Wang, Zazilie (1909-2005)

 
English | Nederlands

WANG, Zäzilie (geb. Wenen 1-2-1909 – gest. Wenen 10-7-2005), danseres, theatermaakster. Dochter van Mozes Wang (1869-1941), zakenman, en Regine Rebeka Wetzstein (1874-1941). Zäzilie Wang trouwde op 20-9-1932 in Wenen met Hans Isidor Schlesinger (1896-1945), schrijver, dichter en filosoof. Het huwelijk bleef kinderloos.

Zäzilie (Cilli) Wang werd geboren als jongste van drie – ze had een broer en zus – van welgestelde Joodse ouders, bij wie religie nauwelijks een rol speelde. Ze zat op pianoles en voerde zowel thuis als op school grappige toneelstukjes op. Na het afronden van het lyceum volgde Cilli Wang rond 1925 een opleiding tot modiste en ging werken in een hoedensalon. In haar vrije uren zat ze op een driejarige dansopleiding aan de Akademie für Musik und darstellende Kunst in Wenen. Hier maakte ze kennis met de Ausdruckstanz van Mary Wigman en Rudolf von Laban.

Groteske personages

Cilli Wang debuteerde in 1928 in een solovoorstelling met schrijver Ernst Ceiss, die teksten voordroeg terwijl zij – een kleine vrouw met kortgeknipt haar – danste. De voorstelling was een groot succes en Wang ging door op het ingeslagen pad. Ze choreografeerde korte, vaak satirische dansnummers waarin ze dans combineerde met gesproken verzen van onder meer Goethe en Morgenstern. Met een combinatie van dans, mime, muziek, tekst en acrobatiek zette ze groteske personages neer, zoals de ramenlapster ‘Fenster putzende Zäzilie’ en ‘Suppenkaspar’, een kind dat weigerde te eten.

In 1932 trouwde Cilli Wang in de Stadttempel, de hoofdsynagoge van Wenen, met de Duits-Joodse toneelschrijver Hans Schlesinger, die ze enkele jaren eerder had leren kennen. Het paar ging wonen in een ruime atelierwoning die ze als huwelijksgeschenk van Wangs vader hadden gekregen. Schlesinger schreef voor haar de monoloog Harlekinade, waarmee Wang optrad in de kleine theaters van Wenen. In 1935 traden ze toe tot Die Pfeffermühle, het politieke cabaret van Erika Mann. Toen dat in de lente van 1936 ook optrad in Nederland, schreef het Nieuwsblad van het Noorden dat Wang ‘een komische kracht is zooals er slechts weinigen gevonden worden. Haar dansen zijn caricaturen van ongemeen expressieve kracht’ (28-4-1936).

Ten tijde van de Anschluss (1938) waren Cilli Wang en haar man in Zweden op tournee. Ze besloten niet te terug te keren naar Oostenrijk, vroegen in Nederland asiel aan en wisten een werkvergunning te bemachtigen. In een pension in Den Haag huurden ze een kamer en Wang ging optreden met het ABC-Cabaret van Wim Kan en De Mallemolen van Cor Ruys. Ook maakte ze deel uit van het Theater der Prominenten in Den Haag, een groep van voornamelijk Duits-Joodse artiesten. Hun voorstellingenserie Lache Bajazzo werd vanwege de Duitse inval afgebroken.

Onderduik

Tot in het najaar van 1941 kon Cilli Wang doorwerken, daarna kreeg ze geen opdrachten meer. Toen de deportaties begonnen, gingen zij en haar echtgenoot in onderduik bij KRO-regisseur Herbert Perquin aan de Bagijnestraat in Den Haag. Na een paar maanden verhuisde Perquin naar Amsterdam en bleef het echtpaar Schlesinger in Den Haag. Met haar geblondeerde haar en helblauwe ogen had Wang als ‘mevrouw Perquin’ nog contact met de buitenwereld, Schlesinger kwam niet meer buiten. Op de voor hen ingerichte zolderkamertjes werkte Wang hard aan nieuwe nummers. Een daarvan was het tragikomische Twee vrolijke acrobaatjes, waarvoor ze een op Disneys dwerg Dopey en het Duitse duo Max und Moritz geïnspireerd kostuum naaide dat bestond uit twee op elkaar staande poppen die ze, via een vernuftig systeem van vissnoer, met haar handen en voeten tot leven kon brengen.

