© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Tim Graas, Zeijst, Anna Maria Elisabeth van, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Zeijst [03/10/2017]
ZEIJST, Anna Maria Elisabeth van, vooral bekend als Zuster Theofoor (geb. Utrecht 28-12-1906 – gest. Baarn 16-2-1988), ontwerpster/vormgeefster en kunstenares. Dochter van Johannes Abraham Bernardus van Zeijst (1880-1956), juwelier, en Aletta Hermina Maria Goosselink (1870-1951). Anna van Zeijst bleef ongehuwd.
Ans (ook Annie) groeide met twee oudere broers op in een rooms-katholiek gezin. Haar vader en grootvader waren eigenaar van de bekende juwelierszaak Cral in het centrum van Utrecht. Na het behalen van haar mulodiploma (1922) zat ze enige tijd op het pensionaat Jeruzalem van de zusters Ursulinen te Venray, dat een internationale reputatie had. Hierna volgde ze lessen aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en de kunstnijverheidsschool Kunstoefening in Arnhem – het exacte tijdsverloop is onduidelijk.
Communicatie en reclame
Rond 1930 kreeg Ans van Zeijst een baan als ontwerpster aangeboden bij de zilverfabriek van Gerritsen & Van Kempen in Zeist – als eerste ontwierp ze er serviezen en bestek in een moderne strakke stijl. Om zich verder te bekwamen volgde zij in 1931 voor een half jaar een opleiding aan de Fachschule für die Edelmetall-Industrie in Hanau (Duitsland).
Onder invloed van haar broer Henri, die monnik was, besloot Van Zeijst in 1933 gehoor te geven aan haar religieuze roeping en haar baan bij de zilverfabriek op te zeggen. Ze was in contact gekomen met Vita et Pax, een stichting van de Benedictinessen Olivetanen die opereerde vanuit het klooster Regina Pacis in Schotenhof (bij Antwerpen). In 1934 trad zij daar in als oblate (lekenzuster) onder de naam van Zuster Théophore. Na haar wijding in Rome (1935) werkte zij voor een nieuwe vestiging van haar orde in Cockfosters (Londen), waar zij de leiding had over een kunstschool en zich ontwikkelde tot allround vormgeefster: ze verzorgde er onder meer het drukwerk, ontwierp meubilair en richtte kapellen in.
In 1939 trok Ans van Zeijst zich terug uit de orde. Het jaar daarop haalde ze aan de Antwerpse Vakschool voor Kunstambachten haar diploma publiciteitskunst, waarna ze als zelfstandig ontwerpster aan de Biltstraat in Utrecht een bureau voor communicatie en reclame begon. Zij werd lid van het Utrechtse genootschap Kunstliefde en participeerde met onder andere affiches, boekbanden en miniaturen in enkele exposities. In de oorlogsjaren ontwierp Van Zeijst voornamelijk klein drukwerk, zoals overlijdenskaartjes voor katholieke particulieren, en daarnaast reclamemateriaal voor de Utrechtse Jaarbeurs en affiches voor Philips. Ter ere van de bevrijding richtte ze etalages in voor verschillende Utrechtse winkeliers.
In de naoorlogse jaren breidden de activiteiten van Van Zeijst zich gestaag uit. Zij werd vooral gevraagd binnen het katholieke milieu. Zo ontwierp ze in 1948 voor het aartsbisdom de decoraties ter gelegenheid van de inhuldiging van kardinaal J. de Jong en werd ze de vaste ontwerper van de Katholieke Arbeiders Beweging (KAB), waarvoor zij de ‘koppenserie’ maakte: een reeks landelijk verspreide affiches met portretkoppen. Verder werkte ze voor katholieke organisaties en instellingen als de Katholieke Actie, het Katholiek Thuisfront, Herwonnen Levenskracht, de Mater Amabilis-scholen (R.K. huishoudscholen), de Gidsen (R.K. scouting voor meisjes), de Diocesane Kostersbond, de Katholieke Vereniging tot Bevordering van de Volksgezondheid en tot Bestrijding van Volksziekten, en de Union internationale des Ligues Féminines Catholiques. Voor katholieke auteurs als Anton van Duinkerken en Dick Ouwendijk ontwierp zij boekomslagen, voor allerlei katholieke bladen verzorgde zij de lay-out. Via architect Gerrit Rietveld kreeg ze in 1950 de opdracht voor een metersgrote gefiguurzaagde landkaart voor de Holland Fair in Philadelphia. In deze jaren reisde zij onder andere naar Italië, Spanje en – met Utrechtse kunstenaarsvrienden – Noorwegen.
Zuster Theofoor
Rond 1950 ontving Ans van Zeijst een opdracht voor een wervingsfolder voor het klooster van de Monialen Augustinessen te Maarssen. Zij besloot bij deze contemplatieve orde met strenge regels in te treden. Haar inkleding vond plaats op 5 oktober 1952 – ze nam haar oude kloosternaam aan, vernederlandst tot Theofoor. Aanvankelijk kreeg ze weinig kans om haar vak uit te oefenen, maar dit veranderde gaandeweg. De opdrachten kwamen bijna uitsluitend uit katholieke hoek en profaan werk deed ze niet meer. Als anoniem werkende kloosterkunstenares signeerde Theofoor voortaan niet meer met haar eigen naam maar met Mon. Aug, naar de orde waartoe zij behoorde. Doordat andere zusters soms meewerkten in de uitvoering van haar ontwerpen werd deze signatuur ook een soort ‘merknaam’. Er kwam een atelier voor de vervaardiging van door Theofoor ontworpen kerkelijke gewaden en na verloop van tijd was het werk van Theofoor en haar medezusters de belangrijkste inkomstenbron van het klooster.
