Reigersberch, Maria van (1620?-1673)

 
English | Nederlands

REIGERSBERCH, Maria van (geb. Veere 1620? – gest. Katwijk 1673), opdrachtgeefster van een opmerkelijk grafmonument. Dochter van Johan van Reigersberch (1577-1633), hoogbaljuw en vanaf 1609 rentmeester-generaal van Zeeland Bewester Schelde, en Jacomina of Jacobijntke de Waert (gest. 1657). Maria van Reigersberch trouwde in 1651 met Willem van Lyere, heer van Oosterwijk (1620?-1654) gecommitteerde ter Admiraliteit van Amsterdam en kapitein in Staatse dienst. Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 1 zoon geboren.

Maria was afkomstig uit een zeer rijke, maar niet adellijke familie. Zij trouwde in 1651 met Willem van Lyere, wiens vader (Willem van Lyere sr.) carrière had gemaakt als diplomaat en zich ‘heer van Oosterwijk en Berkenwoude’ mocht noemen. Op 28 februari 1654 werd Willem van Lyere jr. door de Staten met de heerlijkheid Katwijk beleend. Al heel snel erna, in oktober 1654, overleed hij onverwacht en gingen de heerlijke rechten van Katwijk over op Maria. Haar officiële titel luidde nu Vrouwe van de beide Catwijcken en ’t Zand en vrijwel meteen profileerde zij zich als een echte edelvrouwe met de voor de adel gebruikelijke belangstelling voor de eigen dynastie en het verleden. Ze gaf vooraanstaande schilders opdracht portretten van zichzelf en haar kinderen te maken. In 1655 vroeg zij Pieter Post, gerenommeerd architect in dienst van het stadhouderlijk hof, regenten en bestuurscolleges, een plan te maken voor de herbouw van kasteel Huis ’t Zant – een opdracht die nooit tot uitvoering is gekomen.

Rond 1660-1661 moet Maria opdracht gegeven hebben aan Rombout Verhulst om een grafmonument te ontwerpen voor een echtpaar in een voor de Nederlandse grafkunst onbekende enscenering. Zoals de conventie voorschreef ligt de man vooraan in vol ornaat te ‘slapen’, maar geheel nieuw is de modellering van de vrouw. Maria zelf ligt wel, maar haar hoofd is opgeheven en haar houding is melancholiek: het is het geruststellende beeld van een vrouw die waakt over haar man. Het dichtstbijzijnde voorbeeld van een vrouw in deze pose was het grafmonument in Parijs voor Valentine Balbiani, ontworpen door de bekende beeldhouwer Germain Pilon, die er in de jaren tachtig van de zestiende eeuw aan had gewerkt. Parijs was destijds toonaangevend voor zowel beeldhouwers als opdrachtgevers en speciaal dit grafmonument genoot al een zekere faam. Maria kan het met eigen ogen gezien hebben omdat haar tante Maria van Reigersberch, de vrouw van Hugo de Groot, lange tijd in Parijs heeft gewoond. Met dit ontwerp was de traditionele iconografie sterk veranderd: de vrouw krijgt optisch veel meer nadruk, en deze verschuiving zorgt voor een merkwaardige omkering van de gebruikelijke rolverdeling tussen man en vrouw.

Heel bescheiden en toch nadrukkelijk is Maria van Reigersberch in het monument aanwezig. Achter haar is de hele achterwand bedekt met kwartierstaten, familiewapens en een memoriebord met de – opgeklopte – titulatuur van zijn en haar familie. De boodschap is duidelijk: hier begint een succesvol geslacht. Zij eert niet alleen haar man maar ook zichzelf. Na haar dood is Maria zelf ook begraven in het familiegraf onder dit monument dat zich nog steeds in de N.H. kerk te Katwijk bevindt. Het is bijzonder dat zij zich heeft laten afbeelden vóórdat ze was overleden en dan ook nog in een herkenbaar portret. Slechts twee vrouwen in de Nederlanden hebben haar voorbeeld gevolgd: Anna van Ewsum en Josina van Loewenstein.

Literatuur

  • Adrianus Pars, Catti aborigines Batavorum, dat is: De katten de voorouders der Batavieren ofte de twee Katwijken, aan Zee en aan den Rijn. Van aantekeningen etc. voorzien door P. van der Schelling (Amsterdam 1745).
  • M.L.H. Eerdbeek-Claasen, ‘Het Zant en zijne bewoners’, Jaarboekje voor Geschiedenis en Oudheidkunde van Leiden en Rijnland 22 (1929-1930) 105-138.
  • Frits Scholten, ‘De dood als slaap verbeeld: grafmonumenten door Rombout Verhulst in Katwijk en Leiden en andere zeventiende-eeuwse grafsculptuur in Zuidhollandse kerken’, Bulletin van de Stichting Oude Hollandse kerken 46 (1998) 11-23.
  • J. Aalbers e.a., Heren van Stand: Van Wassenaer 1200-2000. Achthonderd jaar Nederlandse adelsgeschiedenis (Zoetermeer 2000).
  • Frits Scholten, Sumptuous memories: Studies in seventeenth-century Dutch tomb sculpture (Zwolle 2003).
  • Wil Tiemes, Weduwes en praalgraven. Een onderzoek naar drie vrouwen uit de Gouden Eeuw als opdrachtgeefster en als model [ongepubliceerde doctoraalscriptie Universiteit Utrecht 2004].

Illustratie

Detail van het grafmonument van Willem van Lyere en Maria van Reigersberch, ontworpen door Rombout Verhulst (N.H. kerk, Katwijk). Uit: Tiemes, Weduwes en praalgraven.

auteur: Wil Tiemes

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 273

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.