© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Kees Kuiken, Wiertz, Wilhelmina, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Wiertz [13/04/2017]
WIERTZ, Wilhelmina (geb. Baarn 4-8-1914 – gest. na 27-3-2008), sekteleidster. Dochter van Johannes Leonardus Wiertz (1888-1968), machinist, en Gerritje Roozendaal (1891-1951). Mien Wiertz woonde vanaf 1942 samen met Louwrens Voorthuijzen (1898-1968), sekteleider. Uit deze relatie werden 2 zoons geboren.
Mientje Wiertz groeide op als tweede van vijf kinderen in een niet-gelovig spoorweggezin. ‘Bemoei je nooit met God, want God is een monster’, zou haar vader hebben gezegd (gecit. De Mari, 23-12-1972). Mientje ging naar school in Almelo en verhuisde in 1934 naar Amsterdam-Oost, waar ze als huishoudster ging werken. Op introductie van haar buurvrouw Greet Schutte bezocht ze in 1939 een huiskamerbijeenkomst van de evangelist en palingvisser Lou Voorthuijzen, die indruk op haar maakte met zijn verhalen over godsdienstige visioenen. Hij had in 1927 voor het eerst een ‘Godsteken’ gekregen. Wiertz liet zich door twee volgelingen dopen aan de dijk bij Durgerdam. Toen haar toenmalige verloofde aangaf niets te voelen voor de ‘Lou-groep’, verbrak ze de verloving.
Lou de Palingboer
Mien Wiertz, met haar vlotte verschijning een buitenbeentje in de groep, kreeg een relatie met de zeventien jaar oudere Voorthuijzen, een boerenzoon van christelijk-gereformeerde huize, gehuwd met een rijke boerendochter. Toen Voorthuijzens vrouw erachter kwam, verliet ze hem. In maart 1942 trok Mien Wiertz in bij Voorthuijzen, die in Muiden woonde. De in september 1942 uitgesproken echtscheiding liet hem berooid achter, maar na verloop van tijd bouwde hij als de welbespraakte Lou de Palingboer een nieuw bestaan op. Vanachter zijn kraam op de Amsterdamse Dappermarkt hield hij zijn preken.
Wiertz en Voorthuijzen zijn nooit getrouwd – ‘Adam en Eva hadden ook geen stadhuis’, placht Lou te zeggen, maar de in 1949 geboren zoon Lourens werd wel door hem erkend. Toen Mien Wiertz in 1950 opnieuw zwanger was maar met roodvonk in het ziekenhuis lag, vertelde Voorthuijzen haar dat hij een tweede Godsteken had gekregen: hij had ‘de Satan in zichzelf overwonnen’ (gecit. Andere Tijden). Wiertz genas, kreeg in september een gezonde zoon (Jan) en wist nu zeker dat Voorthuijzen, die ziekte en dood versloeg, zelf God was geworden. Voorthuijzen liet zich dit graag aanleunen. Op de markt verkondigde hij: ‘De oude geest is overwonnen, hier staat het opstandingslichaam van Jezus Christus met zijn nieuwe naam Lou!’ (Andere Tijden).
Volgens verschillende biografen van Lou de Palingboer was Mien Wiertz de drijvende kracht achter zijn succes: zij organiseerde de bijeenkomsten, van huiskamerbijeenkomsten en hagenpreken op de markt, met nazit in een koffiehuis, tot wekelijkse en drukbezochte optredens in de Amsterdamse concertzaal Frascati. In 1957 verhuisde ze met hem en haar zoontjes naar een door een bewonderaar gekochte villa (Het Witte Huis) in Muiderberg en vanaf 1962 gaf ze het Maandblad Lou uit. Het Witte Huis in Muiderberg werd een soort commune of ashram waar de vaste of tijdelijke huisgenoten bij Lou mochten ‘aanliggen’ om zijn lichaamskracht te ‘doorvoelen’. In deze broeierige sfeer kreeg Wiertz nu en dan het verwijt dat ze Lou te veel ‘afschermde’ van zijn andere ‘metgezellinnen’, ‘aartsengelen’, ‘zonen’ en ‘dochters’.
‘Twintig verschrikkelijke jaren’
Begin jaren zestig doken Wiertz en Voorthuijzen onder omdat Lou de Palingboer als getuige of verdachte moest optreden in een reeks rechtszaken: doorgaans als echtbreker, maar soms omdat hij zijn aanhangers had ontraden een arts te raadplegen. Dit laatste had in 1955 geleid tot de dood van een kind. In 1965 kocht een van de ‘aartsengelen’ in America (Limburg) een arbeidershuisje dat het nieuwe hoofdkwartier van de sekte werd. Mien Wiertz, die op papier nog in Muiderberg woonde, reed door het dorp in een glimmende Mercedes en gekleed in een duur ogende bontjas. Lou zelf liet zich hier niet zien en trad ook nergens meer in het openbaar op. Begin 1968 verhuisde de groep naar Agimont aan de Belgisch-Franse grens. Daar werd Lou getroffen door een zware longontsteking, waaraan hij op 23 maart bezweek. Wiertz en de ‘Lou-mensen’ poogden een nacht lang hem tot leven te wekken door het roepen van ‘Lou kom terug!’ en door ‘aan te liggen’. Wiertz heeft Lou de Palingboer tenslotte laten begraven in Sclayn, niet ver van Agimont. Hierna gaf ze een persconferentie in Frascati onder het motto: ‘Lou leeft!’.
