Helena Liefferts aan Constantijn Huygens
13 mei [1642]
3086a
Bron: Universiteitsbibliotheek Leiden, Hug 37, Halling-Liefferts, brieven, 2

Transcriptie

Mijnheer,

Mijnheer, naer winsyng ales goets, ons rekomanderende in U.Edele goede grasij. Och ick had soo gehopt dat wij dit jaer met het vertreck van Sunt Andrijs soude vrij hebbe ghewest, maer ach lasij shet duerde niet lang, acht daghe daernaer, naer Wesel, waernaertoe voder sal den tijt leeren. D’een sijt dat wij naer de helle sulle gesonde worden, d’ander dat wij tot Wesel sullen blijven leeghen. Ondertusse ick sije wat een crijsmansvrou verdriet onderworpen is, tot noch toe ben ick gheresolvert met te trecke wis op Weesel, maer ick bid U.E. gans otmoedych, dracht toch suerch voer ons soo ‘t mueghelijck is dat wij toch niet veder worde ghedreven. Nemet mij toch niet qualijck af dat ick de stoutichijt gebruyck om U.Edele te inportunere met min stout schrijves en willet toch niet nemen als van een die U.E. goethijt misbruyckt, maer als U.E. dinners, dit nast Godt Almachtych mijn betroue op U.Edele aleen stellen, in wins hant ons vortuyn en geluck stat, otmoedich biddende ons voer gerekomondert te houde. Min alderlijfte doet sijn hertlijke gebieden an minheer, hij is naer Bommel om van den Capijtijn order te hallen om te trecken mets de wint contrarij is. Onse hertelijke gebiedenis an U.Edele alderlijfte cindere sonder te vegten joffrou Suerius, sal zijn en blijve soo lang ick leef.

[Marge:] Mijnheer U.Edele dinners otmoedig Helena Liefferts.

Hier neffens gaet een dosijn schapekeskens, de gift is cleyn, maer omdat het nog nuys is hoept Hille dat het U.Edele angenam sal wesen. Godt Almagtych sal ick bidde U.Edele te nemen onder Sin bewaring.

St. Andris, den derde dag mye oude stijl.

[Adressering:] Mijnheer, mijnheer van Suylecom, ryder, raet, zecrtaris van Sijn Hochijt in Schravehage.

Ga terug naar de briefdetails