Waal, Anna de (1906-1981)

 
English | Nederlands

WAAL, Anna de (geb. Culemborg 25-11-1906 – gest. Arnhem 22-3-1981), politica, staatssecretaris en daarmee eerste bewindsvrouw van Nederland. Dochter van Jacobus Wilhelmus de Waal (1878-1956), apotheker, later farmaceutisch inspecteur, en Geertje Sterkenburg (1876-1948). Anna de Waal bleef ongehuwd.

Anna de Waal groeide met twee broers op in een niet-religieus apothekersgezin. Na de openbare lagere school ging ze naar een rooms-katholieke, door religieuzen geleide mulo in Culemborg. Toen vader De Waal in 1921 farmaceutisch inspecteur werd in het noorden des lands, vestigde het gezin zich in Leeuwarden, werd Anna naar de Christelijke HBS gestuurd, want niet de gezindte van de school, maar de kwaliteit van het geboden onderwijs stond voor haar ouders voorop. Hierna zat ze een jaar op de huishoudschool in Leeuwarden. In deze tijd begon Anna zich te interesseren voor religie, onder andere daartoe aangezet door het overlijden van een van haar broers.

Eerste bewindsvrouw

Van 1926 tot 1932 studeerde Anna de Waal sociale geografie in Utrecht – haar doctoraal haalde ze cum laude. Na een jaar les te hebben gegeven op de christelijke mms in Nijmegen vertrok ze naar Nederlands-Indië, waar ze lerares aardrijkskunde werd bij het Gouvernements Middelbaar Onderwijs, eerst in Bandoeng en daarna in Soerabaja. 'Een heerlijke tijd', zou zij deze periode later noemen (De Nieuwe Linie, 14-1-1967). Na oriëntatie op de theosofie, het boeddhisme, de islam, christian science, protestantisme en spiritisme bekeerde zij zich er tot het rooms-katholicisme. Op paaszaterdag 1935 werd ze in Bandoeng gedoopt. Voortaan zou zij ondertekenen met 'A.M. de Waal': Anna Maria.

Anna de Waal keerde in 1939 voor verlof terug naar Nederland en trok in bij haar ouders in Wageningen. In juli 1940 werd zij, met enkele honderden andere verlofgangers, geïnterneerd als vergelding voor de arrestatie van Duitse ingezetenen in Nederlands-Indië. Zes maanden zat zij vast in het concentratiekamp Ravensbrück. Na haar vrijlating werkte ze aan een proefschrift waarop ze in mei 1943 – enkele maanden voordat de loyaliteitsverklaring ook voor promovendi verplicht werd – in Utrecht promoveerde. In haar dissertatie Sociale aardrijkskunde betoogt ze dat aardrijkskunde een rol kan spelen bij het opruimen van archaïsche ideeën en vooroordelen. Na de Bevrijding verhuisde De Waal naar Utrecht, waar zij een academische aanstelling had gekregen aan het Geografisch Instituut. Zij werkte er als rechterhand van achtereenvolgens de hoogleraren J. Broek en A. de Vooys en gaf colleges geografie en inleiding in de didactiek.

In Utrecht sloot De Waal zich aan bij het in 1946 opgerichte Roomsch Katholiek Vrouwendispuut, dat ijverde voor een prominentere plaats van de vrouw in de maatschappij. Tijdens vele lezingen in het land bepleitte zij die zaak. Van 1951 tot 1961 zat ze in het bestuur en in 1951-1952 was ze voorzitster. Intussen was De Waal in 1951 ingetrokken bij Wally van Lanschot, de oprichtster van het Vrouwendispuut. Deze zei bewust een relatief onbekende vrouw in huis te hebben genomen, omdat 'goede vriendinnen in één huis het gevaar lopen verliefd op elkaar te worden'. De aard van de relatie van De Waal en Van Lanschot is onduidelijk, maar geruchten over een lesbische verhouding waren hardnekkig.

De Waal was inmiddels ook actief in de Katholieke Volkspartij (KVP). Van 1949 tot 1953 zat zij namens die partij in de Utrechtse gemeenteraad en in juli 1952 kwam ze voor de KVP in de Tweede Kamer. Slechts een half jaar zou zij deze functie uitoefenen. Op 2 februari 1953 trad De Waal namelijk aan als staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen onder minister Cals in het tweede kabinet-Drees (1952-1956). Daarmee werd zij de eerste bewindsvrouw in Nederland. De Waal werkte aan een aantal onderwijswetten en schetste samen met Cals in de Tweede Onderwijsnota (1955) de contouren van de latere 'Mammoetwet' (1963).

