02/01/1626, 13

 
English | Nederlands

02/01/1626, 13

13 De gedeputeerden van de Admiraliteit in het Noorderkwartier hebben de volgende punten op schrift gezet en verzoeken, ten eerste, te mogen vernemen of de revictualisering van de schepen die nog buitengaats bij de Engelse vloot verkeren, door de kapiteins of door het land plaats zal vinden. Ten tweede willen zij graag de door HHM beloofde subsidie van 80.000 gld. ontvangen. Ten derde hoopt het Admiraliteitscollege op aanmerkelijke financiƫle steun teneinde het levensonderhoud van de vrouwen van het scheepsvolk onder admiraal L'Eremite en onder de luitenant-admiraals Willem van Nassau en Haultain te kunnen ondersteunen. Ten vierde verwacht de Admiraliteit prompte subsidiƫring voor de equipage van de vier schepen voor de tweede Engelse vloot. Ten vijfde wil het College geregeld zien dat de magistraat van Medemblik de twee voor de dienst van het land besproken schepen ter beschikking stelt van de Admiraliteit zodat zij toegerust, bemand en van kapiteins voorzien kunnen worden. En, vanwege de moeilijkheden die de provincie Friesland daarover maakt, zouden, ten zesde, HHM moeten regelen dat de Friese afgevaardigde in het Admiraliteitscollege op dezelfde wijze wordt beloond als de andere gedeputeerden.
Het eerste punt wordt nog in beraad gehouden aangezien men gelooft dat de Engelse vloot is binnengelopen. Over het tweede en derde punt wordt besloten dat de hand gehouden zal worden aan een zo spoedig mogelijke oplevering van de tweede en derde termijn van de 600.000 gld. die ter decharge aan de ontvanger zijn gegeven. Het vierde punt zal uitvoeriger worden besproken wanneer de gedeputeerden van de andere Admiraliteiten hier zijn. Over het vijfde punt zal nader besloten worden na het advies van Z.Exc. te hebben vernomen en over het zesde punt stellen HHM dat de betreffende gedeputeerde zich moet wenden tot de provincie Friesland.