25/03/1628, 6

 
English | Nederlands

6 De binnengekomen gedeputeerden van de kleine visserij uit Maassluis berichten dat zij in Maassluis, Brielle en Vlaanderen zeventig doggers hebben gereedliggen om op zee te gaan. Zij durven dit echter niet te ondernemen met de drie tot hun bescherming gelaste konvooiers aangezien er veel Duinkerkers op zee zijn. Daarom vragen zij of de op de Maas gelegen kapitein Bockingen mag worden toegevoegd.
HHM laten de Admiraliteit te Rotterdam de vissers nog een schip toevoegen dat niet bestemd is voor de kust van Vlaanderen.