische Partij Nederland (CPN), zou op 25 november 1951 een demonstratieve optocht houden van Haarlem naar de erebegraafplaats, maar de burgemeesters van Haarlem en Bloemendaal weigerden toestemming vanwege de politieke kleur van de organisatie en de Commissaris der Koningin liet de poorten van de erebegraafplaats sluiten. Via de radio werd het publiek verzocht weg te blijven, maar honderden demonstranten gingen de confrontatie aan met de politie, die met gevechtswagens en honden was uitgerukt. Dit leidde twee dagen later tot een Kamerdebat tussen H. Gortzak (CPN) en minister F.C.J.M. Teulings (KVP).

De communistische auteur Theun de Vries schreef een roman over het leven van Hannie Schaft (1956), die in 1981 werd verfilmd door Ben Verbong met Renée Soutendijk in de titelrol (Het meisje met het rode haar). Van Schafts communistische overtuiging is in de film niet veel over. Ook in de verfilming van Harry Mulisch’ roman De aanslag (Fons Rademakers, 1986) komt ze voor. In 1982 is in het Kenaupark in Haarlem een standbeeld van haar onthuld van de hand van Truus Menger. Daar en bij haar graf vindt jaarlijks op de laatste zondag van november een herdenking plaats, georganiseerd door de Stichting Nationale Hannie Schaft-Herdenking, die op die dag ook de Hannie Schaftlezing laat houden.

Naslagwerken

BWN; BWSA.

Literatuur

  • Verslag der Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1951-1952, 594 e.v.
  • Theun de Vries, Het meisje met het rode haar. Roman uit het verzet 1942-1945 (Amsterdam 1956).
  • Ton Kors, Hannie Schaft. Het levensverhaal van een vrouw in het verzet tegen de nazi’s (Amsterdam 1976).
  • E. Werkman, ‘Een vergeten verzetsvrouw’, Het Parool, 4-5-1976.
  • I. Cornelissen, ‘Vrouwenverzet. Hannie Schaft: van de Haarlemse geborgenheid in de communistische ondergrondse’, Vrij Nederland, 5-6-1976.
  • J.C.H. Blom, A.C. ’t Hart en I. Schöffer red., De affaire-Menten. 1945-1976, 2 delen (Den Haag 1979).
  • Hannie Schaft, het meisje met de rode haren, televisiedocumentaire AVRO 20-4-1980.
  • L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog dl.10b (Den Haag 1982).
  • O. Kraan en J. Brasser, Witte Ko. Herinneringen uit het gewapend verzet (Amsterdam 1982).
  • T. Menger, Toen niet, nu niet, nooit (Den Haag 1982).
  • M. Kanis, Strijd zonder genade: Hannie Schaft (Utrecht 2000).
  • G. Boekman e.a., Fietsen langs het verzet… (Zaandam 2004).
  • S.J. Jansen, In verzet: Hannie Schaft strijdt tegen de Duitse bezetter (Amsterdam 2009).
  • Sophie Poldermans, Het leven van Hannie Schaft, www.hannieschaft.nl.

Illustratie

Portretfoto, Harmen Elsinga, ongedateerd (Beeldbank WO2 - NIOD).

Auteur: Redactie

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 968

laatst gewijzigd: 06/05/2024

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.