10
Een grote hoeveelheid boter en andere levensbenodigdheden zijn uit de Republiek naar
Breda en vandaar naar
Antwerpen gebracht.
De commandanten bij de grenzen zal worden geschreven dat zij nauw
toezicht moeten houden. Zij krijgen uitdrukkelijk de opdracht
achterhaalde goederen niet te rantsoeneren maar naar hun garnizoen te
brengen. Indien er paspoorten aanwezig zijn, moet
de
[Rotterdamse] Admiraliteit
daarover oordelen.
Famars
zal geschreven worden te regelen dat de schepen en schuiten op de
Maas 's nachts onder [controle staan van] de forten
of
de oorlogsschepen.