© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Janneke van der Veer, Schouten, Aletta, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Schouten [29/05/2017]
SCHOUTEN, Aletta (geb. Westkapelle 1-9-1917 – gest. Heemstede 23-1-1995), illustratrice en kinderboekenschrijfster. Dochter van Johannes Schouten (1889-1936), marineofficier en employé Bataafsche Petroleum Maatschappij, en Gerarda Adriana van Steenbergen (1890-1982). Alet Schouten trouwde op 4-4-1941 in Heemstede met Theodoor Rens de Boer (1913-2012), chemicus. Uit dit huwelijk, dat in 1955 eindigde in een scheiding, werd 1 zoon geboren.
Aletta (Alet) Schouten werd geboren in Westkapelle, als oudste van vier meisjes. Toen haar vader in 1919 hoofd personeelszaken werd van de Bataafsche Petroleum Maatschappij (BPM), verhuisde het gezin naar Pangkalanbrandan op Sumatra. Daar ging Letje naar de kleuterschool en de lagere school. Gestimuleerd door de positieve reacties op haar schoolopstellen begon ze verhalen te schrijven over alles wat ze meemaakte en fantaseerde. Haar ervaringen in Nederlands-Indië inspireerden haar later onder meer tot De Hertesprong (1979) en het autobiografische Zoete meisjes en een tijger (1986).
Oorlog en whisky
In 1929 – Alet was toen twaalf jaar – keerde het gezin terug naar Nederland, waar haar vader hoofd personeelszaken werd van het Groot Laboratorium van de BPM. Ze gingen in Heemstede wonen en Alet ging naar het Stedelijk Gymnasium in Haarlem. Deze school maakte ze echter niet af. Ze wilde illustratrice worden en begon aan de tekenopleiding van de Kunstnijverheidsschool in Amsterdam. Toen haar vader in 1936 stierf, moest ze uit geldgebrek ook hiermee stoppen. In de jaren daarna had ze verschillende administratieve banen, zoals typiste bij de BPM, secretaresse bij de wapen- en munitiefabriek Artillerie Inrichtingen Hembrug en secretaresse bij de behangfirma Rath & Doodenheefver.
Alet Schouten trouwde in 1941 met de chemicus Theo de Boer, die ze al vanaf haar veertiende jaar kende. Het echtpaar ging wonen in Haarlem. Na haar huwelijk noemde ze zich Let de Boer-Schouten en stopte ze met werken om zich aan het huishouden te wijden. In 1943 werd zoon Edzard Rens geboren. Tekenen deed ze in haar vrije tijd, terwijl ze voor haar zoon verhalen verzon. Andere hobby’s waren poppen maken en handwerken. De moeilijke oorlogsjaren doorstond het gezin mede dankzij het feit dat Theo de Boer als medewerker bij het Amsterdamse chemische bedrijf Ketjen aan melasse kon komen en hiervan illegaal whisky stookte, die ze ruilden tegen levensmiddelen. In de naoorlogse jaren ontstonden er ernstige huwelijksproblemen, wat resulteerde in een echtscheiding (1955). Onder haar meisjesnaam ging ze samen met haar zoon in Heemstede wonen.
Illustreren en schrijven
Om haar alimentatie aan te vullen leverde Alet Schouten illustraties aan kranten en tijdschriften, waaronder de jeugdbladen Okki en Taptoe. Begin jaren zestig kreeg ze echter reuma, waardoor het tekenen moeilijk werd. Ze ging zich toeleggen op het schrijven van verhalen, die deels in Taptoe werden gepubliceerd. In 1969 deed ze mee met een schrijfwedstrijd van de Stichting Kinderbelangen, bedoeld voor auteurs die nog niet in boekvorm hadden gepubliceerd. Haar verhaal Het teken van Wichart, over een jongen die door de Vikingen als slaaf wordt meegenomen, werd beoordeeld als de beste van 150 inzendingen – het resulteerde in een boekuitgave bij uitgeverij Van Holkema & Warendorf.
In 1970 kwam Alet Schouten met twee titels: De zeeridder en De mare van de witte toren. Dit laatste boek, een spannend verhaal dat in de Romeinse tijd speelt en dat ook door Schouten is geïllustreerd, werd bekroond met een Gouden Griffel (1971) en won de prijs van de Amsterdamse kinderjury. Hierna schreef Schouten jaarlijks minstens één jeugdboek. Voor Iolo komt niet spelen (1974), een verhaal over een jongen die op vakantie te maken krijgt met wapensmokkel voor de IRA, ontving ze in 1975 een Gouden Griffel. Een Zilveren Griffel werd in 1979 toegekend aan Het huis van Roos en Lap (1978), een van haar verhalen over katten. Ook publiceerde ze twee boeken voor volwassenen, De koekoekshof (1973) en Gina (1983). Tevens was ze actief als redacteur en vertaalster, onder meer van sprookjes en volksverhalen. Verschillende van haar eigen titels zijn ook vertaald in het Duits en Engels.
