Toelichting

 
English | Nederlands

Voorgeschiedenis

Op 23 augustus 1672, drie dagen na de moord op de gebroeders De Witt, die nog steeds in het collectieve geheugen van ons land gegrift staat, werd in de vergadering van de Staten van Holland besloten dat '... alle de voorschreve Stucken ende Papieren uyt den Sterfhuyse, ende uyt handen van de Erfgenamen van den ghemelten Heere De Wit, naer praeallable behoorlijcke condoleantie, overgenomen sullen werden'. Dankzij deze afschuwelijke gebeurtenis en de directe inbeslagname van de papieren nalatenschap van Johan de Witt beschikt het Nationaal Archief nu nog over een vrijwel compleet archief met de documenten van de raadpensionaris. Behalve de brieven aan De Witt worden in dezelfde collectie ook de brieven bewaard die gericht werden aan de Staten van Holland, het orgaan waarvan De Witt de raadpensionaris was. Alles bij elkaar beslaan deze stukken 37,4 meter planken in de magazijnen van het Nationaal Archief. Een globale schatting leert dat het totale aantal brieven ongeveer 35.000 stuks zal bedragen. Hierbij zijn de brieven aan de Staten van Holland en de brieven die zich in andere archieven bevinden niet meegerekend. De brieven zijn op te delen in vier onderdelen:

Originelen, minuten en kopieën van uitgaande brieven: ca. 6.000 brieven
Brieven van regenten, instellingen en overige personen: ca. 13.000 brieven
Diplomatieke correspondentie: ca. 7.000 brieven
Brieven van particuliere personen ('particuliere missiven'): ca. 9.000 brieven
Totaal: ca. 35.000 brieven

De diplomatieke correspondentie (7.000 brieven) staat nu online. Van alle brieven van en aan De Witt is slechts een klein deel in druk uitgegeven, namelijk vijftien procent. Toch zijn deze uitgegeven bronnen vaak nog steeds de enige die bij historisch onderzoek worden gebruikt. Dat heeft verschillende redenen. De onderzoeker is zich er vaak niet van bewust dat er veel meer primair bronnenmateriaal is, en soms is hij of zij ook gewoon gemakzuchtig. Daarbij speelt ook het feit een rol dat het archief van De Witt gedurende lange tijd niet beschikbaar was vanwege een herinventarisatie.
De belangrijkste bronnenuitgaven met correspondentie van De Witt zijn twee edities die in de volksmond 'Scheurleer' en 'Japikse en Fruin' worden genoemd. De zesdelige reeks van Hendrik Scheurleer met de diplomatieke correspondentie van De Witt met Engeland, Frankrijk, de Scandinavische landen en Polen bevat ongeveer vijfentwintighonderd brieven. Hij verscheen al in 1723-1725 en een van de bewerkers was vermoedelijk de gelijknamige kleinzoon van Johan de Witt. De editie is enigszins gekleurd, omdat bijvoorbeeld alle brieven die handelen over de houding van De Witt ten opzichte van de Oranjes eruit zijn weggelaten, vermoedelijk 'om den partijstrijd over deze afgedane zaken [niet] te doen herleven'. Verder loopt de uitgave om onbekende redenen maar tot 1669. De editie is volledig digitaal raadpleegbaar via Google Books en vanuit de online gepubliceerde brieven op te roepen.
De zesdelige editie van Robert Fruin, Nicolas Japikse en Gerhard Kernkamp met de Brieven aan en Brieven van Johan de Witt bevat ongeveer drieduizend brieven. Hoewel de editie nog steeds het standaardwerk is voor onderzoek naar de correspondentie van De Witt, bevat deze - zoals wel meer negentiende-eeuwse/begin twintigste-eeuwse edities - slechts een selectie van wat in de ogen van de editeurs de belangrijkste brieven waren. Van deze selectie zijn ook nog eens veel brieven alleen summier samengevat of geparafraseerd. Het accent ligt vooral op de brieven van De Witt, want, zoals Japikse aangeeft: 'de raadpensionaris had gewoonlijk meer belangrijks te vertellen dan zijn vele correspondenten en het is in het algemeen van meer gewicht te weten, wat hij zelf schreef dan wat aan hem geschreven werd'.
Hoewel men tegenwoordig vindt dat het beter is de onderzoeker zelf te laten bepalen wat wel en niet van betekenis is, geldt de editie van Japikse en Fruin alleen al vanwege de uitvoerige annotatie en toelichtingen nog steeds als een waardevol werk. Het Huygens ING heeft de editie gedigitaliseerd en ontsloten op metadata, zoals correspondent, datum, deel- en paginanummer. De tekst is daarnaast op woord doorzoekbaar gemaakt.

