3
In een brief d.d. Parijs 13 dec. 1625 berichten
Languerack en
Sommelsdyck over de
stand van zaken
aangaande
La Rochelle en laten zij weten dat
de koning aanbiedt het in
Calais
verblijvende geschut van de gestrande schepen te betalen of op een
andere manier in eigendom te verkrijgen.
De brief zal aan Z.Exc. worden meegedeeld; niettemin zal ook met
de
Franse ambassadeur worden gesproken over de
betaling van de onder
Haultain
gezonden schepen.
Languerack en Sommelsdyck zal
worden geschreven dat zij moeten
volharden in het gedaan krijgen van die betaling.