23 - 12 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Culemborg en
Walta rapporteren dat de
Perzische ambassadeur zich
beklaagt over de
VOC
. De Bewindhebbers hebben
nagelaten hem
bijtijds op de hoogte te stellen van het vertrek der schepen. Hij
is
niet van plan met schepen van de Compagnie naar
Batavia
[Jakarta] te vertrekken, maar wil
zelf een schip
kopen
of huren.
Schagen en
Aelberts zullen dit met
de hier
aanwezige bewindhebbers opnemen.
2
De gedeputeerden van de Admiraliteiten willen over een aantal punten ruggespraak te houden. Zij zullen over ruim een week geïnstrueerd en wel terugkeren.
3
Lecke compareert en meldt dat hij met acht schepen is
binnengelopen om opnieuw bevoorraad te worden. Niettegenstaande het
feit dat hij de Admiraliteiten al twee maanden geleden van dit
voornemen op de hoogte had gesteld, bleek bij aankomst in
Vlissingen niets voorradig. Ook rapporteert hij
dat de
Zeeuwse Admiraliteit
de gehele
zomer
slechts
één schip naar de kust heeft gestuurd. De Admiraliteit te
Rotterdam
heeft twee, die van
Amsterdam
drie of vier schepen
te weinig
gezonden. Hij heeft elf schepen achtergelaten die in de
Hoofden
[Nauw van Calais] moeten kruisen
en
vijf die naar de
Bocht
[Golf van Biskaje] zijn gestuurd.
Hij
vermoedt dat de schepen die
Duinkerke zijn
uitgevaren door de
krachtige oostenwind in de
Bocht
[Golf van Biskaje] zijn terechtgekomen of een
Spaanse haven zijn
binnengelopen.
De zaak zal worden hervat als de gedeputeerden van de Admiraliteitscolleges zijn teruggekeerd.
4
Marinus Hollaer is gearriveerd in verband met de afsluiting van het
Scheurtje
[Kanaal van Mardijck].
Hij zal doorreizen naar
Amsterdam om deze kwestie met de raden ter
Admiraliteit
te bespreken.
5
De heren van
Zeeland
is verzocht de betaling van de op deze provincie
gerepartieerde Franse officiers te regelen.
6
De luitenant van de voormalige kapitein
Villetard heeft verzocht diens compagnie te voorzien van nieuwe
leiding.
Essen en
Noortwyck
rapporteren dat Z.Exc. naar aanleiding van de propositie van de
Franse ambassadeur d.d. 7 dec.
suggereert de
compagnie te vergeven.
HHM machtigen Z.Exc. tot het vergeven van de compagnie en bevelen de luitenant aan.
7
Aangezien de RvS op 18 dec. heeft gevraagd naar de financiële middelen voor de betaling van de rantsoenen is besloten de Raad alvast de in 's-
Gravenhage aanwezige ruiters van wat geld te laten voorzien. Op die
uitkering moet wel een bedrag worden ingehouden waaruit het teveel
dat
Disdorp zijns inziens heeft
betaald kan worden
bekostigd.
8
Enkele afgevaardigden van de magistraat van
Enkhuizen compareren en melden dat de in hun stad gevestigde
Kamer van de VOC
de resolutie
van 2 dec.
over de nominatie van hoofdparticipanten niet nakomt. HHM zouden
het
besluit moeten opleggen of anders de magistraat dit laten
doen.
De Bewindhebbers zal worden geschreven de resolutie uit te voeren.
Op verzoek van de deputatie zal ook de Admiraliteit in het
Noorderkwartier
worden opgedragen conform de artikelbrief te handelen inzake
Cornelis Segers. Hij diende op de vloot van
L'Eremite,
maar is vermist.
9
Naar aanleiding van een brief van
Joachimi d.d. Londen 11 dec. zullen de beraadslagingen over
Amboina
[Ambon] worden verhaast.
10
HHM hebben de artikelen over de uitwisseling van de gevangenen, opgesteld op grond van het verslag van
Slachmulder en
Van Berckel, gelezen.
In de eerste plaats zullen HHM de provincies schrijven bekend te doen maken dat men de magistraten op de hoogte moet stellen van personen die voor 10 oktober gevangen zijn genomen daar waar geen kwartier bestaat. Deze gegevens dienen vervolgens aan HHM te worden opgestuurd.
Ten tweede bevestigen HHM het punt met betrekking tot de Spaanse gevangenen, in het bijzonder hetgeen is vastgelegd over kapitein
Tjarck en
Du Chene. De provincies
zullen bekend
laten maken dat degenen met gevangenen in
Spanje
dit
bijtijds laten aantekenen.
In de derde plaats zal de provincies worden geschreven de afspraken over de betaling van de mondkost bekend te maken. Degenen van de vloot die in november 1625 zijn gevangengenomen en onder toezicht van
Kesseler staan, betalen niet meer dan 6 st. per dag. De overigen
dienen niet meer dan 8 st. te betalen, maar voor de dagen die zij
in
Brugge hebben doorgebracht is het maximum 9½ st.
Als er een hoger bedrag is betaald, dan moet men dat aantekenen
opdat
dit later bij de nadere afrekening kan worden verhaald. De vijand
zal
ook moeten terugstorten hetgeen
Disdorp en
Rougemont aan bewakingskosten is
afgenomen. De
RvS
zal nog moeten bepalen of de 1.200 gld. die de soldaten gedurende
deze
bewaking aan leeftocht is toegekend, door het land of uit het
rantsoen
moet worden betaald.
