Wansink, Woltera Gerharda (1932-1996)

 
English | Nederlands

WANSINK, Woltera Gerharda, vooral bekend als Tera de Marez Oyens (geb. Velsen 5-8-1932 – gest. Hilversum 29-8-1996), componiste, pianiste en dirigente. Dochter van Derk Johan Wansink (1898-1978), historicus en schooldirecteur, en Alida Jacoba Soeters (1902-1989), godsdienstlerares. Tera Wansink trouwde (1) op 2-7-1953 in Hengelo (0v.) met Gerrit Hendrik de Marez Oyens (1922-2013), componist, organist, pianodocent; (2) na echtscheiding (in 1975) op 8-3-1976 in Hilversum met Menachem Samuel Arnoni (1922-1985), filosoof, politicoloog; (3) op 23-5-1996 in Hilversum met Marten Toonder (1912-2005), striptekenaar, auteur. Uit huwelijk (1) werden 2 dochters en 2 zoons geboren.

Tera Wansink was de jongste van twee dochters in een leraarsgezin. Haar moeder was belijdend christen (Nederlands-hervormd), haar vader was een agnosticus, en de kinderen kregen een christelijke opvoeding (Overweel, 203). Ze bracht haar vroege jeugd door in Velsen IJmuiden en Santpoort, waar haar ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog onderduikers hadden. Muziek was van jongs af aan zeer belangrijk voor Tera: vanaf haar vierde zat ze op pianoles en vanaf haar achtste ook op vioolles. Toen haar vader in 1946 directeur werd van de School voor Maatschappelijk Werk in Hengelo verhuisde het gezin daarheen. Tera kreeg er pianolessen van Gerrit de Marez Oyens.

In 1949 werd de zestienjarige Tera toegelaten tot het Amsterdams Conservatorium – ze had zonder medeweten van haar ouders toelatingsexamen gedaan. Bij Jan Odé studeerde zij er piano. Daarnaast studeerde ze viool bij Jan Henrichs en Camille Jacobs, klavecimbel bij Richard Boer, harmonieleer bij Jan Felderhof en directie bij Felix Hupka. Ook speelde ze blokfluit en viola da gamba. Na het behalen van het einddiploma uitvoerend musicus (1953), studeerde zij nog compositie bij Hans Henkemans.

In het teken van de muziek

Op 2 juli 1953, drie dagen na haar eindexamen op het conservatorium, trouwde Tera Wansink met haar oude pianoleraar uit Hengelo, de tien jaar oudere pianist en componist Gerrit de Marez Oyens. Ze keerde terug naar Hengelo, waar de eerste twee kinderen werden geboren: Caecilia (1954-2000) en Iris (1956). Het huwelijk stond geheel in het teken van muziek. Ook de vernieuwingsbeweging in de Nederlandse-Hervormde Kerk was voor beiden een belangrijke inspiratiebron. In 1959 verhuisde het gezin naar Hilversum, waar Tera de Marez Oyens cantor werd van het Diependaals Kerkkoor en dirigente van het Hilversums Gemengd Koor, en haar man onder meer directeur van het Gooisch Muzieklyceum. Daar werden David (1960) en Valentijn (1966) geboren. In 1968 kwamen daar nog de drie kinderen van haar overleden zuster bij. Het weerhield haar niet van haar werk: ‘Terwijl de kinderen om mij heen krioelden ging ik rustig door met componeren’ (Overweel, 202). Haar eerste jeugdopera, Dorp zonder muziek (1960) leidde tot nieuwe composities voor kinderen. Voor de Amsterdamse Montessorischool schreef ze Anders dan anders (1966) en in opdracht van de Raad voor de Nederlandse Volkszang De kapitein is jarig (1966). Eveneens in 1966 stelde ze een suite voor jeugdorkest samen uit Van de Vos Reynaerde.