Het einde van een carrière

Al vóór de Tweede-Kamerverkiezingen van 1956 drongen onderwijsspecialisten binnen de KVP aan op vervanging van De Waal. In de Partij van de Arbeid (PvdA) deelden sommigen die mening. Voor een staatssecretaris was meer nodig aldus de onderwijsspecialist van die partij in de Kamer dan iemand die men 'op zijn zachtst gezegd … steeds een vriendelijke juffrouw [kan] noemen' (geciteerd in: Van der Steen, 208-209). Cals probeerde haar nog te handhaven, maar eind oktober 1956 moest ze na het schuiven met portefeuilles het veld ruimen. De Waal bleef nog een half jaar aan om Cals vertrouwd te maken met haar beleidsterrein en werkte erna nog tot november 1963 als raadadviseur-honorair op het departement. Deze ambtelijke werkzaamheden combineerde zij met leidende functies in de vrouwenbeweging. Zo was zij van 1958 tot 1962 voor de tweede keer voorzitter van het Katholiek Vrouwendispuut en van 1959 tot 1966 voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Vrouwenbelangen, Vrouwenarbeid en Gelijk Staatsburgerschap.

Tijdens een audiëntie bij kardinaal B.J. Alfrink (1960) pleitte De Waal voor een groter aandeel van de vrouw in de rooms-katholieke kerk. Van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) had zij grote verwachtingen, en zij probeerde als presidente van het Katholiek Vrouwendispuut een lobby voor een grotere rol van de vrouw op gang te brengen. Andere katholieke vrouwengroepen konden daar echter weinig enthousiasme voor opbrengen. Later dreven haar standpunten steeds verder af van de officiële kerkelijke leer en verdedigde zij het vrouwelijk priesterschap.

Voor de KVP was De Waal van 1958 tot 1962 nog lid van Provinciale Staten van Utrecht. In het laatstgenoemde jaar verliet zij de partij vanwege het beleid ten aanzien van Nieuw-Guinea. Zij trad niet toe tot een andere partij. Bij verkiezingen in de jaren zestig stemde zij vanuit een gevoel van betrokkenheid bij de Derde Wereld en uit afkeer tegen de oorlog in Vietnam op de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP).

Na haar staatssecretariaat beschouwde De Waal een terugkeer in het onderwijs als een stap terug, maar uiteindelijk kwam zij er toch weer in terecht. Zij bekleedde landelijke bestuursfuncties in het bibliotheekwerk en was medeoprichter van de Bibliotheekacademie in Amsterdam, waar zij van 1965 tot 1970 werkte als stafdocente.

Vrij snel na haar pensionering begon dementie De Waals verstandelijke vermogens aan te tasten. Van huisgenoot Van Lanschot, die erg veel tijd besteedde aan haar werk als studentendecaan op de Utrechtse universiteit, had ze niet veel te verwachten. Een vriendin van De Waal verzorgde haar eerst in Nijmegen en daarna in Arnhem. Daar overleed Anna de Waal op 22 maart 1981 in een verzorgingshuis, 74 jaar oud.

Betekenis

Hoewel Anna de Waal de eerste vrouwelijke bewindspersoon was van Nederland, is haar naam niet met grote letters in de geschiedenis bijgeschreven. Het nieuws van De Waals benoeming tot staatssecretaris werd begin februari 1953 weggedrukt door de Watersnoodramp, en ruim drieëneenhalf jaar later zou Marga Klompé als eerste vrouwelijke minister veel meer aandacht krijgen. De Waal had daar moeite mee. Zij geldt daarom vooral als wegbereidster van de mammoetwet.

Naslagwerken

Atria; BWN; PDC; Utrechtse Biografieën.

Archivalia

Atria, Amsterdam: archief Anna de Waal.

Publicaties

  • Sociale aardrijkskunde (Utrecht 1943).

  • Vijftien jaar Katholiek Vrouwendispuut, 1946-1961 (Den Haag 1961).

Literatuur

  • M., [interview], Nieuwe Rotterdamse Courant, 7-2-1953.

  • [interview], Trouw, 7-10-1966.

  • [interview], De Nieuwe Linie, 14-1-1967.

  • Mieke Aerts, De politiek van de katholieke vrouwenemancipatie. Van Marga Klompé tot Jacqueline Hillen (Amsterdam 1994).

  • Marieke Hellevoort, Werken als zuurdesem. Vijftig jaar Katholiek Vrouwendispuut, 1946-1996 (Amsterdam 1996).

  • Carla van Baalen en Jan Ramakers red., Het kabinet Drees III. Barsten in de brede basis. (Den Haag 2001).

  • Jan Willem Brouwer en Peter van der Heiden red., Het kabinet Drees IV en het kabinet Beel II. Het einde van de rooms-rode coalitie (Den Haag 2004).

  • Paul van der Steen, Cals. Koopman in verwachtingen, 1914-1971 (Amsterdam 2004).

Illustratie

Portretfoto, door F. van de Werf, 1953 (Nationaal Archief / Spaarnestad Photo).

Auteur: Paul van der Steen

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 914

laatst gewijzigd: 23/01/2015

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.