De wording van een staat

 
English | Nederlands

De wording van een staat: Het binnenlandse beleid van de Republiek

De Unie van 1579 was in essentie een nauwere samenwerking van de opstandige gewesten in hun strijd tegen Spanje. De deelnemende gewesten behielden grotendeels hun provinciale onafhankelijkheid en hieven zelfstandig belastingen. Toch konden ook de besluiten uit het zeventiende-eeuwse Den Haag al nationale reikwijdte hebben zoals blijkt uit de onderstaande kernbegrippen belastingen, economisch beleid, infrastructuur en rechtspraak.

Belastingen:

Portret van ontvanger-generaal Philips Doublet (1590-1660) door Jan A. van Ravesteyn, ca. 1630.

Behalve de konvooi- en licentgelden (in- en uitvoerrechten) werden er in de Republiek geen nationale belastingen geheven. Heffingen werden door de gewestelijke Staten geïnd waarna iedere provincie een percentage van de begroting (‘quote’) in de Uniekas moest storten. Hoeveel dat jaarlijks was bepaalde de Raad van State. Dit regeringscollege diende daartoe jaarlijks een ‘petitie’ in, waarmee de gewesten puntsgewijs al of niet konden instemmen (‘consenteren’). In de ‘staat van oorlog’ werd gedetailleerd aangegeven hoe krijgsvolk en oorlogslasten over de provincies waren verdeeld.

Economisch beleid:

Grote Markt te Nijmegen door Jan van Gall, tweede helft zeventiende eeuw.(fragment)

Het binnenlands beleid van de Staten-Generaal strekte zich uit over alle sectoren van het economische leven, zoals de landbouw, visserij, nijverheid, scheepvaart en de handel. Met de publicatie van verordeningen (‘plakkaten’) en eventuele aanvullingen (‘ampliaties’) daarop (zie het Groot Placaet-boeck) werd het economische beleid bekendgemaakt aan eenieder die het aanging.
Lees verder: Van alle markten thuis

Infrastructuur:

Droogdok van de marinebasis bij Hellevoetsluis. (fragment)

Een staat kan niet functioneren zonder een redelijke infrastructuur die transport en communicatie mogelijk maakt. Juist in de roerige opbouwfase van de Republiek waarin de bevolking sterk groeide was de uitbreiding en verbetering van de infrastructuur een voorwaarde, niet alleen met het oog op de bestaansmogelijkheden van haar inwoners (denk aan transport van levensmiddelen en handelsgoederen over land en water), maar ook vanuit militair-strategische overwegingen (verplaatsingen troepen en artillerie, bevoorrading, communicatie).
Lees verder: Vroegmodern watermanagement

Rechtspraak:

Titelblad van Hugo de Groots Inleiding tot de Hollandsche Rechts-geleertheyt.

Officieel was de rechtspraak voorbehouden aan de lokale rechtsinstellingen, terwijl men voor hoger beroep bij de gewestelijke hoven en in laatste instantie bij de Hoge Raad moest aankloppen. Soms werden de Staten-Generaal echter gevraagd als rechter op te treden, bijvoorbeeld in zaken van ‘beroep’ (‘appèl’). Meestal wezen zij dan een bevoegd college zoals het Hof van Holland aan als ‘gedelegeerde’ rechtbank. Bij geschillen tussen of binnen de provincies traden de heren Staten soms op als scheidsrechter, zoals bij de hoogoplopende ruzies tussen de stad Groningen en de Ommelanden.