Venema, Jolanda Geertruida (1965-1999)

 
English | Nederlands

VENEMA, Jolanda Geertruida (geb. Leeuwarden 27-11-1965 – gest. Drachten 22-7-1999), werd na publicatie van foto symbool van slechte gehandicaptenzorg. Dochter van Dick Venema (1938-2014), ingenieur, en Tiny Visser (geb. 1940). Jolanda Venema was ongehuwd en kinderloos.

Jolanda Venema werd geboren in Leeuwarden, als de oudste in een Fries gezin van drie kinderen. Haar vroege jeugd bracht ze door in Drachten. Als peuter kampte ze met overgewicht en een achterstand in haar ontwikkeling van spraak en motoriek. Ze had agressieve buien en was niet corrigeerbaar. Op haar vijfde kreeg Jolanda een aanval die op epilepsie leek. Er volgde een ziekenhuisopname waarbij ze vijf weken in een tuigje aan haar bed werd vastgebonden. Zonder diagnose kwam ze weer thuis. Omdat ze klasgenoten aanviel, mocht ze niet langer naar de kleuterschool. Tijdens het buitenspelen molesteerde ze andere kinderen, wat leidde tot een handtekeningenactie van buurtgenoten met de oproep haar te laten opnemen in een inrichting. Na observatie in de Helperhaven, een instituut voor moeilijk opvoedbare kinderen, en de afdeling ontwikkelingsneurologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (nov. 1970 – mrt. 1971) schreven artsen haar moeilijke functioneren toe aan de gevolgen van een bloeding in de hersenstam tijdens of vlak na de geboorte. Ze kreeg rustgevende medicijnen voorgeschreven en haar ouders kregen de instructie om haar streng aan te pakken. Ook haar moeder werd geadviseerd kalmerende middelen te slikken.

Uit huis

In de zomer van 1971 kreeg Jolanda een tweede comateuze aanval die op epilepsie leek, maar opnieuw werd ze na een ziekenhuisopname zonder diagnose naar huis gestuurd. Niet veel later werd de situatie thuis onhoudbaar. Zowel haar jongere zus en broer als het huwelijk van haar ouders leden zodanig onder Jolanda’s destructieve gedrag dat zij uit huis geplaatst moest worden. Ze kwam terecht in een tehuis voor moeilijk opvoedbare kinderen in Winschoten. Toen Jolanda ook daar niet te handhaven bleek, werd ze vanaf oktober 1972 drie maanden ter observatie opgenomen in De Eekwal van het Hendrik van Boeijen-Oord te Assen. Ze reageerde heftig op deze verhuizing: huilend en schreeuwend stortte ze zich op de vloer als haar ouders na een bezoek weer weggingen. De instelling oordeelde dat Jolanda Venema ernstig zwakzinnig was en op een zeer laag niveau functioneerde als gevolg van een hersenfunctiestoornis. Ze werd permanent opgenomen.

Op haar tiende werd Jolanda Venema in haar dossier omschreven als impulsief, uitdagend, dwars, grillig en agressief. Ze had gilbuien, vernielde haar kleding en voorwerpen en ze was soms incontinent. Ze kon ook lief en zachtaardig zijn, maar die kant liet ze zelden zien. Met hulp van deskundigen probeerden de begeleiders van het Hendrik van Boeijen-Oord een ommekeer in haar gedrag te bewerkstelligen, maar alle pogingen waren tevergeefs. Het personeel wist zich geen raad met de agressieve buien van Jolanda en isoleerde haar steeds vaker. Rond 1976 begonnen haar ouders te protesteren tegen de manier waarop hun dochter werd behandeld, maar hun klachten vonden geen gehoor. Vanaf 1978 zat Jolanda Venema iedere dag naakt in een kale kamer, zodat ze haar kleren niet kon verscheuren. Ze verwondde zichzelf en smeerde haar ontlasting en menstruatiebloed op de muren. Vanaf 1985 had ze zelfs geen sociale omgang meer met andere inwoners. De door de ouders ingeschakelde Inspectie voor de Gezondheidszorg vergeleek haar situatie met ‘de wilde van Aveyron’ maar stond verder machteloos.

