© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Eva Moraal, Slottke, Gertrud, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Slottke [05/11/2015]
SLOTTKE, Gertrud (geb. Mühlental, Duitsland 6-10-1902 – gest. Stuttgart, Duitsland 17-12-1971), secretaresse van de Duitse veiligheidspolitie in Den Haag. Dochter van Leopold Slottke, molenaar, en Marie Strate. Gertrud Slottke bleef ongehuwd.
Gertrud Slottke werd geboren in een molenaarsfamilie in Sensburg in toenmalig Oost-Pruisen. Met haar drie jongere zussen bracht ze haar jeugd door op diverse locaties aangezien haar vader vaak van werkplek wisselde. Omstreeks 1913 vestigde de familie zich permanent in Danzig (Gdańsk), waar vader Slottke bedrijfsleider in een meelfabriek werd. Slottke genoot haar opleiding aan de Volksschule en de Handelsschule. Vanaf 1917 ging ze werken bij verschillende handelsondernemingen, expeditiefirma’s en rederijen, totdat zij in 1934 bij de staatsbank Danzig terechtkwam. Slottke was sinds 1933 lid van de NSDAP en had ook vrienden in SA-kringen.
Bij het Judenreferat
In 1939 werd Gertrud Slottke secretaresse in de nieuw opgerichte Reichstatthalterei in het inmiddels Duits geworden Danzig, op de afdeling arbeid en economie. Ze woonde nog in bij haar ouders. In 1941 gaf ze zich op voor een baan in het buitenland bij de Sicherheitspolizei, en zo werd ze per 1 april als ‘Polizeiangestellte’ Slottke gedetacheerd bij SD-er Wilhelm Harster in Den Haag. Na de oprichting begin 1942 van het Judenreferat IVB4, dat de deportatie van de joden uit Nederland organiseerde, begon ze bij deze afdeling. Als administratief medewerker werkte ze direct onder chef Wilhelm Zöpf. Ze kreeg al snel de bevoegdheid over het complexe systeem van de ‘Rückstellungen’: groepen joden die voor bepaalde tijd van transport waren vrijgesteld. Slottke had in die hoedanigheid een voor een vrouw ongekende invloed en macht binnen de veiligheidspolitie.
Tot het einde van de oorlog bleef Gertrud Slottke voor de veiligheidsdienst werken. Voor haar werk bezocht ze regelmatig de kampen Westerbork en Bergen-Belsen. Toen de geallieerden in 1945 oprukten, verhuisde zij met de BdS noodgedwongen mee naar Ravensbrück. Vanuit dit kamp keerde ze regelmatig terug naar Den Haag, waar ze kort na de bevrijding door de Canadezen werd opgepakt. Na internering in Hilversum werd ze eind mei 1945 vrijgelaten en trok ze in juni in bij haar zus in Waiblingen, bij Stuttgart. In 1948 werd Slottke als meeloper gedenazificeerd.
Na haar denazificatie begon Gertrud Slottke met vrijwilligerswerk voor Duitsers die na de Tweede Wereldoorlog uit het huidige Polen of Tsjechië waren verdreven. Professioneel ging zij in 1949 voor het Raiffeisenverband werken en vier jaar later werd ze secretaresse in het Südwestdeutschen Pflanzenzüchterverband der Landwirtschaftlichen Hochschule Stuttgart-Hohenheim. Na haar pensionering in 1965 bleef Slottke er nog enige tijd werkzaam, totdat in 1967 het proces tegen haar in München aanving.
‘De heks van Westerbork’
Het proces tegen Harster, Zöpf en Slottke was een buitengewoon publieke gebeurtenis. De Volkskrant stuurde een correspondent naar München en het proces werd voor de radio verslagen – het vonnis was zelfs live op de radio te horen. Riodmedewerker Ben Sijes woonde het proces bij namens de Nederlandse regering. Terwijl Harster en Zöpf bijna onmiddellijk schuld bekenden, hield Slottke vol niet te hebben geweten van het doel van de transporten. Toen haar advocaat haar in zijn pleidooi voor vrijspraak afschilderde als een ijverige, plichtsbewuste, maar onwetende opvolgster van bevelen, kreeg hij niet alleen de tribune, maar ook de Duitse en Nederlandse pers over zich heen. Zowel Kwik (23-2-1967) als Elsevier (15-4-1967) noemde Slottke ‘de heks van Westerbork’.
