Helena Liefferts aan Constantijn Huygens
datum onbekend
2933
Bron: Universiteitsbibliotheek Leiden, Hug 37, Halling-Liefferts II brieven, 13
Transcriptie
Mijnheer,Mijnheer ick ben om Godts wil gebeden an U.Edele te scrive ende te bidde ofte het muegelijck waer dat dese erme gevanghe toch mochte worde geperdonnert. Och Lasij hij is van sulcke goede eerlijcke vrinde en hij is doer het quat geselschap verleyt. Waer ‘t muegelijck dat hij toch genade moechte crigen. De ruyter, bringer dese, heft de suster getrout die sulcke rou mackt dat het niet en is uut te spreken. Lat toch U.Edele goede stem gendeich voor hum zijn.
Vorders van min partijluyer moet ick wel U.Edele openbare dat eene tijt lang geleden een jongman van Horne, luytant van minheer Dorp mij gans importuinlick versoeckt, dat hebbende gans afgeslage, niettegenstande hij doer brieve van minheer Duerp an moeders en versoekt mij toch te segge dat ick dat niet en soude afslaen, want het soude portuer voor mij sijn. Hij waer van goede vrinde en den heer Veres en minheer Keseles waere van zijn naste vrinde die wel soude maken dat hij hast soude een comanije hebb, daerenboven dat hij goede medele te verwagten. Sinde van ons relyefe, maer het afsien is minheer daer sin twee cinders van sin ierste vrou, soo machte sij sooveel dat ick genen utwech en wosten, en seyde ick soude niet trouwe als met belyeve van mine eenege protectuer den heer van Suilicom. Soo het schint dat hij dit heeft opgenome naer dat ick an hum can merke en heft an den heer Verses en an minheer Cesels geschr. met U.Edele eens te comuniseere. Ick bid U.Edele gelieft voer U.E. dinners sooveel te doen en de saeck te onderta[?], want daer is soo veel angelege wel te troue. Ick soude het wel conne verlove, cost ick wese in U.Edele niet haer plats om U.Edele. dienen, toch het schint dat de vortuin mij soo gonstig niet en is. Ick bid om perdoin dat ick U.Edele ophou in dit coude weer van het lese van minne brief om Godts wil en Hille wil, rat mij toch ten beste van. Ick soude niet gern cijnder behileken. Ick blijve U.E. dineres en slaef.
[rechterbovenhoek:] Minheer tot U.E. dinst altit bereyt tot ter doet, Helena Lieffert wedue van Hallus. Ick bid om … [onleesbaar]
[Adressering:] Mijnheer, mijnheer van Suilicom, ridder, raet ciecritaris van Sin Hochijt in Schravenhagen.
Ga terug naar de briefdetails