Online editie

Voor de ontsluiting van de nog niet uitgegeven brieven van De Witt is samenwerking gezocht met Early Modern Letters Online of EMLO (een project van Cultures of Knowledge, onderdeel van Oxford University en de Bodleian Library). EMLO fungeert als portaal voor alle nog bestaande vroegmoderne correspondenties met als doel deze virtueel weer bij elkaar te brengen. Inmiddels staan meer dan 135.000 brieven uit 390 verschillende repositories online.
Vanwege het internationale karakter van De Witts correspondentienetwerk zijn diens brieven bij uitstek geschikt voor een plaats tussen de andere catalogi in EMLO. Op die manier kunnen zijn brieven, die in de loop der eeuwen verspreid zijn geraakt en bewaard worden in diverse archieven of zijn gepubliceerd in edities, weer aan elkaar worden gekoppeld. Om die interconnectiviteit te bereiken, wordt de digitale collectie van de correspondentie van Johan de Witt aan EMLO toegevoegd en daarvan staan nu de eerste zevenduizend brieven online.
Criterium voor opname is dat de brief gericht moet zijn aan Johan de Witt. Brieven gericht aan de Staten van Holland, waarvan er zich tienduizenden in De Witts archief bevinden, worden - vooralsnog - niet opgenomen. Dat zou veel tijd vergen en de brieven die aan De Witt zijn gericht bevatten doorgaans meer informatie dan de gelijktijdig verstuurde brieven aan de Staten van Holland. Iedere brief wordt in EMLO ontsloten op metadata zoals verzender, ontvanger, datum, plaats van verzending en ontvangst, taal en archiefgegevens. Ook zijn er links aangebracht naar een eventuele gedigitaliseerde editie, zoals die van de eerder besproken Scheurleer of Japikse en Fruin. Van De Witts gedigitaliseerde brieven is vanwege de omvang van de collectie (nog) geen transcriptie gemaakt. We hebben doelbewust besloten voorrang te geven aan het zo snel mogelijk beschikbaar stellen van het materiaal. We willen de gebruiker evenwel tegemoetkomen door van iedere brief voorlopige door ons gemaakte digitale afbeeldingen (pdf-bestanden) beschikbaar te stellen, die geraadpleegd en gedownload kunnen worden. Te zijner tijd zullen de bestanden worden vervangen door professioneel gemaakte foto's.
Intussen experimenteren we met het programma Transkribus, dat automatische handschriftherkenning mogelijk maakt. Met het handschrift van Johan de Witt zelf bereiken we daarmee al goede resultaten, de handschriften van zijn correspondenten zijn een volgende stap. Juist met grote collecties als die van De Witt, waarbij het haast onhaalbaar is om van alles een transcriptie te vervaardigen, kan een dergelijke tool zeer waardevol zijn.
Vanuit de catalogus van De Witt in EMLO is het mogelijk om op briefniveau door te klikken naar de digitale catalogus van het Nationaal Archief, en vanuit de index van het Nationaal archief naar EMLO. Op die manier is de correspondentie van De Witt toegankelijk per individuele brief, en niet alleen gegroepeerd op onderwerp of per correspondent. In het Nationaal Archief wordt De Witts correspondentie namelijk op die manier bewaard. Dankzij de database is de oorspronkelijke chronologische volgorde nu weer te reconstrueren en zijn brieven over bepaalde gebeurtenissen ook makkelijker te vinden.