Publiciteit

Ten einde raad zochten de ouders Venena contact met de pers: op 24 november 1988 stond er een foto van de inmiddels 23-jarige Jolanda Venema in de Leeuwarder Courant, als illustratie bij een interview met hen. De kop luidde ‘Geef ons kind een menswaardig bestaan’ en de foto toonde haar naakt en met een ‘Zweedse band’ vastgeketend aan een muur in een lege kamer. De publiciteitsgolf die hierop volgde, leidde tot Kamervragen en de instelling van een onderzoekscommissie onder leiding van psychiater W.K. Noorda. In 1989 verscheen het vernietigende Rapport van de Commissie Noorda, die de ouders van Venema in het gelijk stelde. De media besteedden opnieuw ruimschoots aandacht aan de in het rapport vermelde misstanden, als ook aan het steekspel tussen de ouders en de directie van het Hendrik van Boeijen-Oord over het uitvoeren van de aanbevelingen van de commissie. Een van de aanbevelingen van de Commissie Noorda was om consulententeams van externe deskundigen in te stellen om te adviseren over een passende behandeling als een instelling geen behandelingsmogelijkheid meer zag voor een patiënt. Het eerste team werd bij de behandeling van Jolanda Venema ingezet.

Jolanda Venema verhuisde binnen de instelling naar afdeling De Veldmuis. Ze kreeg meer en andere behandelaars die haar hielpen aan de hand van een zorgplan. De aanpak was even eenvoudig als doeltreffend: een rustige benadering, geen straffen, meer tijd en ruimte en menselijk contact. Als ze haar kleren verscheurd had, kreeg ze andere kleren. Dankzij de uitvoering van deze ‘gentle teaching theorie’ kreeg Jolanda langzaam maar zeker weer een menswaardig bestaan en kon ze weer in een groep functioneren. Vanwege de hoge kosten kwam deze intensieve zorg in de loop der jaren onder druk te staan, maar uit vrees voor negatieve publiciteit werd de behandeling van Venema niet getroffen door bezuinigingen.

In mei 1998 verhuisde Jolanda Venema naar verpleeghuis Maartenswouden in Drachten, op een steenworp afstand van haar ouderlijk huis. Het ging goed met haar tot zij begin 1999 een stafylokokkeninfectie opliep. De infectie bezorgde haar jeuk aan haar oren. Ze krabde haar oren open maar vanwege haar voorgeschiedenis wilden de behandelaars haar niet vastbinden om dat krabben te voorkomen. Jolanda Venema overleed op 22 juli 1999 aan hart- en longproblemen als gevolg van de stafylokokkeninfectie. Haar ouders klaagden de artsen en het verplegend personeel aan voor nalatigheid en ondeskundig handelen, maar het medisch tuchtcollege oordeelde in 2004 dat er geen medische fouten waren gemaakt. Jolanda Venema is begraven in Drachten.

Betekenis

Door de aandacht voor Jolanda Venema’s situatie werd de nieuwe behandelmethode met het evaluatierapport Very intensive care (1991) tot standaard verheven. Tot dan toe overheerste de ‘acceptatie-gedachte’, waarbij de patiënt zoveel mogelijk in zijn waarde werd gelaten en zo min mogelijk geconfronteerd moest worden met maatschappelijke normen en waarden. Sommige patiënten werden als onbehandelbaar beschouwd. Na de affaire Venema maakte de overheid geld vrij voor op de patiënten toegespitste zorg. Daarmee moet isolering van patiënten worden voorkomen. Het verhaal van Jolande Venema is opgenomen in de canon Sociaal werk.

Archivalia

Archief Hendrik van Boeijen-Oord Assen: W.K. Noorda, Rapport van de commissie van deskundigen in de zaak Jolanda Venema (Assen 1989); Werkwijze proefplaatsing Jolanda Venema – Het Hendrik van Boeijen-Oord, 9-8-1991; Evaluatierapport Very intensive care, Nederlands centrum Geestelijke Volksgezondheid, januari 1991, en Eindrapport Hendrik van Boeijen-Oord, 6-4-1993.

Literatuur

Illustratie

Jolanda Venema met haar ouders, door onbekende fotograaf, 1988 (ANP Photo).

Auteur: Arno van der Valk

laatst gewijzigd: 11/12/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.