Wassenbergh, Anna Clarissa Maria (1771-1834)

 
English | Nederlands

WASSENBERGH, Anna Clarissa Maria (geb. Amsterdam 15-2-1771 – gest. Leiden 22-4-1834), gelegenheidsdichteres. Dochter van Adam Langenhert Wassenbergh (1740-1806), papierkoper, en Camilla Johanna Maria Masurel (1747-1810). Anna Wassenbergh trouwde (1) op 20-3-1793 in Amsterdam met Jacobus Catharinus Cornelis den Beer Poortugael (1775-1813), procureur en advocaat; (2) in of na 1813 met Jacob Adriaans Ockersse Consul. Uit huwelijk (1) werden 2 zoons en 1 dochter geboren; (2) bleef waarschijnlijk kinderloos.

Anna Clarissa Maria Wassenbergh was het oudste van de zeven kinderen van de papierkoper Adam Wassenbergh en Camilla Masurel. Haar vader kwam uit een predikantengezin in Lekkum (Friesland), haar moeder zou – van moederszijde – afstammen van het Venetiaanse ‘oud-adellijk geslacht der Campi’s’ (Den Beer Poortugael, 13). Anna Wassenbergh groeide op in Amsterdam. In 1793 trouwde ze er met de Schiedamse burgemeesterszoon Jacobus den Beer Poortugael, die juist dat jaar zijn doctorsgraad in de rechten had behaald in Harderwijk. Het echtpaar vestigde zich in Amsterdam, waar Jacobus procureur werd en waar hun eerste kind, Leonarda Wilhelmina (1794-1876) werd geboren. Een paar jaar later werd Anna Wassenbergh regentes van het Burgerweeshuis. Net als haar man schreef ze gedichten en was ze werkend lid van het (patriotse) Amsteldamsch Dicht- en Letteroefenend Genootschap, dat in 1800 opging in de Bataafsche Maatschappij van Taal- en Dichtkunde, waar zij eveneens lid van was. Vrouwelijke collega’s in het Amsterdamse genootschap waren onder anderen Maria Petronella Woesthoven, Petronella Moens en Johanna Elisabeth Helmcke. De bundels van deze genootschappen bevatten echter geen werk van Wassenbergh.

Vanaf het moment dat haar patriotsgezinde echtgenoot tijdens de politieke woelingen van 1798 ontslagen werd, zijn hun verhuizingen lastig te volgen. Datzelfde jaar kwam zoon Adam Camillus Johannes Marius in Velsen ter wereld. In 1799 verhuisde het gezin naar huis Duinoog in Arnhem (Den Beer Poortugael, 7). Later zijn ze misschien naar Leiden verhuisd: daar althans werd hun zoon Diederik Jacobus (1800-1879) geboren. Weer later moet het gezin naar Gouda zijn gegaan, waar Jacobus den Beer Poortugael tot het stadsbestuur toetrad en waar hij in 1813 overleed.

Na de dood van haar man bleek de financiële situatie verre van riant, zodat Anna Wassenbergh haar beide zoons van de Latijnse school af moest halen. Beiden zouden beroepsmilitair worden. Zij hertrouwde op enig moment met een zekere Jacob Adriaans Ockersse Consul. Over hem en over hun huwelijk is niets bekend. Waarschijnlijk was hij een telg uit de omvangrijke Zeeuwse familie Ockers(s)e. Blijkens enkele brieven aan de uitgever J. Immerzeel – over een heruitgave van het dichtwerk van haar eerste man – woonde ze in de jaren 1820 in Amsterdam. De brieven zijn ondertekend ‘A.C.M. Ockersse Consul, geb. Wassenbergh’. Een van haar gedichten uit die tijd was aan haar zoon Diederik Jacobus gericht: ‘Daar bij het schuimend zilt der kabbelende baren/ Door ’t avondschoon vervuld en met mijn geest aan ’t waren,/ Voerde verbeelding mij op uw geboortegrond/ In Leidens oude vest, waar ’t eerst uw wiegje stond’ (1820; De Beer Poortugael, 18). In 1821 schreef ze een gedicht bij haar 25-jarig jubileum als regentes van het Amsterdamse Burgerweeshuis. Kennelijk was ze ook tijdens haar jarenlange verblijf elders regentes gebleven.

Door de jaren heen is Wassenbergh gedichten blijven schrijven, voornamelijk bij gebeurtenissen in de familie. Het leeuwendeel daarvan is ongepubliceerd gebleven. Anna Clarissa Maria Wassenbergh overleed op 23 april 1834 in Leiden – wellicht was ze daarheen verhuisd. In een niet ondertekende overlijdensadvertentie wordt ze de weduwe van J.C.C. den Beer Poortugael genoemd.

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: DTB, Dopen 112, 57r. DTB, Trouwen 637, p. 543 [Wassenbergh en Den Beer Poortugael].
  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: familieadvertenties Wassenbergh. Dossiers Wassenbergh; Den Beer Poortugael. Genealogie Den Beer Poortugael [depot G/Beer].
  • Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: brieven 1825-1827 van Wassenbergh aan J. Immerzeel [sign. 72 D 26].
  • Zeeuws Archief, Middelburg: toegang 284 (Archief fam. Den Beer Poortugael), o.a. inv. nrs. 8 (Gedichten van A.C.M. Wassenbergh), en 344 (Uitboezeming).

Werk

  • Aen mijnen vriend, den burger mr. Jan Antonij Jacobus Carré, bij gelegenheid van zijne ondertrouw met mijne geliefde zuster Catharina Wassenbergh [...] 1796 (Amsterdam z.j. [1796]).
  • Uitboezeming, bij gelegenheid der vijf en twintigste verjaring mijne regentschap van het Burgerweeshuis dezer stad (Amsterdam 1821) [ex. in Zeeuws Archief].
  • Enkele (fragmenten van) gedichten staan afgedrukt in Den Beer Poortugael, ‘Levensbericht’. Verder werk van Wassenbergh is alleen in handschrift bekend: enkele gedichten bevinden zich in het Zeeuws Archief (Middelburg) en enkele albuminscripties in de verzameling alba amicorum van de Koninklijke Bibliotheek (Den Haag). Een gedicht ‘Ter zilvre bruilofte van den heere en mejufvrouw Coenraadts’ (1822) vindt men in Stadsarchief Amsterdam, toegang 520 (Fam. Alberdingk Thijm), inv. nr. 70.

Literatuur

  • J.C.C. den Beer Poortugael, ‘Levensbericht van Diederic Jacob den Beer Poortugael’, Handelingen en Meededelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde (Leiden 1880), Bijlage ‘Levensberichten’, 3-42, aldaar 13-20, 41-42.
  • Marleen de Vries, ‘Dichten is zilver, zwijgen is goud. Vrouwen in letterkundige genootschappen 1772-1800’, De Achttiende Eeuw 31 (1999) 187-213, aldaar 202.
  • Claudette Baar-de Weerd, Uw sekse en de onze. Vrouwen en genootschappen in Nederland en in ons omringende landen (1750-ca. 1810) (Hilversum 2009) 110.

Auteur: Anna de Haas

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.