© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Martha Kist, Warners, Adriana, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Warners [27/02/2017]
WARNERS, Adriana, sinds 1935 bekend als Jeanne Adriana Wilhelmina Warners (geb. Leersum 3-8-1899 – gest. Frederiksoord 3-6-1986), wijkverpleegster, psychologe en oprichtster van zeemuseum Miramar. Dochter van Cornelis Jacobus Warners (1871-1940), predikant, en Johanna Willemina Frederika Niemann (1865-1954). Jeanne Warners bleef ongehuwd.
Adriana (roepnaam Jeanne) Warners werd geboren als oudste dochter in een Nederlands-hervormd predikantengezin. Zoals vaker het geval is bij domineesgezinnen, verhuisden ze geregeld. Kort na de geboorte van Jeannes oudste broer (1900) vertrok het gezin naar Nieuw-Vennep, waar nog twee broers werden geboren. In 1910 werd haar vader beroepen als eerste vlootpredikant in Den Helder.
Lelijk eendje
Als jong meisje moest Jeanne vanwege een vergroeiing van de ruggegraat (scoliose) in een gipsbed slapen en op school in een speciale bank zitten. Ze werd daarmee gepest. In haar hbs-tijd had haar vader grote problemen met zijn werk. De spanningen liepen thuis zo hoog op dat Jeanne last kreeg van zware hoofdpijnen en geen eindexamen kon doen. Ze vond zichzelf een lelijk eendje en had volgens eigen zeggen een minderwaardigheidscomplex. Haar broers mochten een universitaire studie volgen maar voor Jeanne zagen haar ouders alleen een toekomst binnen huis en gezin weggelegd: een beroepsopleiding vonden ze niet nodig.
In 1920 verliet Jeanne het ouderlijk huis om hulp in de huishouding te worden bij een familie in Huis ter Heide. Vanaf het moment dat ze op eigen benen stond, bleek ze over een enorme werklust en dadendrang te beschikken. Ze wilde haar leven aanwenden om haar naasten bij te staan, zo vermeldt ze in haar dagboeken. Daarom begon ze in 1926 een opleiding tot verpleegster aan het University College Hospital in Londen. Vanwege de hoge kosten zette ze haar verpleegstersopleiding na drie maanden voort aan het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam. Later haalde ze aanvullende diploma’s voor wijkverpleegster en zuigelingenverzorgster.
Warners, die zich pertinent als ‘juffrouw Warners’ liet aanspreken, kreeg in 1932 haar eerste baan als wijkverpleegster bij het Witte Kruis in Gorssel. In 1935 liet ze via de rechtbank in Zutphen haar enige voornaam Adriana veranderen in Jeanne Adriana Wilhelmina: de eerste naam was die van haar grootmoeder van vaderszijde, de laatste haar moeders roepnaam. Tegelijk bleef ze haar kennis en kunde ontwikkelen. Omdat ze bij de kinderpolitie wilde gaan werken, volgde ze vanuit Gorssel een éénjarige politie-opleiding en begon ze aan een opleiding tot inspecteur, die ze vanwege ziekte niet voltooide. In Gorssel raakte ze in contact met Frits Portielje, dierkundige in Artis, en via hem ontmoette ze ook de befaamde bioloog Hugo de Vries. Door deze contacten werd bij Jeanne Warners de kiem gelegd van haar interesse voor het onderzeese planten- en dierenrijk.
Na de vrij plotselinge dood van haar vader in 1940 nam Jeanne Warners ontslag en trok ze in bij haar moeder in Oosterbeek (Beukenlaan 12) om voor haar te zorgen. In deze tijd begon ze een studie psychologie in Utrecht, die ze in 1944 moest stopzetten omdat de treinreizen steeds moeilijker werden. Ze was zo goed als afgestudeerd en begon nu een praktijk als psychologe aan huis. Eind 1944 werden Jeanne en haar moeder naar Sint Johannesga (Friesland) geëvacueerd. Daar raakte ze betrokken bij de illegaliteit.
Miramar
In de naoorlogse jaren probeerde juffrouw Warners haar karige inkomen als psychologe aan te vullen met lezingen aan onder meer de politie en de Arnhemse volksuniversiteit, en met het geven van Engelse les. In de zomer van 1953 organiseerde ze een speelgoedinzamelingsactie voor de getroffen kinderen van de watersnoodramp in Zeeland.
