2
Zes dorpen in de
Langstraat verzoeken akte om hun waren aan
weerszijden van de grens te mogen brengen en hun timmermaterialen
uit
Dordrecht te mogen halen zonder in
Geertruidenberg te hoeven stoppen.
Jasper Andriessen verzoekt met zijn beesten en huisraad vrij van
Poederoijen naar
Besoijen te mogen verhuizen.
Adriaen Rombouts, schout van Capelle, en
Jan
Thyssen,
beide ingezetenen van Waspik, verzoeken samen naar
Waspik
vier trekpaarden, drie melkkoeien en zes magere runderen te mogen
brengen.
Bastiaen Pieters de Roij en
Adriaen Jochims,
ingezetenen van
Capelle, verzoeken twee paarden en zes magere runderen naar
Capelle te
mogen halen.
Goyert Claessen de Wit,
Wouter Gysbrechts,
Michiel
Jagers en
Claes Govert
verzoeken ieder naar
Besoijen twee of drie bouwpaarden en drie of vier
koeien te mogen brengen.
Adriaen Janssen verzoekt twee paarden,
Jacob
Cornelissen
één paard,
Marinus Crynssen
twee
paarden
en
Marinus Hendrixen één
paard naar het
Land van
Steenbergen te mogen brengen.
Hendrick Stoffels Steenhouwers, schipper wonend in Zevenbergen, verzoekt eenmaal per week
met
zijn
schuit naar
Breda te mogen gaan om daar het
eigen
gewas
van de bevolking naartoe te brengen.
Voor al deze verzoeken wordt advies van de RvS gevraagd.