Ten vierde zal ten behoeve van de afrekening de provincies en Admiraliteiten worden aangeschreven een staat te doen maken van alle medische kosten en van die van het transport van de plaats van gevangenschap naar de plaats van uitwisseling.
In de vijfde plaats zal aan Slachmulder en Van Berckel een akte van indemniteit worden verstrekt vanwege de garanties die zij aan Kesseler hebben moeten geven inzake assignaties ten bedrage van 10.975 gld. 19 st. op
Pieter
Sanchijs,
Dionys de Guise,
Nicolaes
van
Molenbeeck en
Jacques van
Eole te
Duinkerke. Het bedrag betreft
de mondkost van diverse gevangenen.
Ten zesde zullen
Schagen,
Lyclama en thesaurier
De
Bie zich bezighouden met de afrekening van de bedragen -
waaronder de 6.000 gld. die te
Grave aan rantsoen
voor de paters is betaald en de contanten die Hollandse steden door
commies
De Willem hebben laten
sturen - die
Slachmulder en Van Berckel voor de uitwisseling hebben gebruikt.
Zij
zullen ook beider declaratie opnemen.
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
11
De fiscaals
Van Kinschot en
Van den Broeck stellen
dat het op 18
dec. in gediende rekest van Jacob
Duiffhuis
het
land geen nadeel zal berokkenen. Diens
echtgenote
mag in hun ogen voorlopig de helft van de goederen gelaten
worden,
met het voorbehoud dat het land daarop nog aanspraak kan maken
vanwege
de door Duiffhuis gepleegde vergrijpen.
De echtgenote van Duiffhuis dient eerst 3.000 gld. te verschaffen aan de
ontvanger van de Rotterdamse Admiraliteit. Beider bij inventaris op
circa 3.000 gld. geschatte bezit dient als borg voor de eventuele
aanspraken van de Generaliteit.
12
David van der Heul vraagt uitstel van executie en verzoekt aan een
gevolmachtigde inzage in zijn goederen te mogen geven. Hij zal
uiteenzetten dat zijn bezittingen minder dan de helft van het
bedrag
waartoe hij is veroordeeld zullen opleveren als zij niet worden
gewaardeerd op de wijze van
Brielle.
HHM willen het advies vernemen van de fiscaals
Kinschot en
Van den Broeck.
13
Kapitein
Fouillau schrijft d.d. Heusden 19 dec. met het verzoek het bevel over
het garnizoen in
Heusden te mogen voeren.
Hij dient zich tot Z.Exc. te richten.
14
Van de
koning van Groot-Brittannië is een schrijven d.d. 3 dec. ontvangen
waarin hij de zaak van
Bethlen
aanbeveelt
en
credentie geeft op diens gezant Matthias
Quade.
Quade zal morgen audiëntie worden verleend.
15
Van Carl van
Cracou is een brief d.d. Elseneur [Helsingør] 23 nov.
ontvangen.
Over verschillende punten uit het schrijven zal nader beraad plaatsvinden.
16
Meinsge Daniels verzoekt de door haar broer
Coenraet
Daniels verdiende soldij te mogen ontvangen. Hij was
soldaat
onder kapitein
Ter Halte op de
vloot van
L'Eremite en is tijdens de reis
gestorven.
Zodra de boeken en rekeningen zijn aangekomen zal zij zich moeten wenden tot de RvS.
17
De RvS adviseert het op 16 dec. ingediende verzoek van de schippers uit
Zevenbergen af te wijzen teneinde fraude te voorkomen.
HHM sluiten zich bij dit advies aan
18
HHM schikken zich naar het advies van de RvS en wijzen het verzoek van
Oudheusden,
Baardwijk en
Hedikhuizen
meer zout gedurende de slachttijd te mogen halen, af.
19
De RvS adviseert
Mattheus Wens [de verkoop] van de bij het fort van
Steenbergen gebruikte paarden toe te staan tegen
Bosch' licent en onder cautie dat zij in de omgeving van
Steenbergen
blijven.
HHM nemen het advies over.
20
Conform het advies van de RvS laten HHM op het op 18 dec. ingediende rekest van
Jan van Gronsvelt apostilleren dat zijn verzoek, gezien de resolutie van 16
okt., pas kan
worden toegestaan als de
Infanta
de handel van
de
neutralen met de Republiek weer openstelt.
21
Conform het advies van de RvS op het op 17 dec. ingediende verzoek van
Heusden mag de boeren uit de omgeving van de stad gedurende nog eens
zes weken
naar behoefte bier worden verstrekt.
22
HHM schikken zich naar het advies van de RvS op het rekest van
Nicolaes van Relligom en andere conducteurs in het leger en staan toe dat zij hun
paarden uit het Land van
Arkel naar de stallen te
Woudrichem mogen brengen. Zij moeten garanderen
dat de
paarden daar blijven en dienen deze cautie te laten zuiveren.
23
De RvS stelt beter te kunnen adviseren op het op 4 dec. ingediende rekest van
Woudrichem als HHM een besluit hebben genomen over zijn onlangs
overhandigde ontwerp van een plakkaat dat mede de uitvoer van
paarden
betreft.
De behandeling van dit plakkaat zal worden hervat.
24
HHM hebben een brief van de
Generaliteitsrekenkamer
d.d. 23 sept. gelezen. Daarin wordt gemeld dat de derde rekening van de
ontvanger van de Admiraliteit in het Noorderkwartier niet in orde
is.
De heren van
Holland en
Zeeland hebben de besluitvorming over dit
onderwerp opgeschort.
25
Voor
Pieter Gerritsen Cuiper, met zijn matrozen gevangenzittend in
Algiers, zal aan Pieter Martensen
Coij worden geschreven vrijlating
te
bevorderen.