In mei 1968, kort na de begrafenis, liet Wiertz zich inschrijven in America. Van 1971 tot 1974 bewoonde ze met veertig volgelingen, onder wie haar zoons, een boerderij in Kasterlee bij Turnhout. Hun hoop dat Lou in 1972 uit de doden zou opstaan, kwam niet uit. Wiertz stortte in en verbleef twee maanden in een psychiatrische kliniek, zoals ze in december van dat jaar in een vraaggesprek met De Telegraaf onthulde. Ze had plannen om een camping in Spanje te beginnen. ‘Ik heb twintig verschrikkelijke jaren achter de rug. De laatste twee jaar ben ik meer ziek dan gezond geweest. Ik zou nog veel meer voor Lou, mijn allesomvattende droom, over hebben als hij vandaag terug zou keren’. Zo vatte Mien Wiertz in 1972 haar leven met Lou samen (gecit. De Mari, 29-12-1972). In een lang vraaggesprek met journalist Henk de Mari haalde ze fel uit naar vroegere huisgenoten, die haar en haar jonge zoontjes naar het leven zouden hebben gestaan.
Van 1974 tot 1984 woonde Wiertz weer in America en daarna voor korte perioden in Grashoek in de Peel, in Woudrichem, en in een benedenhuis aan de Amsterdamse Kennedylaan. In 1990 keerde ze terug naar Muiden. Of – en hoelang – ze daar nog leiding aan oude getrouwen gaf, is onduidelijk. In 2004 werd de inmiddels negentigjarige Wiertz in Figueres (Catalonië) geïnterviewd voor het VPRO-televisieprogramma Andere Tijden, maar ze kwam nauwelijks aan het woord – de zakenman/aanhanger Paul Kuijl sprak namens haar. Opvallend was het zegenende handgebaar waarmee ze haar weinige woorden begeleidde – alsof ze een incarnatie was van de Almachtige Christus uit de Oosters-Orthodoxe traditie. Haar zoon Jan vertelde het Reformatorisch Dagblad in maart 2008 dat zijn moeder nog in Spanje verbleef. Dit is het laatste dat over haar bekend is.
Reputatie
Mien Wiertz heeft onmiskenbaar een belangrijke rol gespeeld in de sekte van Lou de Palingboer. Uit de beschikbare bronnen concludeert het Biografisch Woordenboek van Nederland (1989) dat Lou pas na herhaald aandringen van Mien erkende dat hij Christus was. Dat baarde voldoende opzien om uiteindelijk zo’n zeshonderd gelovigen tot de Lou-beweging te bekeren. ‘De vrouw van Lou nam in die tijd steeds meer de leiding over’, stelt een voormalige ‘metgezellin’ (gecit. Rozema). ‘Miens rol werd allengs belangrijker’, vindt ook Durk Hak (BLGNP). Bijzonder cynisch is het oordeel van historicus Peter Bak (2010) op www.protestant.nu: ze ‘raakte onder de bekoring van Lou’s uitstraling, zonder dat de emotie haar volledig op sleeptouw nam. Daarvoor was “Mientje”, vrouw van bescheiden komaf en scholing, te gehaaid. In Lou’s verbale en bovennatuurlijke gaven zag zij een breekijzer naar een beter leven, met aanzien en status’. In het Witte Huis zwaaide zij volgens Bak de scepter en voelde Lou zich ‘de gevangene van zijn sekte’.
Het leven van Wiertz en Voorthuijzen is bewerkt voor toneel (1998) en als musical (2006).
Naslagwerken
BLGNP (Voorthuijzen); BWN (Voorthuijzen).
Archivalia
Stadsarchief Amsterdam: archiefkaarten Johannes Leonard Wiertz en Wilhelmina Wiertz.
Literatuur
- Dick Schaap, ‘Als Lou niet terugkomt, is alles zinloos’, Het Vrije Volk 1-11-1969.
- Henk de Mari, ‘Twintig jaar leven met Lou de palingboer’, De Telegraaf, 23-12-1972, 28-12-1972 en 29-12-1972.
- Hay Mulders, ‘Lou de Palingboer. Ooit God in America’ (januari 2000) [URL www.hephorst.nl/LOUPAL01.HTM; geraadpleegd 13-3-2017).
- ‘De God die Louw heette’, Andere Tijden, 23-3-2005 [URL http://anderetijden.nl/programma/1/Andere-Tijden/aflevering/434/De-God-die-Lou-heette; geraadpleegd 13-3-2017].
- ‘Lou de Palingboer en Mien krijgen hun eigen musical’, Trouw, 12-9-2006.
- J. van ’t Hull, ‘Lou de Palingboer, de troebele profeet’, Reformatorisch Dagblad, 27-3-2008.
- Peter Bak, ‘Lou de palingboer’, 27-12-2010 [URL www.protestant.nu/Encyclopedie/tabid/359/Page/Lou de Palingboer/Default.aspx; geraadpleegd 13-3-2017).
- Jo en Rudolf Vorstermans, Lou, de Christus uit Muiden (Zoetermeer 2013).
- Hilbrand Rozema, ‘Lou de Palingboer heeft nog altijd aanhang’, Nederlands Dagblad, 18-14-2014.
Illustratie
Mien Wiertz naast Lou de Palingboer, door Ron Kroon, 1967 (Nationaal Archief / Collectie Spaarnestad).
Auteur: Kees Kuiken
laatst gewijzigd: 13/04/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.