07 - 03 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM lezen het verzoek dat
Pieter Gyssen en
Gijs Pieters, kooplieden
uit
Zaandam, hebben aangeboden aan
Z.Exc. Zij vragen
commissie voor de walvisvaart op de kust van
Rusland
en die van
Samojedenschiereiland
via
Straat Waaigat. Deze streken
vallen buiten het octrooigebied van de
Groenlandse
Compagnie
en zijn nog nooit met dit doel bevaren.
Z.Exc. mag de gevraagde commissie verlenen mits daarin wordt gesteld dat de supplianten buiten het octrooigebied van de
Noordse Compagnie
blijven.
2
Inzake het schrijven van de magistraat van
Heusden komen HHM overeen niemand toestemming te geven hop uit
Brabant naar deze streken te brengen.
3
De RvS mag disponeren over het schrijven van
graaf Willem van Nassau d.d. Emmerik 24 feb. ter verkrijging van een betere betaling
voor zijn regiment.
4
Namens de RvS voert
Huigens aan het correcter te vinden dat
Steven
Racket onmiddellijk naar
Middelburg
wordt
teruggezonden.
HHM doen dit uitvoeren pede ligato met opzending van alles dat in de zaak van Racket is gedeponeerd.
5
De
ontvanger-generaal mag
Aert Hendricks van
Schorrenberch 200 gld. voorschieten mits dit bedrag
wordt
gekort op zijn traktement met 75 gld. op respectievelijk 10 mei en
10
augustus en met de resterende 50 gld. op 10 november.
6
De
Kleefse raden van de beklagen zich d.d. Emmerik [Emmerich] 26 feb.
over de
commandant van
Goch, kapitein
Moulert.
Deze heeft de inwoners van die stad opgeroepen de fortificaties te
slechten en ook heeft hij de hem voor deze zaak gezonden
kwartiermeester van de keurvorst onheus behandeld. Men verzoekt
reparatie en voorts dat HHM naar aanleiding van deze klachten en
die
van de
heer van Rummen bepalen
dat
Moulert niet in
Gennep of
elders in
het gebied van de keurvorst aangesteld zal worden.
HHM antwoorden dat men de raden niet bij de ontmanteling heeft willen betrekken aangezien uit voorgaande brieven is gebleken dat zij niet voelden voor de neutraliteit van Goch. De raden wordt verzocht het ontmantelingswerk van Moulert voort te zetten en laten weten dat de klachten over de
kapitein op passende wijze zullen worden behandeld.
7
Aangevoerd wordt dat de
Bewindhebbers van de VOC
Coen weer naar
Oost-Indië willen zenden.
Joachimi zal geschreven worden
omzichtig af te
tasten of dat met instemming van de [Engelse]
koning
kan geschieden.
8
De
Deense koning schrijft d.d. Rotenburg 25 jan. met het verzoek aan
Paul de Willem de 20.000
rijksdaalder
te
doen toekomen door HHM uit kracht van de alliantie maandelijks in
Hamburg te leveren.
9
HHM volgen het advies dat de RvS op 3 maart heeft opgesteld over het hem op 28 feb. overhandigde schrijven van de
Rotterdamse Admiraliteit
. De officieren van de konvooien en licenten te
Maaseik moeten het plakkaat van retorsie strikt uitvoeren inzake de
inbeslagname van goederen uit neutrale landen die naar vijandelijke
steden worden vervoerd.
10
In een brief d.d. 6 maart verzoekt het
Amsterdamse Admiraliteitscollege
een substantiële subsidie vanwege het binnenlopen van zowel de schepen bij de Engelse vloot als die uit Frankrijk. Ook de equipage moet voortgezet kunnen worden.
HHM zullen de provincies per brief verzoeken hun quoten op te brengen voor het eind van de maand maart met drie maal 100.000 gld. De 300.000 gld. wordt in mindering gebracht op de in de propositie van de RvS verzochte subsidie van 800.000 gld. aan de Admiraliteiten. De RvS zal décharge op de provincies geven voor de 300.000 gld. en bevorderen dat het geld zo spoedig mogelijk wordt opgebracht.
11
De
Amsterdamse Admiraliteit
verzoekt d.d. 5 maart renvoy van de zaak van het
Hamburgse koper.
Aangezien HHM al op 9 sept. 1625 de restitutie van het koper hebben toegezegd en deze toezegging nog eens nader hebben bevestigd in de resolutie van 10 feb. zal de Admiraliteit worden geschreven dat zij die zullen nakomen.
Rode verklaart zijn toen aangetekende bezwaren te handhaven.
In dezelfde brief wordt geantwoord op hetgeen HHM hebben geapostilleerd op het 14 feb. ontvangen schrijven uit Hamburg inzake de twee door de
WIC
buitgemaakte schepen. Het betrof hier rechtmatige buit aangezien de
goederen op de schepen van de ene naar de andere Spaanse
haven zijn vervoerd.
De eigenaars van de schepen kunnen de gebruikelijke weg van revisie
volgen.
12
De
Rotterdamse Admiraliteit
schrijft dat de Turken de tabak onderling hebben verdeeld.
De reeds gecommitteerde heren zullen met zowel
D'Espesses als de Franse reclamant spreken om de zaak zo goed mogelijk
te schikken.
13
Aangevoerd wordt dat
Z.Exc. in overeenstemming met de resolutie van 17 feb. aan de
kolonels, ritmeesters en kapiteins heeft geschreven hun
compagnieën
per 1 april voltallig te maken. Hij wil echter ook graag zo veel
mogelijk compagnieën van de Nederlandse natie te velde
hebben, bij
voorkeur ook voltallig op 1 april en eventueel onder leiding van
kolonel
Pinsen.
HHM machtigen Z.Exc. dit te effectueren.