Swaab, Reintje (1881-1971)

 
English | Nederlands

SWAAB, Reintje, vooral bekend als Reine Colaço Osorio-Swaab (geb. Amsterdam 16-1-1881 – gest. Amsterdam 14-4-1971), componiste. Dochter van Juda Swaab (1834-1886), diamantslijper en koopman, en Sara Beekman (1837-1912). Reine Swaab trouwde op 3-9-1901 in Amsterdam met Samuel Colaço Osorio (1875-1923), commissionair in effecten. Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 3 zoons geboren.

Reintje (Reine) Swaab werd geboren als jongste dochter in een welgesteld joods gezin met vijf kinderen aan de Geldersekade in Amsterdam. Als kleuter werd ze door de huisknecht naar de Fröbelschool aan de Nieuwmarkt gebracht. Haar lagere schooljaren bracht ze door op de chique meisjesschool van D. Vas Nunes aan de Muiderstraat, later gevestigd aan de Nieuwe Herengracht. Het gezin Swaab bezocht de Neije Sjoel, waar Reines oudste broer later ‘gabbe’ (bestuurder) was. In het gezin werden de voorschriften van de sabbat streng gevolgd en als jong meisje was Reine naar eigen zeggen erg vroom. Er werd in het gezin veel gemusiceerd; Reine speelde piano, evenals haar drie broers en haar zusje. Het was soms vechten om een plekje achter het instrument.

Eerste werken

In 1901 trouwde Reine Swaab met de effectenhandelaar Samuel Colaço Osorio. Ook hij kwam uit een welgesteld en vroom joods gezin. Het jonge echtpaar vestigde zich aan de Nieuwe Keizersgracht en kreeg vier kinderen: Sophia (1902-1999), Elisa (1903-1990), Jehuda (1906-1944) en Alfred James (1908-1995). In 1923 stierf haar echtgenoot. Omdat in diezelfde tijd en de jaren erna haar kinderen uitvlogen, ging ze op zoek naar nieuwe bezigheden. Zo vertaalde ze in 1927 De Legende van Ba’al Sjem van de Oostenrijks-Joodse filosoof Martin Buber in het Nederlands. Ook besloot ze compositielessen te nemen bij Ernest W. Mulder. Ze componeerde liederen op teksten van Jacques Perk, Paul Verlaine, Rainer Maria Rilke en Stefan George.

In 1930 verschenen twee composities van Reine Colaço Osorio-Swaab bij uitgeverij Alsbach & Co. De zanggroep De Joodsche Stem zong in 1933 haar koorwerk Herdenking aan het joodsche volk op tekst van Jacob Israël de Haan en in 1936 voerde Santo Serviço, het koor van de Portugese Synagoge, onder leiding van Sim Gokkes haar toonzetting van Psalm 150 uit, een werk dat populair werd bij de Joodse koren in Amsterdam. Intussen volgde Colaço Osorio-Swaab lessen melodie bij Henk Badings. Vanaf 1939 componeerde ze ook kamermuziek. Met enige regelmaat klonken haar liederen tijdens concerten van de Nederlandsche Vereeniging voor Hedendaagsche Muziek. In januari 1941 werd haar Sonate voor viool en piano uitgevoerd tijdens een ledenconcert in het Muzieklyceum. Ruim een jaar later klonk deze opnieuw in een einduitvoering van de compositieklas van Henk Badings, met wie ze ruim twintig jaar contact zou houden.

Na haar vroege werken in laatromantische stijl ontwikkelde Reine Colaço Osorio-Swaab een eigen muzikale taal. In het driedelige Trio voor fluit, viool en altviool uit 1940 volgen de instrumenten hun eigen melodie zonder tonaal zwaartepunt. De reacties waren niet positief. Naar aanleiding van een uitvoering tijdens een concert van de Nederlandsche Vereeniging voor Hedendaagsche Muziek in het Muzieklyceum in 1941 schreef een recensent dat dit werk ‘van niets anders [kon] getuigen dan van een behagen scheppen in het tegen elkaar laten musiceren van de instrumenten zonder overtuigende muzikale bedoeling’ (Het Volk, 24-6-1941).

