21/04/1627, 2

 
English | Nederlands

2 Zes dorpen in de Langstraat verzoeken akte om hun waren aan weerszijden van de grens te mogen brengen en hun timmermaterialen uit Dordrecht te mogen halen zonder in Geertruidenberg te hoeven stoppen.
Jasper Andriessen verzoekt met zijn beesten en huisraad vrij van Poederoijen naar Besoijen te mogen verhuizen.
Adriaen Rombouts, schout van Capelle, en Jan Thyssen, beide ingezetenen van Waspik, verzoeken samen naar Waspik vier trekpaarden, drie melkkoeien en zes magere runderen te mogen brengen.
Bastiaen Pieters de Roij en Adriaen Jochims, ingezetenen van Capelle, verzoeken twee paarden en zes magere runderen naar Capelle te mogen halen.
Goyert Claessen de Wit, Wouter Gysbrechts, Michiel Jagers en Claes Govert verzoeken ieder naar Besoijen twee of drie bouwpaarden en drie of vier koeien te mogen brengen.
Adriaen Janssen verzoekt twee paarden, Jacob Cornelissen één paard, Marinus Crynssen twee paarden en Marinus Hendrixen één paard naar het Land van Steenbergen te mogen brengen.
Hendrick Stoffels Steenhouwers, schipper wonend in Zevenbergen, verzoekt eenmaal per week met zijn schuit naar Breda te mogen gaan om daar het eigen gewas van de bevolking naartoe te brengen.
Voor al deze verzoeken wordt advies van de RvS gevraagd.