11
HHM gaan akkoord met het conceptantwoord1 op de propositie die ambassadeur
D'Espesses eergisteren heeft gedaan.
HHM hebben de verklaring die D'Espesses op 13 jan. in naam van zijn
koning heeft herhaald in beraad genomen.
Dit betreft de voorwaarden van het zenden en de ontvangst van de
ambassade die zij voor Frankrijk en
Engeland hebben bestemd. HHM blijven ervan
overtuigd dat Z.M. beter geïnformeerd is door hun schrijven van 10
jan. over de beweegredenen achter het gezantschap en over de
instructie waarmee
hun ambassadeurs gelast zijn. Ongetwijfeld zal de koning de
werkwijze van HHM in deze ongelukkige tijden waarderen en
goedkeuren.
Deze draagt zoveel mogelijk bij tot verzoening tussen de beide
majesteiten
en
tot het herstel van de gemene zaak.
HHM hopen dat Z.M. hen ziet als goede bondgenoten en getrouwe dienaren. Daarom zullen zij voortgaan in hun voornemen met de eerste goede wind hun ambassadeurs te zenden zodat zij niet langer tekortschieten in hun publieke taak.
HHM vragen Z.M. hun werkwijze te accepteren. Hij zou hen eren door hun gezanten te ontvangen en welwillend aan te zien als vertrouwde personen die zijn gezonden namens een staat die niet wijkt van zijn bondgenoten.
15/01/1628, 11
1
Het in het Frans gestelde antwoord is geïnsereerd
in
S.G. 3187 en gedrukt in:
Aitzema, S. & O. kwarto II, 570-571/folio I,
751-752.