© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Redactie, Veld, Elske ter, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Veld [14/08/2017]
VELD, Elske ter (geb. Groningen 1-8-1944 – gest. Kortenhoef 14-5-2017), politica en bestuurster. Dochter van Romke Bertus ter Veld (1920-1992), leraar wis-, schei- en natuurkunde, en Christina Stappershoef (1918-1994), arts. Elske ter Veld had vanaf 1970 een relatie met Wim Fortuyn (geb. 1950), journalist, met wie ze op 19-3-2003 in Amsterdam trouwde. De relatie bleef kinderloos.
Elske ter Veld groeide op in Groningen als tweede van vijf kinderen in een vrijzinnig, sociaal-democratisch milieu. Haar vader was leraar en haar moeder werkte als arts bij de Rutgersstichting, een consultatiebureau voor geboorteregeling, en later bij de eerste abortuskliniek (Stimezo) in Groningen. Na de hbs ging ze naar de sociale academie. Daar studeerde ze in 1968 af als cultureel werkster. Ze was toen al twee jaar lid van de Partij van de Arbeid (PvdA). Ter Veld werd vormingsleidster in Assen en in 1970 hoofdleidster club- en buurthuiswerk in Groningen. Ook in 1970 ging ze samenwonen met Wim Fortuyn. In 1972 verhuisden ze naar Amsterdam en in 1975 naar Rijnsaterwoude, een dorpje in het Groene Hart.
Vakbond en emancipatie
In 1972 werd Elske ter Veld hoofd van het Vrouwensecretariaat van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV; vanaf 1976 FNV). Onder haar leiding richtte het Secretariaat zich op thema’s als gelijke behandeling – loon, uitkeringen en het recht daarop – en het activeren en scholen van vrouwelijke vakbondsleden. Om bewustwording te stimuleren organiseerde het samen met de Vrouwenbond in 1973-1974 een discussieproject over rolpatronen en mentaliteitsverandering, Rol ’s om. Zo werd het kostwinnersbeginsel – in kringen van de vakbeweging nog een vastverankerd principe – langzaam maar zeker vanuit het Vrouwensecretariaat ter discussie gesteld. Toen bleek dat werkloosheid onder vrouwen sneller toenam dan onder mannen, lanceerde het Vrouwensecretariaat in 1977 het project Meiden wat een slechte tijden.
Het beleid van Elske ter Veld was om zoveel mogelijk bruggen naar de samenleving te slaan. Namens het Vrouwensecretariaat zat ze onder meer in het bestuur van de Stichting van de Arbeid en in verschillende commissies van de SER en het Ministerie van Sociale Zaken, maar ook in Wij Vrouwen Eisen, de actiegroep ter legalisering van abortus. In 1974 trad ze toe tot de Nationale Commissie die het Internationale Jaar van de Vrouw (1975) moest voorbereiden, en van 1975 tot 1980 was ze lid van de nationale Emancipatiecommissie, de voorloper van de Emancipatieraad. Ter Veld was ook internationaal actief. Zo werd ze in 1979 voorzitster van de commissie vrouwenarbeid van het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV).
Tweede Kamerlid en staatssecretaris
In 1981 werd Elske ter Veld voor de PvdA gekozen in de Tweede Kamer. Als kamerlid viel ze al snel op. Ze durfde af te wijken van het fractiestandpunt toen ze nog datzelfde jaar tegen verlenging van loonbeperking stemde, en samen met haar fractiegenoten Jeltje van Nieuwenhoven en Eveline Herfkens schreef ze (ook in 1981) met lippenstift de woorden ‘en Emancipatie’ op het naambord van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Tijdens het kabinet Lubbers II was ze fractiewoordvoerster sociale zekerheid. In 1987 interpelleerde ze herhaaldelijk de minister over de gevolgen van de nieuwe Wet stelselherziening sociale zekerheid. In hetzelfde jaar loodste ze een initiatiefwet door de Kamer die ontvangers van een werkloosheidsuitkering (WW) compenseerde voor de vermindering van hun uitkering.
Toen de PvdA in 1989 toetrad tot het kabinet Lubbers III, werd Ter Veld staatssecretaris Sociale Zekerheid en Emancipatiebeleid, onder de christen-democratische minister Bert de Vries, met wie ze het goed kon vinden. In 1990 zorgde Ter Veld voor een bestuursakkoord met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten inzake de bijzondere bijstand en de bijscholing van mensen met een uitkering. Hetzelfde jaar verruimde ze de Ziektewet, bracht ze een wet op het ouderschapsverlof tot stand en gaf ze met een wet over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen uitvoering aan de Europese richtlijn. Haar wetsvoorstel Nabestaandenwet (1991) werd in 1992 aangenomen en een jaar later maakte ze de Algemene Bijstandswet minder fraudegevoelig. Ook maakte ze een begin aan het beleid om ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen.
Ter Veld was een socialistisch politica met een flinke dosis realisme. Ze committeerde zich aan harde ingrepen in het sociale stelsel. Maar toen het CDA in het voorjaar van 1991 in de krant had geopperd de hele WAO te schrappen, sprak ze in de ministerraad de ferme woorden: ‘Wie de WAO wil afschaffen, moet eerst mij afschaffen’ (gecit. de Volkskrant, 17-5-2017). Toch ontkwam zij als lid van het kabinet niet aan het nemen van pijnlijke maatregelen op dit vlak. Toen De Vries in 1993 met PvdA-minister van Financiën Wim Kok en diens secondant Wöltgens boven een maaltijd van een plaatselijke afhaalchinees tot een ingrijpende aanpassing van de WAO kwamen (het zogeheten ‘bami-akkoord’), stemde ze hiermee in.
