© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Els Kloek, Xhofleer, Anna Johanna Maria, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Xhofleer [11/01/2018]
XHOFLEER, Anna Johanna Maria (geb. Haarlem 14-8-1913 – gest. Amsterdam 7-9-2006), lady-crooner, jazz-zangeres. Dochter van Jan Xhofleer (1890-1935), muzikant, en Johanna Frederika Kortenaer (1891-1917). Anny Xhofleer trouwde (1) op 20-11-1940 in Amsterdam met Joseph René Chits, vooral bekend als Joop Lensky (geb. 1920), muzikant; (2) na echtscheiding (Amsterdam, 27-11-1941) op 30-11-1967 in Den Haag met Claude Robert Pallier (geb. 1928),muzikant. Beide huwelijken bleven kinderloos.
Anny Xhofleer was het oudste kind van Jan Xhofleer, muzikant uit Broekhuizen (Limburg), en zijn geliefde, Johanna Kortenaar. Ze kwam ter wereld in het voormalige Sint Elisabeth Gasthuis in Haarlem. Twee maanden na haar geboorte, op 14 oktober 1913, trouwden haar ouders in Amsterdam, maar het gezin woonde hierna op verschillende adressen in Den Haag en vanaf 1916 in Haarlem. Waarschijnlijk reisde haar vader als straatmuzikant door het land. In 1917 overleed Anny’s moeder en hertrouwde haar vader in Arnhem met de negentienjarige Theodora Petronella Zernits (1898?-1952). Tussen 1918 en 1920 en 1924 en 1925 woonden de Xhofleers weer in Den Haag, tussendoor in Arnhem. Vermoedelijk groeide Anny grotendeels in Arnhem op. Zeker is dat ze er in 1932 weer stond ingeschreven – haar vader verdiende er toen de kost als harmonicaspeler.
Lady-crooner of jazz-zangeres
In december 1936 komt de naam van Anny Xhofleer voor het eerst voor in het maandblad De Jazzwereld, al is haar naam fout gespeld. Het blad meldt dat de Nederlandse ‘lady-crooner’ Anny Hofleer met de band van Coleman Hawkins tot maart 1937 optreedt in Zwitserse wintersportplaatsen. Ze zou in Zwitserland bovendien in het huwelijk zijn getreden met de bekende pianist Martin Roman (Openneer, 28-29). Voor zover bekend zijn Xhofleer en Roman echter nooit getrouwd geweest: de Burgerlijke Stand bevat geen informatie over dit huwelijk en in de levensbeschrijvingen van Martin Roman (1910-1996), een Duitse-Joodse pianist die naar Nederland was gevlucht en na de oorlog naar de VS emigreerde, komt Anny niet voor.
Anny Xhofleer werkte tot aan de oorlog met diverse jazzorkesten. Zo nam ze in december 1937 met klarinettist Jean Omer en zijn orkest een plaat op (Someday sweetheart) en had ze erna met dit orkest een engagement bij de Brusselse club Le Boeuf sur le Toit. Bob Schrijver, recensent van De Jazzwereld, was juichend: ‘Naar Anny luistert men in bewonderende verbazing. Hebt ge ooit in Europa zulk een zuivere jazz-zang, zulk een stijl, in feite Chicago-zangstijl gehoord? Anny zingt van binnenuit’ (gecit. Openneer, 29). In recensies werd regelmatig opgemerkt dat ze dan wel een lady-crooner (refreinzangeres) heette, maar dat die benaming haar tekort deed: ze kon met recht een jazz-zangeres worden genoemd.
In het seizoen 1938-1939 trad Anny Xhofleer in zowel Den Haag als Brussel op met The Entertainers van pianist Joe Andy – in lovende besprekingen werd de intensiteit van haar zang met die van Billy Holiday vergeleken, en dat gold als een grote prestatie voor een blanke vocaliste. Met het orkest van Fud Candrix nam ze in 1939 haar tweede plaat op, met de nummers Could be en Between the devil and the deep blue sea. In die tijd begon ze op te treden met de Swing Aristocrats van tenorsaxofonist Johnny Fresco, waarin ook trompettist Joop Lensky en pianist Dolf van der Linden meespeelden. Haar roem groeide nu snel en ze kreeg engagementen in Duistland aangeboden maar ging hier niet op in, vermoedelijk omdat ze in deze tijd een verhouding had met de Joodse Joop Lensky – in november 1940 trouwde ze met hem. Wel bleef ze ook in België optreden. In april 1940 maakte ze in Brussel een plaat met Jack de Vries’ Internationals. Dit keer was het een Nederlandstalig nummer dat ze opnam: De avond in het duister.
