Turnor, Margaretha (1613-1700)

 
English | Nederlands

TURNOR, Margaretha (geb. 1613 – gest. Amerongen 3-1-1700), diplomatenvrouw, kasteelvrouwe van Amerongen. Dochter van George Turnor (gest. 1632), kapitein in het Staatse leger, en Salomé van Meetkercken. Margaretha Turnor trouwde op 29-8-1643 in Utrecht met Godard Adriaan van Reede, heer van Amerongen, Ginkel, Lievendaal, etc. (1621-1691), diplomaat. Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren.

Haar jeugd en afkomst waren onderwerpen die Margaretha Turnor vermoedelijk liever onbesproken liet. Als dochter van de onbemiddelde Engelse kapitein George Turnor, in dienst van het Staatse leger, viel zij qua status uit de toon in de kringen waarin zij verkeerde, en ook bij haar schoonfamilie Van Reede. In 1663 liet zij daarom onder het zegel van de Engelse koning verklaren: ‘the name of Turnor is not only well known unto us, but it is of ancient gentry in this kingdom’ (Verklaring van herauten, 1). Belangrijker was echter dat haar moeder Salomé van Meetkercken verwant was aan verschillende aanzienlijke Zuid-Nederlandse geslachten, waardoor Margaretha over een niet onaanzienlijk vermogen beschikte. Dit maakte haar ondanks haar afkomst tot een geschikte huwelijkskandidaat voor Godard Adriaan van Reede.

Een vrouw met macht

Van Reede wist zich in de tweede helft van de zeventiende eeuw op te werken tot een van de belangrijkste diplomaten in dienst van de Staten-Generaal. Uit de brieven van Margaretha aan haar veelal in het buitenland verblijvende man blijkt dat het paar werkelijk alles met elkaar besprak, zowel persoonlijke en huiselijke als politieke aangelegenheden. Margaretha was van alle besprekingen in de vroedschap van Utrecht op de hoogte en liet zich door verschillende edelen informeren over de gang van zaken in de Staten van Utrecht. Doordat zij zich bovendien als vertegenwoordigster van haar man opstelde, kreeg zij behalve aanzien ook enige macht. Zelfs Everard van Weede van Dijkveld (1626-1702), die de bijnaam ‘de grootvorst’ had, moest zich regelmatig onder het genot van een kopje thee tegenover haar verantwoorden, wetende dat hij de machtige Van Reedes tegen zich in het harnas zou jagen als hij uit Margaretha’s gunst raakte.

De politieke invloed van Margaretha kwam bijvoorbeeld naar voren bij een conflict in 1667. De strijd om ambten was bijzonder hevig in het Sticht. Toen het belangrijke ambt van maarschalk voor de groep rond Van Reede verloren dreigde te gaan, vertrok Margaretha onmiddellijk naar de stad Utrecht en haalde enkele vroedschapsleden over ‘gunstig’ te stemmen. Bij een van hen stond ze ’s ochtends zo vroeg voor de deur dat de heer in kwestie nog in bed (‘noch bij sijn H Ed bedt’) lag. Dankzij haar kordate optreden bleven de Van Reedes van een meerderheid in de stadsregering verzekerd.

Geluk en rampspoed

Margaretha had zich tot taak gesteld kasteel Amerongen tot een van de fraaiste adellijke behuizingen van Utrecht te maken. Deze lat legde zij steeds hoger naarmate de statuur van Van Reede groeide. Tussen 1645 en 1672 heeft zij voor minstens 65.000 gulden het huis laten verbouwen, tuinen en boomgaarden laten aanleggen en diverse goederen aangekocht. Zij stond aan het hoofd van de dagelijkse huishouding en was verantwoordelijk voor de financiële afwikkeling van vele zaken. Bovendien lieten haar zoon Godard van Reede, heer van Ginckel (1644-1703), luitenant-generaal in het leger van de prins, en diens vrouw Ursula Philipotta van Raesfelt (1643-1721), de zorg voor twaalf kleinkinderen regelmatig aan Margaretha over.