Aanvankelijk was Oyens niet enthousiast over elektronische muziek, maar dit veranderde nadat ze uit nieuwsgierigheid een cursus van Gottfried Michael Koening had gevolgd bij de Stichting Gaudeamus in Bilthoven. Toen ze in 1964 de Visser-Neerlandiaprijs van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) had gewonnen voor haar compositie Der Chinesische Spiegel (1962), een werk voor orkest en tenorsolo op teksten van Li Tai Po, besteedde ze het prijzengeld aan een studie elektronische muziek bij dezelfde Koening aan het Instituut voor Sonologie van de Universiteit Utrecht. Verwonderd berichtte De Philips Koerier op 8 december 1968: ‘Moeder (7 kinderen) componeert elektronische muziek’.

Tera de Marez Oyens schreef ook veel kerkliederen en was vaak zelf betrokken bij de uitvoering ervan. Haar gezangen voor het Liedboek voor de kerken (1973) noemde ze later een afscheid van het geloof: ‘Achteraf gezien heb ik mij nooit gelukkig gevoeld in het christelijk geloof. [...] Ik zie georganiseerde religie toch als een soort leuning, die ik niet meer wilde’ (Overweel, 203).

Op 6 september 1975 maakte Tera de Marez Oyens haar debuut als dirigent voor het Overijssels Philharmonisch Orkest. Twee jaar later kreeg ze aan het conservatorium van Zwolle een aanstelling als docent voor hedendaagse muziek. Vooruitstrevend waren haar inspanningen om het twintigste-eeuwse klankidioom naar een voor kinderen begrijpelijk niveau te brengen. Zo schreef ze voor schoolmusici het boek Werken met moderne klanken (1978), dat grafisch genoteerde etudes in oplopende moeilijkheidsgraad bevat.

Laatste jaren

In 1976, een jaar nadat het huwelijk met Gerrit de Marez Oyens was gestrand, trouwde Tera met politicoloog en schrijver Menachem Arnoni. Ze handhaafde de naam De Marez Oyens, omdat ze onder die naam bekend was. Arnoni was de inspiratiebron voor Charon's Gift (1982) en schreef de teksten voor veel van haar composities, zoals voor The Odyssey of Mr. Goodevil (1981), een oratorium over de verschrikkingen van de oorlog, waaraan Tera de Marez Oyens vijf jaar werkte – het is nog nooit uitgevoerd. De dood van Arnoni in 1985 luidde voor haar een moeilijke periode in.

Tera de Marez Oyens ging zich vanaf 1987 vooral richten op het componeren. Wel bleef ze actief als gastdocent, bijvoorbeeld bij het Seminar für neue Musik in Wenen, en gaf ze improvisatiecursussen. Daarnaast hield ze in binnen- en buitenland lezingen over elektronische muziek, het muziekonderwijs en de rol van de vrouw in het muziekleven, en was ze bestuurslid bij onder andere de Vereniging van Producenten Elektronische en Elektro-Instrumentale Muziek (PEM), de International League of Woman Composers en de European Union of Composers. In 1989 was zij composer in residence aan de Georgia State University in Atlanta.

In 1994 kwam Tera de Marez Oyens in contact met Marten Toonder, die zich later herinnerde: ‘Ik maakte kennis met Tera door niet naar het concert in Dublin te gaan waar een werk van haar in premiere ging’. Na afloop schreef ze hem: ‘Ik had u zo graag eens ontmoet. (…) Al sinds mijn twintigste ben ik een fan’ (Kieskamp). De vriendschap groeide uit tot een hechte relatie. Eind mei 1996 traden ze in het huwelijk en trok ze in bij Toonder in Ierland. Daar werd ze ernstig ziek. Op 29 augustus 1996 overleed Tera de Marez Oyens in Hilversum.

