131
Sommelsdyck en
Languerack schrijven
d.d. Parijs 3
april dat HHM met de in hun brief van 8 maart gegeven redenen voor
het
vertrek van
Haultain de
koning
niet tevreden hebben gesteld en dat zij dus geen geld meer behoeven
te
verwachten.
HHM zullen antwoorden dat de gezanten nogmaals de noodsituatie waarin dit land verkeert onder de aandacht moeten brengen. Mochten zij bemerken dat het verblijf van Sommelsdijck in deze niet profijtelijk is, dan zal hij zijn afscheid
nemen en het vervolg van de missie aan
Languerack
laten.
Tevens zal ambassadeur
D'Espaisses door
Beaumont en
Hertevelt worden verzocht deze
inspanningen te
ondersteunen.
14/04/1626, 13
1
Deze resolutie is gedrukt:
Bronsveld, Het buitengewone gezantschap ,
114.