Aan dit drukke, maar vrij zorgeloze bestaan kwam met het Rampjaar abrupt een einde. Kort voordat de Franse troepen half juni 1672 het Sticht veroverden, vluchtte Margaretha via Amsterdam naar Den Haag. Daar bereikte haar het bericht dat Lodewijk XIV op kasteel Amerongen had overnacht. De Franse opperbevelhebber sommeerde Van Reede terug te keren en zich onder het gezag van Lodewijk XIV te stellen. Toen Van Reede, na overleg met Margaretha, niet op de herhaalde eisen inging, brandden de Fransen het huis tot op de grond toe af. Ook de stallen en andere bijgebouwen werden vernietigd en grote delen van de boomgaard en de bossen werden gekapt.

Margaretha liet zich hierdoor niet uit het veld slaan en nam in 1674, toen de oorlogshandelingen waren afgelopen, het initiatief tot de wederopbouw. Het stond voor haar vast dat dit geen reconstructie van het oude middeleeuwse kasteel, maar een eigentijds gebouw moest worden: strak en fors, met weinig ornamenten. Die uiterlijke eenvoud gaf het huis juist een vorstelijk en statig aanzien. Tegelijk is het typerend voor haar zuinige huiselijkheid dat zij koos voor net zo’n plafondschildering als in slot Soestdijk, niet vanwege de schoonheid ervan, maar omdat deze niet meer dan honderd gulden had gekost.

Tot op hoge leeftijd bewoog Margaretha zich in de allerhoogste kringen van de Republiek. Zo berichtte zij haar man dat ze bij een bezoek van Willem III het gezelschap ‘een varkenshutspot met knollen en worst, van de os die ik geslacht heb’ had voorgezet (Brieven gericht aan Godard Adriaan). Margaretha liet echter steeds vaker blijken te verlangen naar een rustige oude dag samen met haar man. Het is er niet van gekomen. Heel plotseling overleed in 1691 Van Reede in Kopenhagen. Margaretha overleefde hem negen jaar. In 1700 werd haar stoffelijk overschot in de Amerongse kerk St. Andries naast dat van haar man begraven.

Naslagwerken

Van der Aa.

Archivalia

Het Utrechts Archief: Archief van het huis Amerongen, inv. nr. 2722-2728, Brieven gericht aan Godard Adriaan van Reede (1621-1691) afkomstig van zijn echtgenote Margaretha Turnor (gest. 1700), 1667-1691; inv. nr. 3152, Verklaring van de herauten van wapenen in Engeland over het geslacht Turnor, 1663.

Literatuur

  • A.W.J. Mulder, Het kasteel Amerongen en zijn bewoners (Maastricht 1949).
  • Helma Wolf-Catz en W. de Haan, ‘Van kasteel Amerongen, met zijn 17de-eeuwse kasteelvrouwe Margaretha Turnor en zijn paleiselijke entourage, naar het park van kasteel Renswoude’, in: Helma Wolf-Catz, Kastelen, hun personages, hun schatten (Amsterdam 1965).
  • W.A. Braasem, Sulcken hecht werck het is. Het Huis te Amerongen (Den Haag 1981).
  • D. Pezarro, Mijn heer en liefste hartje. De brieven van Margaretha Turnor (1613-1700) (Amerongen 1992).
  • Thera Coppens, ‘Kasteel Amerongen – Het magnum opus van Margaretha Turnor’, Vitrine 6 (1993) 30-33.
  • Petra Dreiskämper, ‘Margaretha Turnor op de bres voor haar "heer en liefste hartge”’, Historica 21 (1998) 18-20.
  • Peter Rietbergen, ‘Een edelvrouw in het rampjaar 1672’, Spiegel Historiael 40 (2005) 116-121 [over de brieven van Turnor als egodocument].

Illustratie

Portret door J. Ovens, 1661 (Collectie Stichting Kasteel van Amerongen). Uit: Rietbergen, ‘Een edelvrouw in het rampjaar 1672’.

Auteur: Coen Wilders

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 258

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.