Juliana van Oost-Friesland aan Constantijn Huygens
7 mei 1649
4945
Bron: Koninklijk Huisarchief, Archief Constantijn Huygens, G1, 9.2

Transcriptie

Mijnheere,

Watt aen Sijne Hocheit ick geschreven ende oetmodig versocht, soll UEdele uyt de nevensgaende copie cunnen vernehmen. Also nu in tutelaire administratie aen ein capable ende getrouwe persohn die kennis van saeken heefft hochlich gelegen ende ick alle deese qualiteten an den Colonel Erenreiter geprobeert, soo en twijffele ick niet offte UEdele selffs als ein well geaffectioneerden vriend sall oordeelen ondienlijk te weesen verandering van commissie te maken, ende tot wellfahrt van deese graffschap helpen bevodern dat die voors. commissie bij den colonel Erenreiter door ein missive van H. Hochheit op het spodigste van nieuwen geconformeert ende oock aen die Raede deeser graffschap. Gelijk Sijne Hocheit ick versocht hebbe mag geschreven worden waarom ik UEdele mits deesen oock vriendlijk versoeke ende naer bevehling in Godes protectie ben ende blijve, UEdele, freundtwillige alle Zeith, Juliane m[anu] pr[opria].

Aurich, den 7 may 1649.

[Adressering] À Monsieur. Monsieur le chevalier de Zulichem, secretair d’estat et conseillier ordinair de Son Altesse. À La Haye.

Ga terug naar de briefdetails