‘Loyaal tot op het bot’
De slechte verhoudingen tussen de PvdA-fractie en partijleider/minister Kok enerzijds en de machtsstrijd binnen de fractie anderzijds leidden er in juni 1993 toe dat Ter Veld moest aftreden. Haar brief over de verlaging van bijstandsuitkeringen voor jongeren was voor de fractie aanleiding aan om het vertrouwen in de staatssecretaris op te zeggen: ze zou de fractie niet goed hebben geïnformeerd. Op 4 juni maakte Ter Veld in het Haagse perscentrum Nieuwspoort haar vertrek bekend. De persfotograaf Bert Verhoeff legde het ogenblik vast dat ze – uit frustratie – in tranen uitbarstte. Als commentaar hierop citeerde Ter Veld later een populair liedje uit haar studententijd: ‘It’s my party and I cry if I want to’. In december 1993 liet ze in een televisievraaggesprek weten dat ze zich door Kok en haar fractie ‘belazerd’ voelde. Ondanks deze ervaringen bleef Ter Veld haar partij trouw: ze was ‘loyaal tot op het bot’, aldus het dagblad Trouw (gecit. Broekers-Knol).
Enkele maanden na haar aftreden begon Ter Veld een eigen adviespraktijk. Tot haar klanten behoorde de verzekeringsmaatschappij Nationale-Nederlanden. In 1995 verhuisde ze met haar levenspartner naar Kortenhoef. Na de Provinciale Statenverkiezingen van 1995 keerde Ter Veld terug in de politiek als lid van de Eerste Kamer. In 2003 zette ze een punt achter haar Haagse politieke loopbaan. Bij haar afscheid presenteerde ze met fractiegenoot Willem Witteveen een bloemlezing met gedichten, getiteld Waarom wordt in de senaat niets gedaan? Het door haarzelf geschreven gedicht over de Eerste Kamer onderstreept haar politiek pragmatisme en humor: ‘Sommigen slapen, het debat verzandt./ Wel verschil, maar nauwelijks strijd en/ gebruikte ik mijn verstand/ zou ik de wet nu willen smijten/ in hoog staatscolleges prullenmand/ Maar 't kan niet, 't zou de coalitie splijten/ en 't politiek primaat ligt aan de overkant’ (101).
Elske ter Veld bleef maatschappelijk zeer betrokken. Ze was lid van een grote hoeveelheid comités, stuurgroepen, adviescommissies en stichtingsbesturen, onder meer op het gebied van vrouwenemancipatie en sociale ontwikkeling. In de buurt van haar huis in Kortenhoef kon ze roeien en schaatsen op de Loosdrechtse Plassen zolang het weer en haar gezondheid dit toelieten. Een andere hobby was zeezeilen. Op 14 mei 2017 stierf Elske ter Veld thuis, op de leeftijd van 72 jaar.
Betekenis
Bij de herdenking in de Eerste Kamer kenschetste kamervoorzitter Broekers-Knol senator Elske ter Veld als een ‘zeer open, oprecht, nieuwsgierig, creatief en geestig persoon’. Ze was een politica die wel kon genieten van het politieke debat (vooral in de oppositie) maar toch vooral uit was op resultaat en niet hield van politieke trucjes (die ze noodzakelijkerwijs wel scherp in de gaten hield). Ook in haar feminisme was ze pragmatisch. Vol passie moedigde zij vrouwen aan om het heft in eigen handen te nemen. Als ze hen via beleidsmaatregelen daarmee een handje kon helpen, deed ze dat.
Naslagwerken
PDC.
Publicaties
Artikelen in vakbladen en in het maandblad Opzij, en voorts:
- [met Lidwi de Groot], Handboek vrouw en beleid (Amsterdam 1985).
- [met Willem Witteveen, red.], Waarom wordt in de senaat niets gedaan? (Nijmegen 2003) [bloemlezing].
- [met Ria Jaarsma], ‘Zeg maar Hannie...’ 65 jaar strijdlustig in politiek en samenleving (Wormer 2005).
Literatuur
- Remco Meijer, ‘Elske ter Veld (1944-2017). De vrouw die haar droombaan verloor en in tranen uitbarstte’, de Volkskrant, 17-5-2017.
- Mark Kranenburg, ‘Staatssecretaris in oorlogstijd’, NRC Handelsblad, 18-5-2017.
- Louis Hoeks, ‘Hervorming verzorgingsstaat verscheurde Elske ter Veld’, Financieel Dagblad 18-5-2017.
- A. Broekers-Knol, ‘Herdenking Elske ter Veld (1944-2017)’, 6-6-2017 [Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer].
- Floor van Gelder, ‘Vakbondsvrouw in hart en nieren. Elske ter Veld, 1944-2017’, Het geheugen van de vakbeweging (mei 2017) [dossier op website van de Vrienden van de Historie van de Vakbeweging. URL https://www.vakbondshistorie.nl/dossiers/elske-veld-1944-2017/; geraadpleegd 23-7-2017].
Illustratie
Elske ter Veld, door Corinne Noordenbos, 1990.
Redactie
laatst gewijzigd: 14/08/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.