Alet Schouten liet zich graag inspireren door de reizen die ze maakte. Zo speelt Iolo komt niet spelen in Wales en De wateren van Finn (1971) in Bourgondië, gebieden waar ze vaak is geweest. Ze had een brede belangstelling, variërend van geschiedenis en archeologie tot plantkunde, sprookjes en sagen en legenden. Haar historische belangstelling resulteerde in boeken die speelden in de vroege middeleeuwen – De zeeridder (1970) en Huon en de ganzenjonkvrouw (1981) –, de zeventiende eeuw – De zomer van de staartstar (1971) en De stederedders (1973) – en de negentiende eeuw – De vier wezen (1981) en De vrouw met de hondekar (1982). Naast historische feiten spelen ook bovennatuurlijke krachten een rol in haar verhalen. Zo beschikt de hoofdpersoon in De wateren van Finn over bijzondere gaven waarmee hij gevaar kan verjagen.
Tot op hoge leeftijd bleef Alet Schouten schrijven. In 1989 verschenen de bundel Volksverhalen der lage landen en het historische jeugdboek Jan Teerkoper, dat in de periode 1785-1870 speelt. Daarna schreef ze nog een roman, maar die bleef ongepubliceerd omdat haar eigen uitgeverij (Fontein) het manuscript had geweigerd. Ze was hierover bijzonder teleurgesteld en verbitterd. Haar laatste levensjaren sleet ze in eenzaamheid in Heemstede.
In 1994 werd Alet Schouten getroffen door een hersenbloeding, waarvan ze niet goed herstelde. Na een tweede hersenbloeding stierf ze op 23 januari 1995 in haar woning te Heemstede, op 77-jarige leeftijd.
Betekenis
Alet Schouten schreef meer dan dertig boeken. De meeste titels zijn gericht op de leeftijdsgroep twaalf tot veertien jaar, een aantal is bestemd voor een jongere doelgroep. Dat laatste geldt met name voor haar boeken over katten, een categorie die heeft bijgedragen aan haar bekendheid. Daarnaast is ze vooral bekend geworden als schrijfster van historische verhalen. Ze kreeg veel waardering voor haar boeken, maar ook kritiek. Sommige critici, vooral in de jaren zeventig, vonden dat ze meer over eigentijdse problemen moest schrijven. Hierover was Alet Schouten duidelijk: ‘Ik blijf bij mijn eigen belangstelling’, zei ze in 1976 (gecit. Vos, 6). Ook was er kritiek op het feit dat ze meer de nadruk legde op de mythische verbeelding dan op het juist weergeven van historische feiten. Bovendien werden sommige boeken, zoals De zeeridder, te moeilijk gevonden.
Naslagwerken
Linders; Lexicon jeugdliteratuur.
Archivalia
Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: persoonskaarten en persoonslijsten.
Publicaties
Behalve de in de tekst genoemde werken:
- De tinnen huzaar (Bussum 1975).
- Het vege kolkje (Bussum 1976).
- Het varenwoud (Bussum 1978).
- Het erf van Roos en Lap (Amsterdam 1980).
- Het pad van de Wildeman (Bussum 1980).
- Van Hector die een kater was (Baarn 1982).
- Gina (Baarn 1983).
- De molen en de Boeseknor (Baarn 1984).
- Tonkie in de wildernis (Baarn 1985).
- De kikkerbruid (Baarn 1987).
Literatuur
- Jacques Vos, ‘Ik schrijf voor mijn plezier’, Project Jeugdliteratuur (1976), afl. 2.0.0.1, 3-7.
- Fred de Swert, ‘Alet Schouten’, in: Over jeugdliteratuur.Geschiedenis, genres, problemen, 43 schrijversportretten (Tielt 1977) 372-376.
- Arno Wamsteker, ‘Schrijfster van de maand – Alet Schouten’, Luisterwijzer. KRO schoolradio (1979), nr. 2, 39-46.
- Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, 3 (1979), nr. 16.
- Jan van Kampenhout, ‘Alet Schouten’, Mediawijzer. Schoolradio, schooltelevisie, literatuur, muziek, film/dia’s, informatica (1982), nr. 3, 12-13.
- Rindert Kromhout, Lezen over Alet Schouten (Den Haag 1984).
- Robert Baccarne, ‘Alet Schouten’, Jeugdboekengids 30 (1988), nr. 7.
- Toin Duijx & Joke Linders, De Goede Kameraad. Honderd jaar kinderboeken (Amsterdam 1991) 101-106.
- Jan van Coillie e.a., red., Encyclopedie van de jeugdliteratuur (Baarn/Groningen 2004) 162, 296, 223-224.
Illustratie:
Aletta Schouten, door Joost Evers, 1971 (Nationaal Archief / Collectie Anefo).Auteur: Janneke van der Veer
laatst gewijzigd: 29/05/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.