14/01/1628, 4

 
English | Nederlands

14/01/1628, 4

4 Op advies van de aanwezige RvS besluiten HHM op de gisteren ingediende propositie van ambassadeur D'Espesses een aan hun antwoord van 10 jan. gerelateerde reactie te geven.
De RvS brengt naar voren dat met Z.Exc. besproken moet worden wat er dient te gebeuren als de ambassadeurs van HHM bij hun aankomst in Frankrijk iets buitengewoons overkomt. Zo zouden de Fransen voordat de ambassadeurs hun werk mogen voortzetten een verklaring van hen kunnen afdwingen dat zij met de opdracht waren gekomen om het verdrag met Languerack te aanvaarden. Ook zouden de Fransen de ambassadeurs in Parijs audiëntie kunnen weigeren zonder een dergelijke verklaring.
Essen, Van Noortwijck, Duijck, Vosbergen, Ploos, Walta, Haersolte of Ter Cuilen en Schaffer zijn aangesteld de kwestie in het geheim met Z.Exc. te bespreken. Zij moeten tot een besluit komen dat het meest in het landsbelang zal zijn. De griffier zal deze resolutie depêcheren en aantekenen alsof zij in de volle vergadering is genomen.