Schuiringa, Jansje Gretha (1887-1975)

 
English | Nederlands

SCHUIRINGA, Jansje Gretha (geb. Balmahuizen 9-7-1887 – gest. Utrecht 1-8-1975), lector prothetische tandheelkunde. Dochter van Jan Jakob Schuiringa (1857-1938), herenboer, en Anje Huizing (1861-1943). Jans Schuiringa bleef ongehuwd.

Jans Schuiringa was de oudste van negen dochters in een rijk en vooruitstrevend boerengezin uit een buurtschap bij het dorp Oldehove in Noord-Groningen. Na de hbs en een privéopleiding bij een tandarts deed zij in 1909 het theoretisch examen tandheelkunde aan de universiteit van Groningen. Ze vervolgde haar studie aan het Tandheelkundig Instituut in Utrecht en studeerde in 1913 af. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zag ze hoe soldaten met ernstig gezichtsletsel in militaire ziekenhuizen in Duitsland werden behandeld. In Utrecht oefende ze net zolang met tangetjes zoals goudsmeden die gebruikten om gezichtsprothesen te maken. Ze leerde zichzelf ook om die met behulp van een bril of gebitsprothese vast te zetten.

In 1921 werd Schuiringa lector in de prothetische tandheelkunde aan het Tandheelkundig Instituut in Utrecht. Daar behandelde ze patiënten met uitgebreide afwijkingen aan de kaak ten gevolge van ongevallen of kaaktumoren, maar ook erfelijke aandoeningen zoals een open gehemelte. Aanvankelijk kreeg ze deze patiënten pas te zien aan het einde van hun (vaak zeer langdurige) behandeling. Ze zorgde ervoor dat deze mensen met behulp van een prothese weer konden eten, praten en slikken en – niet onbelangrijk – dat zij er weer ‘menselijk’ uitzagen. Ze had ook een praktijk aan huis, waar ze vaak armlastige patiënten met een gespleten gehemelte behandelde. Andere tandartsen zagen zulke moeilijke patiënten liever niet omdat de behandelingen erg bewerkelijk waren. In een zelfde tijdsbestek konden ze meer patiënten met eenvoudige klachten behandelen en daarmee meer verdienen.

Jans Schuiringa is nooit gepromoveerd, maar kreeg wel internationale erkenning toen ze in 1928 over de door haar ontwikkelde prothesen publiceerde in het tijdschrift van de Amerikaanse vereniging voor tandheelkunde. In dezelfde tijd was ze actief in het plaatselijke verenigingsleven. Ze was in 1929 medeoprichter van de Soroptimisten Club Utrecht en tot 1932 hoofdbestuurslid van de Vereeniging van Vrouwen met een Academische Opleiding (VVAO).

Vanaf 1932 werkte Schuiringa samen met de nieuwe lector en latere hoogleraar mondheelkunde, de chirurg Jeremias Anne Willem Tjebbes. Hun samenwerking maakte het mogelijk dat patiënten met gehemeltespleten en chirurgische defecten in een vroeg stadium werden behandeld. In het mobilisatiejaar 1939 leidde ze de centrale prothesedienst van de strijdkrachten in Utrecht. Tijdens de Duitse bezetting wist ze samen met haar medewerkster Martje de Boer te voorkomen dat het Tandheelkundig Instituut werd ontmanteld. Zo konden de tandzorg, het onderwijs en het onderzoek direct na de Bevrijding worden voortgezet. Van september 1945 tot juni 1948 was ze waarnemend directeur. In 1949 werd Schuiringa’s leeropdracht gewijzigd in onderwijs in de tandheelkundig chirurgische prothetiek. Bij haar veertigjarig tandartsjubileum boden haar oud-leerlingen haar de ‘Stichting J.G. Schuiringafonds’ aan om minvermogende patiënten op kaakchirurgisch gebied te helpen en het onderwijs en onderzoek te stimuleren in de ‘maxillofaciale prothetiek’, zoals haar vak inmiddels heette (‘maxillofaciaal’ betekent: van kaak en aangezicht). In juni 1957 nam ze afscheid. In augustus 1975 overleed Jans Schuiringa, 88 jaar oud. Ze is in stilte begraven in het Groningse terpdorp Niehove, op een steenworp van haar geboortehuis.

Jans Schuiringa was de pionier van de maxillofaciale prothetiek in Nederland. Dankzij haar grote handvaardigheid kon ze talloze patiënten de vorm en functie van hun gelaat min of meer teruggeven. Vanaf 1911 bewaarde ze gebitsafdrukken en foto’s van haar patiënten en later ook – zo mogelijk – de protheses. Deze verzameling, die ze jarenlang inzette bij haar onderwijs aan studenten, is voor de documentatie van haar behandelingsmethoden van onschatbare waarde. Sinds 1963 berust de collectie van inmiddels twaalfhonderd items in het Utrechtse Universiteitsmuseum.

Naslagwerken

BWN.

Archivalia en collecties

  • Universiteitsmuseum Utrecht: Collectie Schuiringa [protheses en patiëntenadministratie].
  • Het Utrechts Archief: Toegang 59, Archief Rijks Universiteit Utrecht, college van curatoren, inv.nr. 2967: Ingevulde vragenlijsten door de lectoren in de tandheelkunde over hun gedragingen gedurende de bezetting, 1945; met bijbehorende stukken, 1941-1949: dossier J.G. Schuiringa.

Publicaties

  • Enkele belangrijke factoren uit de ontwikkelingsgeschiedenis der prothetische tandheelkunde (Utrecht 1921).
  • ‘Eene bevestigingsmethode voor obturatoren bij kinderen met melkgebit of wisselgebit’, Tijdschrift voor tandheelkunde 30 (1923) 452-461.
  • A new system of fixation of obturators’, Journal of the American Dental Association 15 (1928) 412-422.
  • ‘Toelichting bij de grondbeginselen der chirurgisch-prothetische tandheelkunde ten dienste van de voorbehandeling van hoofdverwondingen’, Tijdschrift voor tandheelkunde 46 (1939) 991-1016.
  • ‘De tandheelkunde tijdens en na den oorlog in Nederland’, Die offisiële tydskrif van die Tandheelkundige Vereniging van Suid-Afrika 2 (1947) 68-72.
  • ‘Expériences de traitements chirurgicaux prothétiques de la mâchoire inférieure’, Journal dentaire Belge 41 (1950)115-122.

Literatuur

  • F.E.R. de Maar e.a., red., Naar de erkenning / J.G. Schuiringa (Utrecht 1976). 
  • J.J. Kruisbrink, ‘Van “chirurgische prothese” tot “maxillofaciale prothetiek”’, in: F.E. de Maar e.a., red., Van tandmeesters en tandartsen. 100 jaar tandheelkundig onderwijs in Nederland (Amsterdam z.j. [1977]) 155-164.
  • Reina de Raat, ‘De tand des tijds… Tussen hobbyisme en passie: de tandheelkundige chirurgische prothetiek volgens Mej. Schuiringa’, Quality Practice 5 (2009-2010) nr. 4, 46-47.

Illustratie

Jans Schuiringa, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Collectie Universiteitsmuseum Utrecht, inv.nr. 0285-2695).

Auteur: Redactie (dit lemma is o.a. gebaseerd op het BWN-lemma van F.E.R. de Maar)

 

 

laatst gewijzigd: 19/10/2016

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.