Het huwelijk van Anny Xhofleer met Joop Lensky duurde slechts een jaar. In maart 1941 traden ze nog samen op in de Stadsgehoorzaal van Leiden, maar later in dat jaar melden advertenties dat ze optrad met een eigen band. Hoe Joop Lensky de oorlog doorkwam, is niet bekend. Na 1945 emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij succes had als liedjesschrijver – de megahit Tossing and turning is van zijn hand. Anny Xhofleer bleef in de bezettingsjaren optreden. Ze deed mee aan muzikale revues, onder meer met de orkesten van Ernst van ’t Hof, John de Mol en Piet van Dijk. Vaak maakte ook Frans van Schaik, ‘de zingende zwerver’ (bekend van Ketelbinkie), deel uit van het programma. Vermoedelijk had Xhofleer in deze oorlogsjaren haar stijl aangepast – ze heette nu altijd refreinzangeres of ‘croonette’, nooit meer jazz-zangeres. Aan het eind van de oorlog maakte ze in de Amsterdamse club La Cubana furore met Bei mir bist du schön.
Na de oorlog
Na de bevrijding vertrok Anny Xhofleer naar België, waar ze nog altijd een grote naam had. In 1946 nam ze er een plaat op met het kwartet van mondharmonicaspeler Max Geldray, met Engelstalige liedjes als There I’ve said it again en Nancy. Niet lang hierna speelde ze ook met Toots Thielemans. In 1947 trad ze op in Frankrijk – ze werkte er samen met trompettist Barelli en nam ook een plaat met hem op. Tegen het eind van 1949 keerde ze terug naar Nederland om onderdeel te gaan uitmaken van het ensemble van Pia Beck. Naar aanleiding van een van hun optredens in de Amsterdamse club De Vliegende Hollander schreef journalist Wouter van Gool dat Xhofleer nog altijd tot de topklasse van vocalisten gerekend kon worden: ‘Ze is all-round van blues tot bebop’ (gecit. Openneer, 37). In 1950 verliet ze het combo van Pia Beck. Na met verschillende musici door Europa te hebben getoerd begon ze eind jaren vijftig haar eigen orkest: de Skyliners. Ze speelden onder meer voor Amerikaanse officiers in hun club bij de luchtbasis Paris-Orly (1959). In 1967 trouwde Xhofleer in Den Haag met een van de Skyliners: de Franse klarinettist Claude Pallier – zij was 54, hij 39. Vermoedelijk gingen ze in België wonen.
Wanneer zangeres Anny Xhofleer is opgehouden met optreden, is onduidelijk. In 1972 keerde ze terug naar Amsterdam, waar ze op een woonboot ging wonen. Later betrok ze een woning in Amsterdam-West. Over haar laatste jaren is niets bekend. Anny Xhofleer stierf op 7 september 2006, in de ouderdom van 93 jaar.
Reputatie
In de jaren dertig maakte Anny Xhofleer in Nederland en België naam als ‘the first lady of jazz’, en na de oorlog wist ze deze positie opnieuw in te nemen. Pia Beck roemt haar in haar memoires (1982) als een van de zangeressen die voor de oorlog veel bekendheid genoot. Veel lovender is de gitarist Eddy Christiani, die haar in zijn Het stond in de sterren (1969) een ‘jazz-zangeres pur sang’ noemt. ‘Ze swingde, ze knipte al met haar vingers toen Ella Fitzgerald het nog uit moest vinden’, aldus Christiani (112). Niettemin raakte Anny Xhofleer na 1950 snel in de vergetelheid.
Archivalia
- Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: persoonskaarten Xhofleer en Chits.
- Stadsarchief Amsterdam: persoonskaarten.
- Haags Archief: Bevolkingsregister.
- Gelders Archief: personen (Xhofleer, Zernits).
Literatuur
- Eddy Christiani, Het stond in de sterren (Assen 1969) 111-112, 161.
- Pia Beck, De Pia Beck Story (Amsterdam 1982)
- Herman Openneer, ‘Anny Xhofleer’, NJA/Jazz Archief Bulletin 12 (1994) juni, 28-40
- Ray Gale, ‘Magic times on estate for early rocker’, Nottingham Evening Post, 6-3-2010, 14 [Gallier en zijn ‘vocalist wife’ in 1959 in de club Orly-Paris].
Illustratie
Anny Xhofleer, door Wouter van Gool, 1957 (Nederlands Jazz Archief).
Auteur: Els Kloek
laatst gewijzigd: 11/01/2018
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.