6
De
Kleefse raden van de beklagen zich d.d. Emmerik [Emmerich] 26 feb.
over de
commandant van
Goch, kapitein
Moulert.
Deze heeft de inwoners van die stad opgeroepen de fortificaties te
slechten en ook heeft hij de hem voor deze zaak gezonden
kwartiermeester van de keurvorst onheus behandeld. Men verzoekt
reparatie en voorts dat HHM naar aanleiding van deze klachten en
die
van de
heer van Rummen bepalen
dat
Moulert niet in
Gennep of
elders in
het gebied van de keurvorst aangesteld zal worden.
HHM antwoorden dat men de raden niet bij de ontmanteling heeft willen betrekken aangezien uit voorgaande brieven is gebleken dat zij niet voelden voor de neutraliteit van Goch. De raden wordt verzocht het ontmantelingswerk van Moulert voort te zetten en laten weten dat de klachten over de
kapitein op passende wijze zullen worden behandeld.