23/07/1627, 14

 
English | Nederlands

23/07/1627, 14

14 De RvS verschijnt ter vergadering wegens diverse punten.
I De burgers van Breda klagen ernstig over de trage teruggave van door hen tijdens de belegering van de stad aan compagnieën geleend geld.
HHM schrijven de nalatige provincies Gelderland , Zeeland en Friesland ernstig de supplianten te betalen.
II Het fort van Steenbergen wordt wegens geldgebrek niet aangelegd.
De heren van Holland zullen hierover met hun principalen spreken, opdat de 20.000 gld. die zij hebben opgebracht voor het uitdiepen van de IJssel hiertoe wordt aangewend. Vanwege het hoge water heeft de uitdieping nog geen voortgang gevonden. Tevens worden de heren van Zeeland gemaand hun quote te betalen.
III De ruiters van Nijmegen hebben twee paarden gehaald die woudgraaf Goddert van Ewijck op paspoort van het Hof van Gelderland naar zijn woonplaats had gebracht.
Aangezien Ewijck dit op een paspoort van het Hof van Gelre heeft gedaan, worden de ruiters door de RvS namens het land in redelijkheid schadeloos gesteld. Het Hof zal worden geschreven geen paspoorten uit te geven of hierover jurisdictie naar zich toe te trekken.
IV De heren van Friesland weigeren de fortificatiewerken in Coevorden te betalen, die voor contant geld zijn aanbesteed. Zij beweren dat hun quote opgaat aan de fortificaties te Delfzijl, Bourtange en Bellingwolde en dat de werken in Coevorden betaald dienen te worden uit de middelen aldaar.
HHM verzoeken die van Friesland een overzicht van hun betalingen aan fortificaties te maken en dit op te sturen. Ondertussen dienen zij de werken te Coevorden te betalen. Er zijn geen redenen de kosten op deze stad - die minder inkomsten heeft dan Delfzijl - af te schuiven.