In 1960 verhuisden de zusters naar een nieuw klooster in het nabijgelegen Werkhoven, dat de toepasselijke naam Gods Werkhof kreeg, bedacht door Theofoor. Het klooster en de inrichting van de kapel waren modern en grotendeels naar haar idee en ontwerp. De vernieuwingsbeweging binnen de katholieke kerk in de jaren zestig bood de zusters meer bewegingsvrijheid en Theofoor kreeg nu ook gelegenheid vrij werk te maken. Zo ontstond er een reeks schilderijen in een abstracte stijl, geïnspireerd door het gedachtengoed van Pierre Teilhard de Chardin, die de christelijke scheppingsleer trachtte te verzoenen met de evolutietheorie. Typisch voor die tijd waren haar wandtapijten met maatschappelijk geëngageerde thema’s, zoals gerechtigheid en vrede. In die jaren golden Theofoor en haar klooster in katholiek kringen als een betrouwbaar adres voor kerkelijke en religieuze kunst, in de meest brede zin.
Tot aan het einde van de jaren zeventig bleef Zuster Theofoor actief. Toen namen haar krachten af. In de laatste jaren van haar leven verviel zij tot een toestand van toenemende verwarring en hulpbehoevendheid. Zij overleed in 1988 op 81-jarige leeftijd in verpleeghuis Sint Elisabeth te Lage Vuursche en werd op het door haar ontworpen kloosterkerkhof in Werkhoven begraven. Na de sluiting van het klooster (1997) werd zij met andere zusters herbegraven in een collectief graf op de R.K. Begraafplaats Sint Petrus Banden te Driebergen-Rijsenburg.
Betekenis
Ans van Zeijst/zuster Theofoor was en is geen grote naam in de kunstenaarswereld en de kunsthistorische literatuur. Zij werkte in de relatieve anonimiteit van het klooster en zocht de publiciteit niet. Haar werk zal echter bij velen van de oudere generatie katholieken een ‘aha-erlebnis’ teweegbrengen. Zuster Theofoor kan worden beschouwd als dé vormgever van de naoorlogse katholieke wederopbouw in Nederland. In 2002 kreeg zij in de reeks Utrechtse biografieën: het Kromme Rijngebied een lemma, geschreven door S. van Ginkel-Meester.
Naslagwerken
Groot; Jacobs (2000); Scheen (1970); Utrechtse biografieën.
Archivalia
- Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, Sint Agatha: archief Monialen Augustinessen, Persoonsarchief zuster Theofoor van Zeijst.
- Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen: archief Ans van Zeijst/zuster Theofoor.
- Archief priorij Regina Pacis, Schotenhof (België): dossier nr. 135 (ledenregister), oblatenarchief nr. 292.
Werk
Werk van Ans van Zeijst bevindt zich met name in conferentiecentrum Samaya (het vroegere klooster Gods Werkhof) te Werkhoven, woonzorgcentrum ECR De Horst te Huis ter Heide en Museum Catharijneconvent te Utrecht.
Literatuur
- P.K., ‘Een medewerkster aan de “Holland Fair”: Een bezoek aan Ans van Zeijst, grafisch ontwerpster’, Beatrijs. Katholiek Weekblad voor de Vrouw, 14-4-1950, 34-36.
- Lenie Vierkens, ‘Ans van Zeyst en haar grafisch werk’, De Vrouw en haar Huis 45 (1951) 170-173.
- Gertrudis Maassen e.a., Monialen Augustinessen te Werkhoven (Amstelveen 1985) 57-58, 108-109.
- Casper Staal, ‘Ans van Zeijst – Zuster Theofoor. Een Utrechts kunstenaarsarchief’, Nobel Magazine. Beeldende kunst in Utrecht vanaf 1900 3 (2006) nr. 2, 3-6.
- Tim Graas, ‘Ans van Zeijst alias zuster Theofoor (1906-1988). Een bijna vergeten ontwerpster van modern zilver’, De Stavelij Jaarboek (2013) 124-132.
- Tim Graas, ‘Kunstenaressen binnen de kloostermuren. Schilderende, beeldhouwende en vormgevende zusters in Nederland’, in: Joep van Gennip, Vefie Poels en Marie-Antoinette Willemsen red., Creatie en recreatie. Cultuur en ontspanning in het kloosterleven. (Hilversum 2014) 78-83, 100.
- Tim Graas, Ans van Zeijst/Zuster Theofoor (1906-1988). Vormgeefster van de katholieke naoorlogse wederopbouw, tentoonstellingscatalogus Katholiek Documentatie Centrum (Nijmegen 2015).
- Mieke Tollenaar, Het werk van zuster Theofoor in de voormalige priorij Gods Werkhof (Werkhoven 2016).
Illustratie:
- Ans van Zeijst (zuster Theofoor) in het door haar ontworpen habijt, door Ad Kon, ca. 1965 (particuliere collectie).
- Ans van Zeijst, affiche in opdracht van het Katholiek Thuisfront en bestemd voor ‘onze jongens’ ten tijde van de Indonesische Onafhankelijksoorlog, ca. 1946 (Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen).
Auteur: Tim Graas
laatst gewijzigd: 03/10/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.