Helena Liefferts aan Constantijn Huygens
12 augustus, vermoedelijk 1641
2816
Bron: Universiteitsbibliotheek Leiden, Hug 37, Halling-Liefferts, brieven, 9

Transcriptie

Mijnheer,

Mijnheer hoe can ick Godt Almachtych genoech gedancken van Zijn genade dat hij mij soo gelucklick macht van U.Edele. doer dese bode te doen vragen hoe het is met mijn disposijcij voer mij. Ick dalicke U.Edele des vragens dat ghij op U.E. aldergeringst dinerese zijt dinckende. Hope dat Godt Almachtych mijnheer in langdurige gesonthijt sal laten contijenuweren, dat den eennege trost van een verlate wedue en wese als ick, ben ghij nyet te min voor mij soo vaderlijck soerche dracht. Ick gebruycke hyermede de vrijmoedijchit dese bryef van van dye van Eemerick U.E. eens toe te sende. Ick soude soo gerne U.Edele vorschrivens hebben, soo U.Edele dat goet vont, daer is in menich jaer nyet op betalt. U.Edele sal syen wat van de saeck te doen sal zijn. Och eest muegelijck comt, besoeckt U.E. dinners Hille eens, sij sal U.Edele met het wit rochsken verwachten, mij sal de meste eer van de werelt geschyede. Ondertusse sal Godt bydden U.Edele met de lieve kindere met gesonthit bij malcanders te late commen. Sal zijn en blijve, Mijnheer, U.E. aldergehorsamste dinners Helena Liefferts, wedue van den Scholtus Halling.

In grote hast, den 12 augustus.

[Adressering:] Mijnheer, mijnheer van Suylycom, Ridder, Raet, Cicritarus vat Sijn Hochijt tot Offelt in ‘t leger.

Ga terug naar de briefdetails