© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Swellengrebel, Anna Henriëtte, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/SwellengrebelHenriette [13/01/2014]
SWELLENGREBEL, Anna Henriëtte (geb. Utrecht 10-2-1810 – gest. Utrecht 30-5-1874), eerste directrice van het Utrechtse Diaconessenhuis. Dochter van Johan Gerard Swellengrebel (1766-1854), officier van justitie, en Anna Henrietta van Ewijck (1775-1851). Henriëtte Swellengrebel bleef ongehuwd.
Henriëtte Swellengrebel werd geboren in een hervormd gezin met acht kinderen en groeide op aan de Plompetorengracht in Utrecht. Henriëttes vader vervulde diverse kerkelijke en maatschappelijke functies, terwijl haar moeder zich met liefdadigheid bezighield. Henriëtte trad in de voetsporen van haar moeder door zich in te zetten voor Vrouwenvereniging ‘Tabitha’, die ondersteuning bood aan armen.
Onder de indruk van berichten over de diaconessenhuizen in Kaiserswerth (bij Düsseldorf) en Parijs, besloot Henriëtte zich te gaan inzetten voor een diaconessenhuis in Utrecht. Vanaf 23 januari 1844 woonde ze de voorbereidende vergaderingen bij en nog in datzelfde jaar werd er aan de Springweg een diaconessenhuis geopend, het eerste in Nederland. Omdat er nog geen directrice was, spraken de vrouwelijke bestuursleden af dat zij deze functie om beurten zouden vervullen. Henriëtte Swellengrebel begon hiermee, maar toen er in januari 1845 nog steeds niemand was gevonden, werd haar gevraagd deze functie definitief op zich te nemen.
Henriëtte Swellengrebel hielp soms wel bij de verzorging van patiënten, maar richtte zich vooral op het bestuur van de inrichting en had de leiding over een groeiend aantal personeelsleden. Ook kwamen er steeds meer patiënten bij. In 1846 werd Petronella Voûte als adjunct-directrice aangesteld. In 1847 verhuisde de instelling naar een groter pand aan de Breedstraat. Twee jaar later kocht het bestuur een gebouw in de Achter Twijnstraat B 127/128, waar een heel complex ontstond, dat tot 1929 in gebruik zou blijven. In deze jaren kreeg Henriëtte Swellengrebel te maken met geldzorgen en verdeeldheid onder de bestuursleden. Lange tijd had zij zelfstandig mogen optreden en naar eigen goeddunken beslissingen kunnen nemen. Een aantal bestuursleden was het hier echter niet mee eens en daarom werd in 1851 besloten dat de leidinggevende zuster geen bestuurslid mocht zijn. Dit had echter een averechts effect: de zelfstandigheid van Henriëtte werd er alleen maar groter door (Lieburg, 87).
Door de dood van haar vader in 1854 beschikte Henriëtte Swellengrebel over een aardig kapitaal, dat zij voor een deel ter beschikking stelde voor uitbreiding van het Diaconessenhuis. Nadat zij haar functie als directrice had neergelegd, ging ze zich bezighouden met de organisatie van godsdienstige bijeenkomsten in het Diaconessenhuis. In 1860 werd de Groningse predikant M.J. Chevalier benoemd om de bijeenkomsten te leiden, maar de samenwerking verliep niet goed en in 1865 vertrok hij. Bij gebrek aan een opvolger nam Henriëtte Swellengrebel zelf de godsdienstoefeningen op zich.
Henriëtte Swellengrebel overleed op 30 mei 1874. De schrijver en predikant Nicolaas Beets (1814-1903) hield naar aanleiding van haar dood een speciale preek – in 1874 uitgegeven – waarin hij lovende woorden over haar sprak. Hij beschouwde haar als de persoon die dertig jaar lang de steun en toeverlaat van de zieken in Utrecht was geweest (Lieburg 93). Henriëtte werd opgevolgd door haar vijf jaar jongere zuster Sara Florissa Swellengrebel (1815-1881).
Volgens de schrijver van het gedenkschrift van het Diakonessenhuis, H.H. Barger, moet Henriëtte Swellengrebel ‘een superieure vrouw geweest zijn, ook in het geloof’ (Barger, 28). Het Diakonessenhuis is tegenwoordig een goed geoutilleerd ziekenhuis. De naam van de eerste directrice wordt in ere gehouden door het Zorgcentrum Henriëtte Swellengrebel (Fockema Andreaelaan 100), dat op initiatief van het Huis in 1957 tot stand kwam. Haar borstbeeld staat in de hal.
Archivalia
Voor archivalia zie Van der Meulen (Utrechtse Biografieën).
Literatuur
- H.H. Barger, Gedenkschrift bij het 75-jarig bestaan der Inrichting van Diakonessen in Nederland, gevestigd te Utrecht, 1844 - 4 november - 1919 (Utrecht 1919).
- W.H. Posthumus van der Groot en Anna de Waal red., Van moeder op dochter: de maatschappelijke positie van de vrouw in Nederland vanaf de Franse tijd (Utrecht 1948) 33, 42.
- J.N. van der Meulen, ‘Henriëtte Swellengrebel (1810-1874)’, Utrechtse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Utrechters, 2 (Utrecht 1995) 175-180.
- M.J. van Lieburg, ‘Met het beste wat men heeft en kent’: de geschiedenis van het Diaconessenhuis Utrecht 1844-1999 (Kampen 2000).
IllustratieHenriëtte Swellengrebel, rond 1844. Uit: Utrechtse Biografieën.
Redactie
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 687
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.