© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: René van Stipriaan, Heyns, Maria, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/heyns [13/01/2014]
HEYNS, Maria (geb. ca. 1615), prozaschrijfster, vertaalster van Montaigne.
Over het leven van Maria Heyns valt nauwelijks iets met zekerheid te zeggen, maar het lijkt aannemelijk dat zij familie was van de Zwolse drukker en boekverkoper Zacharias Heyns. Er is over haar slechts één hard dateerbaar biografisch feit bekend: zij verbleef op 28 augustus 1647 te Schoonhoven. Daar voltooide zij de opdracht aan Sibylle van Griethuysen die voorafgaat aan haar enig bekende werk: Bloemhof der doorluchte voorbeelden. De tekst van deze opdracht onthult nog wel iets meer over de persoon van de schrijfster. Zo wordt duidelijk dat ze de 26-jarige Sibylle van Griethuysen alleen kent van haar theologische beschouwing Spreeckende schildery (1646), een werk dat Maria kort tevoren was toegezonden. Maria geeft aan dat zij zelf slechts ‘weinig jaren meer’ telt dan Sibylle. Hoeveel jaren zijn ‘weinig jaren’? Twee, drie, vijf hooguit. Maar geen zeventien. Daarmee lijkt de enige ‘Maria Heyns’ die archiefonderzoek tot dusver (o.a. door Meeus) heeft opgeleverd – geboren in Kampen in 1604 – weinig kans te maken door te kunnen gaan voor de auteur van Bloemhof der doorluchte voorbeelden. Deze Maria Heyns was de dochter van Jacques Heyns, een schoolmeester te Kampen, die weer de broer was van Zacharias Heyns, een beroemd drukker, boekhandelaar en dichter te Zwolle. Er is in de Lauwerkrans op gewezen dat de Maria van de Bloemhof ook om andere redenen onmogelijk de dochter van deze Kampense schoolmeester kan zijn: in de opdrachttekst verklaarde zij dat ze nooit iemand gehad heeft ‘die mij in ’t wel stellen of Duits schrijven heeft onderwezen’. Maar deze uiting van bescheidenheid kan ons makkelijk op een dwaalspoor zetten. Het feit dat er zo’n intrigerend boek onder haar naam verscheen, bewijst immers het tegendeel.
De Bloemhof van Maria Heyns is een mengeling van historische anekdotiek, essays, emblemata, en recht toe recht aan moralisme, en dat alles in een soepel en ongekunsteld proza. Maar hoe bijzonder dit werk echt is valt nog nauwelijks te zeggen. Volgens handboekschrijver Jan te Winkel (1924) verdiende de bundel Bloemhof ‘meer belangstelling dan hij tot nog toe schijnt gevonden te hebben’. En daarin is tot op heden (anno 2006) niet veel veranderd. Nog altijd moeten we het doen met vluchtige waarnemingen, een lot dat ze deelt met andere literaire prozaschrijvers als bijvoorbeeld Jacobus Viverius en Jan de Brune de Jonge.
De lichtvoetige anekdotebundels Wetsteen der vernuften en Iok en ernst (beide uit 1644) van laatstgenoemde hebben Maria waarschijnlijk tot het schrijven en samenstellen van de Bloemhof geïnspireerd. Net als De Brune schreef Heyns thematische beschouwingen over een veelheid aan algemene onderwerpen als kuisheid, hoogmoed of verschillende vormen van onschuld. Deze beschouwingen bestaan vaak uit een rijgsnoer van navertelde verhalen uit het internationale standaardrepertoire van bijbelse, klassieke en historische legenden. Regelmatig lijkt er rechtstreeks vertaald te zijn naar een bestaande anekdotebundel, of naar de Essais (1580-1588) van Michel de Montaigne. De invloed van Montaigne wordt naarmate de bundel vordert steeds beter merkbaar. Het laatste kwart van de Bloemhof bestaat zelfs voornamelijk uit zo goed als letterlijke vertalingen van veelal complete essays van Montaigne. Een eerste analyse van de ontleningen aan Montaignes werkt levert de volgende vertalingen op: hoofdstuk 32 is vertaald naar Montaignes essay I, 24, hoofdstuk 35 naar essay II, 1, hoofdstuk 36 naar essay II, 10, hoofdstuk 37 naar essay II, 19, hoofdstuk 38 naar II, 32, hoofdstuk 39 naar II, 33, hoofdstuk 40 naar essay III, 1, hoofdstuk 41 (het voorlaatste) naar essay II, 36. Nooit eerder waren in één keer zoveel teksten van Montaigne in het Nederlands vertaald. Auteurs als Jacob Cats, Johan van Beverwijck en Johan de Brune hadden hier en daar Montaigne geciteerd, en al in de zestiende eeuw hadden Jan van Hout en H.L. Spiegel zelfs een en ander vertaald, maar deze vertaalexperimenten waren tot dan toe zonder serieus vervolg gebleven.
Opvallend is dat Maria Heyns ook essays uit de derde en laatste bundel van Montaigne vertaalde, waar de toon van de virtuoze aartstwijfelaar nog persoonlijker en intiemer is dan in het vroegere werk. In de bundel van Heyns wordt Montaignes ik-vorm gewoon gehandhaafd. Hoe de lezer Heyns’ eigen werk en de Montaigne-vertalingen nog kon scheiden is raadselachtig. Eerder in het werk is de auteur evenmin erg prominent aanwezig, maar dat het om een eigentijds persoon van Nederlandse herkomst gaat blijkt uit verwijzingen naar bijvoorbeeld H.L. Spiegel en Jacob Cats. Onder deze Nederlandse verwijzingen vallen die naar Zacharias Heyns het meest op; van hem zijn diverse emblemata, inclusief de picturae, opgenomen.
Omdat het werk van Zacharias Heyns te midden van de Nederlandse ontleningen in de Bloemhof zo de boventoon voert, roept dit opnieuw de vraag op of Maria niet nauw verwant was aan de omstreeks 1638 overleden drukker/dichter. Heeft ze wellicht een en ander van hem geërfd, bijvoorbeeld de originele etsplaten van de emblemen die in 1647 haar Bloemhof gingen sieren?
Naslagwerken
Lauwerkrans; NBAC.
Archivalia
Voor de eventueel relevante archivalia betreffende de in 1604 geboren Maria Heyns, zie de hieronder genoemde dissertatie van Hubert Meeus (1990).
Werk
Maria Heyns, Bloemhof der doorluchtige voorbeelden. Daer in door ware, vreemde en deftige geschiedenissen, leeringen en eygenschappen, alles dat de mensch tot nut en vermaek verstrekken kan, te bemerken is. Uit de schriften van Phil. Camerarius, Michiel de Montanje en andere schrijvers getrokken en vertaelt (Amsterdam 1647).
Literatuur
- Jan te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde 4 (2de druk; Haarlem 1924 ) 330-331.
- G.G. Ellerbroek, ‘Notes sur la fortune de Montaigne en Hollande’, Neophilologus 32 (1948) 49-54.
- Hubert Meeus, Zacharias Heyns, uitgever en toneelauteur. Bio-bibliografie met een uitgave en analyse van de Vriendts-spieghel (Leuven 1990) [ongepubliceerde dissertatie].
Illustratie
Titelpagina van de Bloemhof (UB Amsterdam).
Auteur: René van Stipriaan
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 262
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.