15
Noortwyck rapporteert conform de resolutie van HHM met Z.Exc.
nader te hebben gesproken over het advies van de RvS van 22 feb.
over de klachten van die van
Essen
over de door
het ingekwartierde voetvolk en de
ruiterij
aldaar gepleegde excessen. Het advies luidde dat de stad Essen
van een deel van dit volk
zou
moeten worden ontlast. Om dat te kunnen doen, zou vooral gelijkheid
dienen te worden aangehouden in de contributies. Daarom zouden de
contributies in de landen van
Berg,
Mark,
Kleef,
Ravensberg en andere steden, landen en plaatsen
aan de
westzijde van de
Rijn, op gelijke wijze als die
aan de
oostzijde van de Rijn gevorderd en geïnd moeten worden. Dit zou op
de gebruikelijke wijze moeten gebeuren, ware het niet dat enkele
van
deze
steden aan de westzijde van de Rijn in sauvegarde of neutraal waren
en
eerder niets afdroegen aan de vijand. De RvS acht de aanspraken op
kost en drank voor de
soldaten
en in "gastladingen" waarover Essen klaagt, inderdaad
onredelijk.
Zolang de
contributies nog geen ingang hebben gevonden, zullen zowel de
officieren als soldaten zich aan de regels moeten houden,
die
door de gedeputeerden te
Wezel met kennis en
instemming van
graaf Willem zijn
opgesteld. Dit
betekent voor de soldaten een pond brood
en
een kan bier per dag. De proviand voor de kapiteins, luitenants,
vaandrigs en
sergeanten is afhankelijk van de waarden en waardinnen waar zij
logeren. De RvS begrijpt dat de
regering van
Düsseldorf, ongeacht de neutraliteit
die hun onlangs onder bepaalde voorwaarden door HHM in het
vooruitzicht is gesteld, de inning van deze
contributies
zoveel
mogelijk
tracht te beletten. De regering heeft op straffe van brand de
beambten in het
Land van Berg aangeschreven geen contributies te
betalen omdat zij zoveel jaren het onderhoud van de Spaanse
troepen
hebben verzorgd. Düsseldorf zou per brief scherp gemaand moeten
worden zich niet langer met dit
ingekwartierde volk te bemoeien zoals zij eerder deed met het
krijgsvolk dat vanuit andere kwartieren daarheen kwam. Verder
mag de stad zich niet bemoeien met het innen van de contributies,
noch de
inning hiervan direct of indirect verhinderen. De eerder in het
voorzicht gestelde neutraliteit zou dan niet doorgaan.
Wat betreft de klachten van de stad Essen met de leverantie van haver en hooi voor de paarden belast te zijn meent de RvS dat aan de graaf geschreven zou moeten worden de stad daarmee niet te belasten. Hij zou moeten reguleren dat de benodigde foerage aan hooi en haver voor de in Essen ingekwartierde ruiterij op de contributies van het land en het stift Essen in mindering worden gebracht. Aangaande de klachten over de vaandrig van kapitein
Boenen meent de RvS dat kolonel
Loo die
te Essen commandeert gelast
zou moeten worden zich op de hoogte te stellen van het slaan van
een
burgemeester en een burger door de vaandrig. Naar bevind van
zaken
zal de vaandrig anderen ten voorbeeld, berecht en gestraft moeten
worden. Daarnaast zou kolonel Loo gelast moeten
worden maatregelen te treffen naar aanleiding van klachten over
diefstal, huisvredebreuk en ook daarin zou hij een voorbeeld
moeten
stellen.
Verder
zou aan kolonel Loo en de graaf geschreven
moeten
worden het biljetteren van soldaten aan de magistraat van
Essen
en andere magistraten over te laten, zonder de burgers met logies
van soldaten te
bezwaren, anders dan op de biljetten die zij zelf hebben gegeven.
Het is
vooral nodig het ingekwartierde krijgsvolk met de verstrekking van
een
maand soldij in toom te houden. Interpositie van het krediet door
de gedeputeerden van
Holland wordt daarvoor het beste middel
geacht.
HHM stemmen met het voorgestelde in, hoewel ze de omslag van contributies over de steden en landen aan de westzijde van Rijn in overweging houden. De RvS wordt verzocht en gemachtigd om
na bespreking van de punten van het bovenstaande advies met Z.Exc.
de
uitvoering hiervan ter hand te nemen. De gedeputeerden van Holland
hebben verklaard de interpositie van het krediet ter
betaling
van de maand soldij niet te kunnen toestaan.