25 - 07 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Jan Robert Masure dient zich te wenden tot de
Staten van Zeeland
teneinde
restitutie
te
verkrijgen
van het hem door de
baljuw van
Middelburg
afgenomen
geld.
2
De
Rotterdamse Admiraliteit
wordt om advies gevraagd over het verzoek van
Pieter van Blanckeroort. Hij wenst zijn commissie uitgebreid te zien met de schepen
die het
Goereese Gat binnenvaren.
3
Bestuur en inwoners van het dorp
Meer in
Hoogstraten verzoeken hun stenen naar
Antwerpen te mogen
brengen en, tot tufsteen vermalen, opnieuw in te mogen voeren om
voor
de bouw van hun kerk te gebruiken.
HHM wijzen het verzoek af.
4
Het verzoek van de Engelse edelman
François Rous is toegestaan. De in het octrooi van 1 nov. 1623 genoemde
datum voor het in werking stellen van de door hem uitgevonden molen
wordt met
een jaar, vanaf heden gerekend, verlengd.
5
Lazarus Baiart, voormalig Frans predikant te Breda, verzoekt verlenging van
zijn traktement.
De RvS wordt advies gevraagd.
6
Op voorwaarde van een goede plichtsvervulling wordt
Adriaen Janssen van Bosch uit Wijk benoemd op het huis te
Duurstede
tegen 6 gld. per
maand, door de
heren van Utrecht
te
betalen.
7
In antwoord op de resolutie van 17 juli adviseert de RvS d.d. 22 juli dat niet te voorspellen valt welke effecten de aanleg van de dijk tegenover
Zaltbommel zal hebben.
In de veronderstelling dat de dijk toch voor het land en Zaltbommel schadelijke ondiepten zal veroorzaken, committeren HHM
Noortwyck,
Vosbergen en
Boetzeler tot andermaal overleg
met de
betrokken
partijen om tot een schikking te komen.
8
Noortwyck,
Rode en de
thesaurier
zullen de declaratie van
Languerack onderzoeken.
9
In een brief d.d. 23 juli schrijft de
Amsterdamse Admiraliteit
dat de oorlogsschepen bijna dagelijks kleine scheepjes van schippers uit
Calais die naar
Duinkerke willen varen
binnenbrengen. Het College vraagt hoe hierin te handelen.
Als er duidelijk bewijs is dat de schippers van plan waren de Vlaamse havens aan te doen om daar de vijand te bevoorraden, mag de Admiraliteit hun schepen en goederen verbeurdverklaren.
Languerack zal hiervan op de hoogte worden gesteld zodat hij zich bij
eventuele klachten kan verweren.
10
Enkele extraordinaris gedeputeerden van
Holland compareren terwijl ook enkele afgevaardigden van de
Colleges van de
Rotterdamse
Admiraliteit
,
de
Grote Visserij
en de
Kleine
Visserij
de vergadering binnenkomen. Zij brengen naar
voren dat op zee een fluit en een ever van de vijand al
vier
schepen hebben overmeesterd en verzoeken voor korte tijd enige
schepen
op de
Noordzee te laten kruisen om deze
vaartuigen
te
zoeken.
Besloten wordt dat zes van de acht bij
Brielle klaarliggende schepen gedurende veertien dagen met dat doel
de Noordzee op zullen varen.
11
Emmerik
[Emmerich] verzoekt zowel voor het corps de garde tien à twaalf
samoreuzen
met turf als voor de bouw van de stadsmuur een schip met kalk
licentvrij
naar de stad te laten komen.
De RvS wordt advies gevraagd.
12
Naar aanleiding van een brief van
Brederode d.d. Bazel 9 juli is de heren van
Holland
verzocht een wissel van
1.600 rijksdaalder te doen accepteren en betalen in aftrek van hun
consent.
13
De schippers die de Franse ruiters van
Mansfeld hebben vervoerd, klagen dat zij nog steeds niet zijn
betaald. Zij verzoeken te regelen dat zij eindelijk hun
verdiende loon krijgen.
Besloten wordt de
secretaris van Languerack over de zaak te informeren zodat hij bij zijn terugkeer in
Frankrijk
Languerack volledig
op de
hoogte kan stellen. Laatstgenoemde wordt gelast met kracht de
betaling
aan de orde te stellen.
14
De lijst van te halen goederen die door
Kleef is ingeleverd zal aan secretaris
Huigens
worden gegeven. De RvS wordt gemaand zijn advies op dit en andere
rekesten te sturen.
15
De RvS schrijft d.d. 20 juli naar aanleiding van de resolutie d.d. 17 juli over de bevrijding van de
Overbetuwe, de
Nederbetuwe en de
Tielerwaard dat gezien het vertrek van het leger
en de
korte tijd die nog rest tot de winter, een volledige bezetting van
de
Maas en de
Waal met krijgsvolk
niet
te realiseren valt. Men zou wel vier redoutes bij de vier sluizen
in
de Maasdijk tussen
Batenburg en
Voorn kunnen aanleggen. Van
Gorinchem tot
Nijmegen zouden huizen en kerken voor inlegering
geschikt gemaakt kunnen worden. Van Nijmegen tot
IJsseloord zou men acht in plaats van veertien
redoutes moeten plaatsen. Alles bij elkaar genomen schat de RvS
de
beveiliging op ongeveer 36.000 gld.
Na beraad besluiten HHM dat de RvS nader moet adviseren op welke plaatsen de redoutes essentieel en het effectiefst zijn. De RvS dient daarbij ook de in de
Bommelerwaard gelegen molen van
Rossum en de Meidijk te
betrekken. Ook
moet de RvS bedenken hoe de verdedigingswerken gefinancierd moeten
worden en of ook niet de ambten een deel van de lasten zouden
moeten
dragen.