Op 10 april 1945 belden twee Duitse soldaten aan bij het onderduikadres van Wang en Schlesinger, maar het bleek loos alarm. Voor haar naar zolder gevluchte man was de schrik echter fataal: drie dagen later overleed hij. Behalve haar echtgenoot verloor Wang in de oorlog haar ouders, die door de nazi’s werden vermoord. Haar broer en zus wisten de oorlog in Italië te overleven.

‘The tiny girl from Holland’

Na de Bevrijding stortte Cilli Wang zich op haar werk, bij het Scheveningse Kurhaus Cabaret en opnieuw bij het ABC-cabaret. In 1946 presenteerde ze het soloprogramma Cilli Symphonie, met een gedanste parodie op Hitler - in de gestalte van een spook met witte vleugeltjes. Wang werd hierbij op de piano begeleid door Wim de Vries, die tot het einde van haar carrière haar vaste toneelpartner zou blijven. De recensies waren juichend en in de daaropvolgende jaren maakten Wang en De Vries maandenlange tournees door Europa, Australië, Zuid-Amerika, Israël en Indonesië. Wang voerde haar publiek mee in haar levendige fantasiewereld. Haar zelfgemaakte kostuums werden steeds uitbundiger, zoals De muzikale muskiet en Souvenir d’Hollande, waarin ze een tulp uitbeeldde die een hommel op een blad liet dansen. In de VS verscheen ‘the tiny girl from Holland’ (Alkema, 90) ook op televisie, onder meer in de veelbekeken Ed Sullivan Show.

Cilli Wang werd in 1950 tot Nederlander genaturaliseerd en bleef nog lange tijd in Den Haag wonen. Zij danste door tot in 1971. Toen Wim de Vries in dat jaar met pensioen ging, besloot ook zij dat het tijd was om te stoppen. Ze keerde in 1975 terug naar haar geboortestad Wenen. Hier leidde ze een rustig leven: ze hield zich bezig met het onderbrengen van de nalatenschap van haar man in het Weense Literaturhaus en maakte beeldjes van uilen en trollen. Cilli Wang overleed op 10 juli 2005, in de ouderdom van 96 jaar. Het Oostenrijkse dagblad Die Standard (15 juli 2005) schreef: ‘De “Pawlowa van de parodie” Cilli Wang is dood’.

Betekenis

Cilli Wang was een van de voornaamste wegbereiders van de huidige performancekunst. In 1981 werd in Amsterdam en in Wenen een tentoonstelling aan haar werk gewijd: De wereld van Cilli Wang / Der Zauber der Verwandlung. In 1994 ontving zij het gouden teken van verdienste van de deelstaat Wenen.

Werken

Behalve de in de tekst genoemde:

  • Gesang der Geister über den Wassern (Goethe) (1928).
  • [met Die Pfeffermühle] An und aus (1935-1936).
  • [met ABC-cabaret] Dopey (1939-1940).
  • De muzikale muskiet op Bali (1946-1947).
  • Ballade vom armen Kind (1949).
  • The world of mime and Cilli Wang (1957).
  • The world of Cilli Wang (1960).

Literatuur

  • De Gooi- en Eemlander, 22-4-1936.
  • Haagsche Courant, 2-4-1940.
  • Punch, 3-8-1949.
  • De Telegraaf, 5-1-1956; 30-9-1958.
  • Algemeen Handelsblad, 2-12-1940; 9-3-1963.
  • Oskar Pausch, Zauber der Verwandlung. Cilli Wang in ihren Gestalten (Wenen 1981).
  • Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren (Amsterdam 1988) 12, 22, 181 en 307.
  • Hanny Alkema, De wondere wereld van Cilli Wang (Amsterdam 1996).
  • Die Standard, 15-7-2005.
  • Alys X. George, Body/culture. Viennese modernism and the physical aesthetic (Stanford 2009) 216-218.
  • Hertha Kratzer, Alles, was ich wollte, war Freiheit. Außergewöhnliche Österreicherinnen der Moderne (Wenen 2015).

Illustratie

Premiere "De Wereld" van Cilli Wang, 1961. Door Wim van Rossem (Nationaal Archief, Den Haag).

Auteur: Suzanne Loohuis

laatst gewijzigd: 03/10/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.