7
Paul de Willem en
Cornelis van Leeuwen
melden in een
rekest dat zij er niet in slagen de 107.000 gld. terug te krijgen
die zij voor het subsidie aan de
koning van
Denemarken
verstrekt hebben. Zij beschikken evenwel over verscheidene
apostilles
van HHM waarin de
ontvanger
bevolen wordt de betaling,
die al in oktober 1628 verschenen is, uit te
voeren. De supplianten verzoeken nogmaals dit te regelen.
HHM verzoeken de ontvanger-generaal schriftelijk te laten weten hoeveel geld hij beschikbaar
heeft om de betaling in kwestie te doen. Als hij daarvoor geen
geld
heeft, moet hij een staat indienen van het geld dat nog moet worden opgebracht voor de genoemde koning,
zodat er opnieuw bij de provincies op aangedrongen kan worden.