Monument

Ter nagedachtenis aan haar zoon Juda, die op 15 december 1944 in Dachau werd vermoord, componeerde Reine Colaço Osorio-Swaab in 1946 Monument. Deze zes copla’s voor sopraan en piano op (deels gesproken) teksten van Hendrik de Vries werden uitgegeven bij Broekmans & Van Poppel. Naar eigen zeggen had dit werk weinig succes omdat het te droevig zou zijn. In 1947 componeerde zij haar eerste declamatorium: De tocht door de hemelen op een tekst van Buber. Er zouden nog negen declamatoria volgen, deels op Bijbelse teksten. Bijna al haar muziek werd uitgegeven door Donemus. Toen ze lid werd van het Genootschap van Nederlandse Componisten, gaf ze een veel jongere leeftijd op. Met een gelukstelegram besteedde Donemus in 1968 aandacht aan haar tachtigste verjaardag, een goed moment om haar echte leeftijd op te biechten. Het resulteerde in een dubbele hoeveelheid bloemen en fruit om de gemiste jaren goed te maken.

Hoewel Reine Colaço Osorio-Swaab vasthield aan klassieke vormen als de sonate en de suite, is haar late muzikale stijl voornamelijk atonaal, maar sterk melodisch georiënteerd. In Vier stukken voor piano en fluit (1958) wisselen langzame, lyrische delen en opgewekte, ritmische delen elkaar af als in een baroksuite. In 1959 componeerde zij op 78-jarige leeftijd nog twee werken die uitgegeven werden bij Donemus: Vijf pastoralen voor fluit solo en een Sonatine voor hobo solo.

Reine Colaço Osorio-Swaab woonde haar leven lang in Amsterdam: van 1938 tot 1961 in de Waalstraat (nr. 44hs) en vervolgens aan de Prins Hendriklaan (nr. 54). Na een verblijf van enkele weken in Rusthuis Sophia-oord aan de Sophialaan verhuisde ze in september 1966 naar het Joods bejaardenhuis Beth Shalom aan de Henri Polaklaan. Daar overleed Reine Colaço Osorio-Swaab op 14 april 1971, in de ouderdom van negentig jaar.

Betekenis

De muziek van Reine Colaço Osorio-Swaab wordt zelden uitgevoerd. Voor zover bekend is alleen haar Pianotrio (1941) in 1967 bekroond, door de Gemeinschaft für Dokumentation von Künstlerinnen in Mannheim. Dankzij musicologe Helen Metzelaar en de Stichting Vrouw en Muziek is er vanaf het eind van de jaren tachtig sprake van enige hernieuwde belangstelling.

Naslagwerken

Joden in Nederland.

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: archiefkaarten.
  • Leo Smit Stichting, Amsterdam: Programmatoelichtingen Uilenburger Concerten.

Composities (niet volledig)

  • Herdenking aan het joodsche volk (1933).
  • Trio voor fluit, viool en piano (1941).
  • Monument (1946).
  • De tocht door de hemelen (1947).

  • Vier stukken voor piano en fluit (1958).
  • Vijf pastoralen voor fluit solo (1959).
  • Sonatine voor hobo solo (1959).

Literatuur

  • Het Volk, 24-6-1941.
  • Ton Poolman, [interview] (1969) [opname aanwezig in Joods Historisch Museum, Amsterdam].
  • Helen Metzelaar, Honderd jaar Nederlandse componistes. Een overzicht van de rol van de componistes in het Nederlandse muziekleven en analyses van werken van twee componistes [doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam] (Amsterdam 1985).
  • Thea Derks, Het tweede gezicht (1997) [opname van radio-uitzending over vrouwelijke componisten; aanwezig in Atria, Amsterdam].
  • Helen Metzelaar, ‘Colaço Osorio-Swaab, Reine’, lemma in Grove Music Online. Oxford Music Online (Oxford 2016) [URL: http://www.oxfordmusiconline.com/subscriber/article/grove/music/48111; geraadpleegd 28-11-2016].

Illustratie

Reine Colaço Osorio-Swaab, door onbekende fotograaf, 1923 (familie-archief).

Auteur: Carine Alders

laatst gewijzigd: 21/11/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.