Archief van de Commissie Landman 1951-1956
Archief van de
Permanente Commissie van Overleg uit Instellingen voor Gezondheidszorg
Commissie-Landman
Nadere ontsluiting
De Commissie-Landman (ook wel Kleine Compensatiecommissie genoemd) werd in 1951 ingesteld als een subcommissie van de Compensatie Commissie. Opdracht was om een onderzoek te doen naar de verzekering van hen die boven de welstandsgrens vielen. Aanleiding was de verhoging van de welstandsgrens, waardoor het aantal ziekenfondsverzekerden toenam. De medewerkers (artsen en apothekers) waren bevreesd voor een te grote inkrimping van hun particuliere praktijk. Op mensen boven de welstandsgrens richtten zich zowel de particuliere ziektekostenverzekeraars als de bovenbouwers, waardoor concurrentie en soms irritatie ontstond. De commissie bracht in 1951 een rapport uit aan de Ziekenfondsraad én aan het ministerie van Sociale Zaken. Het advies luidde om de beide sectoren in een overkoepelend overlegorgaan te laten samenwerken. De Ziekenfondsraad adviseerde na lang wachten aan de minister dat zij deze materie van zeer groot belang achtte, maar er zich verder niet mee wenste in te laten. In 1956 werden besprekingen gehouden om te komen tot een overkoepelend orgaan, maar niet duidelijk is of dit ook inderdaad tot stand kwam.
In het archief van de Permanente Commissie bevinden zich op diverse plaatsen stukken van deze commissie die hieronder in chronologische volgorde worden beschreven.
Overzicht stukken Commissie-Landman
brief van het bestuur van de Federatie "Verenigde Maatschappij-Ziekenfondsen" aan de aangesloten ziekenfondsen, waarin zij instellingen die mensen verzekeren die boven de welstandsgrens zitten (z.g. bovenbouwers) in hun aandacht aanbevelen; met een nota over het werk van deze instellingen, 20 februari 1950 (inv. nr. 17);
overzicht van de handelingen van de commissie, [1951] (inv. nr. 21);
rapport van de Commissie-Landman die zich bezighield met hen die boven de welstandsgrens vallen, maart 1951 en overzicht van de activiteiten van de commissie (voorl. nrs. 20 en 21);
enige concepten van het rapport met commentaar van deskundigen en andere stukken, 1951 (inv. nrs. 7 en 12);
commentaar van C. Stolk op de standpunten van de commissie, 1951 (inv. nr. 20);
commentaar van F. Schrijver als voor, [1951] (inv. nr. 21);
plan van de Studiecommissie uit het Verzekeringsbedrijf voor de verzekering van hen die boven de welstandsgrens vallen, aangeboden aan de Commissie-Landman, [1951] (inv. nr. 22);
brief van A.A. Snooy, secretaris van de Permanente Commissie, aan de Commissie-Landman met uitgangspunten voor een regeling voor hen die niet bij een ziekenfonds zijn aangesloten, 4 juni 1951 (voorl. 25);
verslag van een bespreking op 24 mei 1956 over het instellen van een regeling voor hen die boven de welstandsgrens vallen (inv. nr. 42);
De vergadering werd voorgezeten door Ph.J. van der Burg (ministerie van Sociale Zaken c.a.) en bijgewoond door:
G. Bouwmeester jr. (vertegenwoordiger van de particuliere ziektekostenverzekeraars; werkzaam bij de Nederlandse Vereniging van Ongevallen- en Ziekteverzekeraars; voorzitter van de Studiecommissie Verzekeringsbedrijf)
mr. H.J. de Bruyn
A.A. Snooy (Permanente Commissie)
W.J. Vos (Permanente Commissie)
mevr. C.L. van Grol (verslag)
Bouwmeester verklaart tegen een vertegenwoordiging van de overheid te zijn in het overkoepelend orgaan. De voorzitter wil het daarom eerst eens proberen in een oriënteringscommissie. Bouwmeester verwijst naar een door hem in 1954 opgestelde lijst van 18 instellingen en koepels die zich met de vrijwillige ziektekostenverzekering bezighouden. Dezen zouden kunnen worden uitgenodigd voor een eerste ontmoeting. Besloten wordt een bespreking te organiseren met Bouwmeester en vertegenwoordigers van de beide segmenten. De voorzitter zegt toe dat de overheid zich terug zal trekken als het particulier initiatief een overkoepelend orgaan tot stand brengt.
brief van de Permanente Commissie aan het hoofd van de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het ministerie van Sociale Zaken over de instelling van een voorlopig overkoepelend orgaan zoals bedoeld op p. 32 van het rapport van de Commissie-Landman en het voorstel om op 10 juli een vergadering hierover te beleggen waarvoor zouden moeten worden uitgenodigd de Permanente Commissie, de Federatie van Ziekenhuisverplegings-verenigingen, de Noord-Nederlandse Federatie van Ziekenhuisverplegingsverenigingen en de Nederlandse Vereniging van Ongevallen- en Ziekteverzekeraars, 13 juli 1956 (inv. nr. 40);