Op 24 februari 1967 veroordeelde de rechtbank haar vanwege medeplichtigheid aan de moord op 104.000 Nederlandse joden tot vijf jaar tuchthuis. Het Auschwitz-comité noemde het een schandelijk lage straf (Trouw, 25-2-1967). Slottke zelf verwees in haar schriftelijke verklaring (27-1-1967) naar haar opvoeding, met alle nadruk op het principe van een onvoorwaardelijke plichtsvervulling (Kempner, 181). Ze beschouwde haar veroordeling als ‘een rechterlijke dwaling’ (Kwik, 23-2-1967).
Gertrud Slottke begon in juli 1968 aan haar tuchthuisstraf in de vrouwengevangenis Gotteszell in Gmünd. Vanwege haar slechte gezondheid zette de Beierse justitie haar straf in mei 1971 om in een voorwaardelijke. Op dat moment bevond Gertrud Slottke zich al driekwart jaar in een ziekenhuis in Stuttgart, waar zij op 17 december 1971 aan een neurologische ziekte overleed. Al met al had ze slechts twee jaar gevangen gezeten.
Reputatie
De rechtbank typeerde Gertrud Slottke als een vrouwelijke Eichmann: een zeer vlijtige, ambitieuze schrijftafelmoordenares.Voor joodse overlevenden riep haar naam vreselijke herinneringen op. Hans Ottenstein beschreef Slottke als een ‘onmenselijke automaat’ (Westerborkarchief 250i, NIOD), Abel Herzberg had het over ‘haar tanige, fanatieke kop, die ons bij zal blijven als een nachtmerrie, lijfelijk geworden bij dag’ (Herzberg, 34).
Archivalia
NIOD, Amsterdam: Knipselarchief, KB I, inv. nrs. 7886 en 3027 [krantenartikelen over de rechtszaak tegen Harster, Zöpf en Slottke]; Westerborkarchief 250i, inv. nr. 510 [H. Ottenstein, ‘Lager Westerbork. Een persoonlijk verslag’, ca. 1950]; 270g, Proces W. Harster, W. Zöpf en G. Slottke [stukken betreffende het onderzoek door het RIOD ten behoeve van het proces tegen W. Harster, W. Zöpf en G. Slottke].
Literatuur
- Abel J. Herzberg, Amor fati. Zeven opstellen over Bergen Belsen (Amsterdam 1946).
- Reportage ‘Start proces tegen oorlogsmisdadigers Harster, Zöpf en Slottke in München’, NTS, 23-1-67 [http://www.vpro.nl/speel.WO_VPRO_223539.html].
- Trouw, 18-2-1967; Kwik, 23-2-1967; Trouw en De Volkskrant, 25-2-1967; Elsevier, 15-4-1967 [verslagen van de rechtszaak].
- Dietrich Strothmann, ‘Eine Angeklagte und Ihr Opfer’, Die Zeit, 17-2-1967 [http://www.zeit.de/1967/07/eine-angeklagte-und-ihr-opfer].
- Robert M.W. Kempner, Twee uit honderdduizend. Anne Frank en Edith Stein. Onthullingen over de nazimisdaden in Nederland voor het gerechtshof te München (Bilthoven 1969).
- Elisabeth Kohlhaas, ‘Gertrud Slottke – Angestellte im niederländischen Judenreferat der Sicherheitspolizei’, in: Klaus-Michael Mallmann en Gerhard Paul, Karrieren der Gewalt. Nationalsozialistische Täterbiographien (Darmstadt 2004) 207-218.
- Christian Ritz, Schreibtischtäter vor Gericht. Das Verfahren vor dem Münchner Landgericht wegen der Deportation der niederländischen Juden (1959-1967) (Paderborn 2012).
- Elisabeth Kohlhaas, ‘Slottke, Gertrud’, in: Fred Ludwig Septainter red., Baden-Württembergische Biographien 5 (Stuttgart 2013) 413–416.
- Eva Moraal, Als ik morgen niet op transport ga… Kamp Westerbork in beleving en herinnering (Amsterdam 2014).
Illustratie
Gertrud Slottke tijdens het proces, 25 januari 1967 (Nationaal Archief, Den Haag).
Auteur: Eva Moraal
laatst gewijzigd: 05/11/2015
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.