© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Ghoor, Maria van der, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/ghoor [13/01/2014]
GHOOR, Maria van der, ook bekend als Mariken Joosten (gest. Ommel, ten zuiden van Helmond, ca.1556), stichteres van het klooster Mariaschoot. Dochter van Joost van der Ghoor. Zij bleef ongehuwd.
Maria van der Ghoor wordt als stichteres van het Ommelse klooster Mariaschoot in 1539 beschouwd, maar ook haar zuster Jutken, nadien ingetreden, was bij de stichting van dit klooster betrokken. Omdat er een verbod gold op de vestiging van nieuwe kloosters, vroegen de beide zussen Wolfert Brederode, heer van Asten, om medewerking voor de vestiging van het nieuwe convent. De bisschop van Luik gaf vervolgens in het jaar 1539 zijn toestemming. Hij stelde Maria van der Ghoor aan tot Moeder. Het klooster werd ingericht volgens de derde regel van Franciscus, die grote nadruk legt op armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid.
De stichting van het klooster Mariaschoot kan niet los gezien worden van de verering van het miraculeuze Mariabeeld in de Ommelse kapel, die moet dateren van het begin van de vijftiende eeuw. In 1444 werd in deze kapel een altaar voor Maria opgericht, waarna Ommel een belangrijk bedevaartsoord werd. Deze kapel bevatte een miraculeus ivoren Mariabeeld. Over dit beeld zijn verschillende legendes bekend. Het zou oorspronkelijk zijn gevonden langs de kant van de weg. Nadat het vandaar was meegenomen naar Asten, keerde het beeld tot driemaal toe op eigen houtje terug naar Ommel. Later zou een schipper te Ommel een kapel gesticht hebben op de oorspronkelijke vindplaats van het beeld omdat Maria hem gered had op zee. Een variant van de legende werd door de rector van het klooster Mariaschoot, Dierick van Zeylberch genoteerd in zijn Cort verhael van de Mirakelen. Hij veronderstelt dat het beeld ooit bevestigd was geweest aan de afsluitpaal van een hek, en dat daar later de kapel voor het beeld zou zijn opgericht.
De overlevering meldt dat Maria van der Ghoor in deze kapel een visioen kreeg met de opdracht om een klooster op te richten ter ere van de Heilige Maagd. Dit visioen liet zij op schrift stellen samen met een overzicht van de wonderen en mirakelen die door tussenkomst van de Maagd in Ommel waren geschied. Maria van der Ghoor hield zich aan haar opdracht en stichtte het convent Mariaschoot, om daar in te wonen en den Heere Jezus Christus en zijne geliefde Moeder daarin getrouw te dienen’. De kapel deed tevens dienst als kloosterkerk voor de zusters. Sinds het bisschoppelijk decreet van 27 november 1598 hadden de zusters van Mariaschoot het bestuur van de kapel. In 1722 moesten de Franciscanessen het klooster echter overdragen aan de hervormde gemeente en in 1731 werden zij definitief door de schout uit het klooster gezet. De toen nog te Mariaschoot residerende zusters verhuisden naar Nunhem en namen het beeld mee.
In 1922 werden de resten van voormalige vrouwenklooster door een brand verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het processiepark Mariaoord, dat tot op heden een bedevaartsoord is.
Naslagwerken
NNBW.
Literatuur
- D. van den Zeylberch, Cort verhael van de mirakelen…geschiet inde capelle van Omel (Antwerpen 1613).
- F. A. Wichmans Brabantia mariana tripartita (Antwerpen 1632) [Liber III Cap. 70].
- Wonderen en mirakelen welk geschied zijn door de voorspraak van de heilige Maagd en Moeder Gods Maria in de kapel van Ommel, onder de gemeente Asten (St-Michiels-Gestel 1843).
- P. Dom en O.C.R de Jong, ‘Onze Lieve Vrouw van Ommel en het Klooster Mariaschoot. Bronnenpublicatie’, Bijdragen voor de Geschiedenis van de Provincie der Minderbroeders in de Nederlanden 10 (1958) 26-97.
- P.J. Margry e.a., Bedevaartplaatsen in Nederland 2 (Amsterdam 1998).
Redactie
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.