12
De volgende personen is toegestaan voor eigen gebruik enige paarden en runderen te halen:
Adriaen Cornelissen en
Gysbert Ariaenssen naar
Baardwijk ieder twee merries, twee melkkoeien en
vijf
of zes magere runderen;
Cornelis
Wynants vier
koeien en een merrie naar
Hoeven;
Jan
Cornelis de Peeters, drossaard van Wouw, een rijpaard en
een
merrie naar
Wouw;
Peter van
Bernage drie merries en acht koeien naar
Zevenbergen;
Gomer
Janssen twee
merries naar Zevenbergen;
Jan
Goers en
Stoffel Steenhouwer één koe,
één vaars en
veertien jonge runderen naar Zevenbergen;
Jan
Damen
naar
Terheijden twee merries, drie koeien en zes
magere beesten;
Jan Anthonissen
Swaen twee
merries,
twee koeien, vier magere runderen en twee varkens naar Terheijden;
Matthys van de Kerchove twee
varkens, twee
magere
runderen en drie kalveren naar Terheijden;
Gerrit Arien
Roocken naar
Waardhuizen in het
Land van
Altena drie merries;
Jan
Willemsen
Cooter naar
Sleeuwijk twee merries;
Jacob
Verdijck naar
Brecht twee merries;
Hendrick van Asten, schout van
Alphen, een
rijpaard
naar
Alphen;
Willem
Coenen naar
Prinsenland twee merries en naar
Wouw twee molenstenen en
een molenas.
Voor iedereen geldt dat zij Bosch' licent moeten betalen en de beesten niet naar een andere plaats mogen vervoeren.