Betekenis

Tera de Marez Oyens componeerde meer dan tweehonderd werken, waaronder veel stukken die getuigen van een experimentele drang. Ze schreef koor- en orkestwerken, kamermuziek, kinderopera's en elektronische muziek. Tot haar belangrijkste werken behoren Der Chinesische Spiegel (1962), Safed (1968), Introduzione (1968), Bist du bist (1973), From death to birth (1974), Charons Gift (1982), Litany of the victims of war (1985), Sinfonía Testimonial (1987) en, in opdracht van de Verenigde Naties, Unison (1995). Ook op andere terreinen in het muziekleven liet ze zich gelden. Zij trad op als concertpianiste, dirigeerde koren en orkesten, maakte radioprogrammas en schreef artikelen, en gaf lezingen en improvisatiecursussen in binnen- en buitenland. Daarnaast bekleedde zij diverse bestuursfuncties en in Zwolle gaf zij tien jaar lang les in compositie en de praktijk van de hedendaagse muziek.

Na haar dood richtten haar kinderen en Marten Toonder de Stichting Tera de Marez Oyens Fonds op, met als doel het bevorderen van de belangstelling voor haar muziek en het stimuleren van componisten van hedendaagse muziek. De stichting kent elke twee jaar een prijs toe aan een componist van hedendaagse muziek, of aan een persoon of instelling die zich heeft ingespannen voor de promotie van hedendaagse muziek of de muziek van Tera de Marez Oyens in het bijzonder.

Naslagwerken

Nederland’s Patriciaat.

Archivalia

Nederlands Muziek Instituut, Den Haag: archief Tera de Marez Oyens, HGM 248.

Composities

Zie de oeuvrecatalogus op de website Tera de Marez Oyens. Zie ook de Lijst van werken bij Overweel in Metzelaar, Zes vrouwelijke componisten’, 223-232.

Publicatie

Tera de Marez Oyens, Werken met moderne klanken. Samenspel voor stemmen en instrumenten (Haarlem 1978).

Literatuur

  • Mart Roegholt, ‘“Als een man zit te componeren, wordt hij niet door de melkboer gestoord”. Tera de Marez Oyens’, Opzij 13 (1985) nov., 58–60.
  • Ellen Overweel, ‘Tera de Marez Oyens’, in: Helen Metzelaar red., Zes vrouwelijke componisten (Zutphen 1991), 199-232, 242-243.
  • ‘De plek van Tera de Marez Oyens’, NCRV Miniatuur, 18-09-1994 [tv-programma; URL https://www.youtube.com/watch?v=q4Vi6qnJ9CI; geraadpleegd 23-7-2017].
  • Reiziger in muziek, VPRO, 15-10-1995 [tv-programma; URL https://www.youtube.com/watch?v=oTORuihRhWg; geraadpleegd 23-7-2017].
  • Bruce Duffie, ‘Composer Tera de Marez Oyens’, interview, Chicago, 6-11-1995 [URL http://www.bruceduffie.com/marezoyens.html; geraadpleegd 23-7-2017].
  • Wilma Kieskamp, ‘Een late liefde’, Trouw, 11-5-1996.
  • M.J.A. van der Heide, ‘Gooise componisten (3): Tera de Marez Oyens (1932-1996)’, Tussen Vecht en Eem 15 (1997) nr. 3, 160-166.
  • Marten Toonder, Tera. Epiloog 1998 (Amsterdam 1998).
  • Saar Roelofs, ‘Tera de Marez Oyens’, in: Saar Roelofs, Tien componistenportretten, in woord en beeld. Toru Takemitsu, Olivier Messiaen, Ton de Leeuw, Jos Kunst, John Cage, Karel Goeyvaerts, Tera de Marez Oyens, Tristan Keuris, Ton Bruynel, Astor Piazzolla (Amsterdam 2000) 64-71.
  • Jacolien de Nooij, ‘Een sterke stem. De componiste Tera de Marez Oyens’, Biografie Bulletin 18 (2008) nr. 3, 21-24.

Website

Stichting Tera de Marez Oyens Fonds heeft een eigen website.

Illustratie

Tera de Marez Oyens, door Linette Raven, ca. 1997.

Auteur: Michael Baars

laatst gewijzigd: 20/02/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.