Brief van de week

 
English | Nederlands

Brief van Johan de Witt aan neef Van Hoogeveen, 29 november 1650

Brief van Johan de Witt aan neef Van Hoogeveen, 29 november 1650 Nationaal Archief, archief NL-HaNA Raadpensionaris De Witt, 3.01.17, A1

 

De bovenstaande minuut behoort tot de oudste brieven die van Johan de Witt bewaard zijn gebleven. (Voor uitleg over de minuten, zie het blog 'De minuten van Johan de Witt'). Hij is geschreven in de periode dat Johan advocaat was aan het Hof van Holland, voordat hij zijn bestuurlijke carrière aanving. Johan de Witt richt het briefje tot zijn volle neef Cornelis van Hoogeveen.

Inhoud

Wat deze brief bijzonder maakt, is het feit dat de jonge Johan de Witt (hij is amper 25 jaar oud) voor het eerst de naam noemt van een bekende Amsterdamse familie: de Bickers. Bijna vijf jaar na deze brief zal Johan de Witt in het huwelijk treden met de (dan) 19-jarige Wendela Bicker en zal zijn verbintenis met de Bickers-league een blijvende rol in zijn leven spelen.

 


 

Maar op het moment van schrijven van deze minuut heeft Johan daar nog geen besef van. Sterker nog, hij weet zelfs nog niet eens dat zijn leven binnen een maand een belangrijke wending zal nemen, als hij pensionaris van Dordrecht wordt. Zie verder het blog 'Een rooskleurig briefje' over de context van deze brief.

 

Andries Bicker (1586-1652) door Bartholomeus
van der Helst (1642) Rijksmuseum Amsterdam

 

Transcriptie (1)

U.E. missive van date den IIen deser soude aleer beantwoort hebben, doch niet voor vandaege van den Procure[u]r Hijselendoorn bescheydt hebbende connen becomen van 't leggen van een comparitie, nietjegenstaende de continue aenmaeningen aen hebbe gedaen, hebbe sulx van tijdt tot tijdt uytgestelt. Ende is die dach van denselve comparitie voor den Hoogen Raede geleyt op huyden ende veerthien daegen, waervan U.E. noch naeder bericht door den Procur[eu]r sal worden gedaen. Ondertusschen sal de saecke in cas petitoir voor den Hove van Hollandt op hope van een goedt accoort blijven in stats.
Mijnheer ende eer[waerdi]ge vader heeft al in den eerste weecke naer 't o[ver]lijden van Sijne Hooc[hey]t in den vergaderinge van Hollandt wederom gecompareert, gelijck oock corts daeraen d'heer Duyst van Voorhoudt wederomme in den Gecommitteerde Raeden sessie genomen heeft. D'heeren De Wael ende Reuyl sijn mede gisteren hier gecomen ende hebben vandaege, soo vertrouwe, de vergaderinge bijgewoont. Van den redintegratie der heeren Bickers sal U. Ed. al tijdinge becomen hebben, maer sijn deselve noch niet ter vergaderinge gecompareert geweest.
D'heeren Raeden van Sijn Hoocheyt sijn bij 't Hoff van Hollandt bij provisie geauthoriseert omme d'opsicht op den naergelaeten goederen te hebben, sulxdat ons neef van Persijn in sijn bedieninge alsnoch blijft continueeren, ende naer apparentie wel verder continuatie sal vallen. Hiermede sal naer mijn gebiedenisse eynden, verblijvende,
Mijnheer ende neve, U.E. dienaer ende cousin,

Johan de Witt

Haege, den 19 novemb[er] 1650

 

Jean-Marc van Tol, 23 april 2017

  • (1) Deze brief is gedeeltelijk gepubliceerd in Fruin, R. Brieven van Johan de Witt, deel 1, 59.