13/02/1629, 7

 
English | Nederlands

7 Paul de Willem en Cornelis van Leeuwen melden in een rekest dat zij er niet in slagen de 107.000 gld. terug te krijgen die zij voor het subsidie aan de koning van Denemarken verstrekt hebben. Zij beschikken evenwel over verscheidene apostilles van HHM waarin de ontvanger bevolen wordt de betaling, die al in oktober 1628 verschenen is, uit te voeren. De supplianten verzoeken nogmaals dit te regelen.
HHM verzoeken de ontvanger-generaal schriftelijk te laten weten hoeveel geld hij beschikbaar heeft om de betaling in kwestie te doen. Als hij daarvoor geen geld heeft, moet hij een staat indienen van het geld dat nog moet worden opgebracht voor de genoemde koning, zodat er opnieuw bij de provincies op aangedrongen kan worden.