Juliana van Oost-Friesland aan Constantijn Huygens
2 november 1649
4960b
Bron: Koninklijk Huisarchief, Archief Constantijn Huygens, G1, 9.2

Transcriptie

Mijnheere,

UEdele missive van den 25. october hebbe ick neffens de bijgaende twee acten bij Sijne Hoch.t selffe geteickent well ontfangen. Gelijck ick mij nu obligeert erkenne voor die genomene moyte tot bevorderinge vandien UEdele niet alleen ten hoochsten te bedancken, maer oock soolange ick leve met een danckbaer gemoet te erkennen, het wijse advijs so UEdele gelieft in ‘t eene ende andere mij te communiceren. Versoeke UEdele vrientl[ijk] bij alsulcke goede affectie tegens mij ende mijne minderjaerige kinder fortan te continueren die gnade van Sijn Hoch.t mij helpen te conserveren ende te geloven dat ick alle occasiën sall waerneemen te betoonen, hoe dat ick naer beveelinge in Godes protectie ben, Mijnheere UEdele freundtwillige alle Zeith, Juliane m[anu] pr[opria].

Sandtforst den 2 november1649.

[Adressering] À Monsieur. Monsieur Huygen, chevallier, seigneur de Zuilichen, conseillier ordinaire et secretaire de Son Altesse le Prince d’Orange. À la Haye.

Ga terug naar de briefdetails