Na de dood van haar moeder (eind 1954) maakte de inmiddels 55-jarige Jeanne Warners een reis naar de Balearen. Daar vond ze een schelp: de stekelhoorn of Bolinus brandaris. Over die avond schreef ze in haar memoires: ‘Doelbewust deze onbekende schoonheid voor de ander te verzamelen, zodat ook zij ervan zouden kunnen genieten, bouwde ik […] in gedachten aan een zeemuseum in Nederland’ (april 1955). Enkele maanden later keerde ze terug met twaalf koffers aan vondsten. Ze volgde eind 1955 gedurende een week lessen bij dr. C.O. van Regteren Altena, conservator aan het Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie te Leiden om haar schelpen te kunnen classificeren. Op 14 april 1956 werd in haar woning aan de Beukenlaan in Oosterbeek ‘Zeemuseum Miramar’ (‘aanschouw de zee’) geopend. Vanaf dat moment was Warners bijna iedere winter in het buitenland om nieuwe schelpen en andere interessante naturalia te verzamelen voor Miramar. Zo nam ze in 1959 een levende aap mee uit Afrika: een meerkat die ze Kabouter noemde. In totaal bezocht ze meer dan tachtig landen over alle continenten. Ze noemde zichzelf een ‘zwerfster’.
De verzameling groeide dusdanig dat Warners vanaf 1960 op zoek ging naar een groter onderkomen voor haar museum. Problemen met haar huisbaas maakten een verhuizing urgent. De burgemeester van het Drentse Vledder, die toevallig net in die tijd onder de indruk was geraakt van haar verzameling, kwam haar te hulp: vanaf 1 april 1966 kon juffrouw Warners haar zeemuseum Miramar voortzetten buiten Vledder, langs de weg naar Frederiksoord. Ook aap Kabouter, in 1964 doodgegaan en daarna opgezet, verhuisde mee. Tot haar dood bleef Jeanne Warners als directrice-conservatrice haar museum beheren. Ze stierf op 3 juni 1986 in Frederiksoord, in de ouderdom van 86 jaar.
Reputatie
De in 1984 opgerichte Stichting Vrienden van Miramar (nu Stichting Zeemuseum Miramar), heeft na de dood van Jeanne Warners het beheer over het museum overgenomen. Juffrouw Warners had de potentie om mensen voor haar doelen te mobiliseren, maar haar starheid en moeilijke karakter stonden een soepele samenwerking in de weg.
Archivalia
Zeemuseum Miramar, Vledder: archief van Jeanne Warners en het door haar verzamelde museale archief. Zie: Inventaris van het Oud Archief van Zeemuseum Miramar 1899-1986 door J.D. van der Tuin (Steenwijk 1998 – bijgewerkt 2003) [12 p., ongepubliceerd]; Typoscript Kabouter.
Literatuur
- ‘Er ligt een haai in de serre’, Libelle, 4-8-1956, 20-22.
- ‘Jeanne Warners droomt van schelpenmuseum’, Het Vrije Volk, 20-9-1961.
- ‘Een schelp gaf haar levensloop een heel andere richting’, Nieuwsblad van het Noorden, 26-11-1964.
- ‘Zeemuseum te Vledder’, Van Gewest tot Gewest, 14-4-1966 [tv-documentaire NOS].
- ‘Exotische schelpen op tentoonstelling in Den Bosch’, 21-10-1961 [bioscoopjournaal, Polygoon Holland Nieuws].
- ‘Eigenaresse van “Miramar”: Zeemuseum in Vledder mislukking’, Nieuwsblad van het Noorden, 10-3-1977.
- ‘Een zeemuseum in Frederiksoord’, Leeuwarder Courant, 8-9-1979.
- J.D. van der Tuin, Leven en werk van Jeanne Adriana Wilhelmina Warners (1899-1986), oprichtster van Zeemuseum Miramar (Vledder z.j. [1999]).
- J.D. van der Tuin, De blauwe dame. Leven en werk van Jeanne A.W. Warners (1899-1986), stichtster van Miramar zeemuseum (Vledder 2003).
Illustratie
Jeanne Warners in haar museum te Oosterbeek na terugkeer van een reis, door onbekende fotograaf, 1963 (Zeemuseum Miramar, Vledder).
Auteur: Martha Kist
laatst gewijzigd: 27/02/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.