15
Essen,
Noortwyck en
Schaffer rapporteren de rekening
van
ontvanger
Onckel erg verwarrend te
vinden. Zij
hebben gehoord dat er aanzienlijke posten op ontbreken, zoals de
aanslag van de tiende penning van de geestelijken in het
Land
van
Gulik
[Jülich], verschillende
heerlijkheden en ambten
die de
graaf
van
Schwarzenberg heeft begeven.
Tevens verlenen de
Kleefse raden grote
kwijtscheldingen en
paspoorten. De contributies van
Ravensberg,
Mark,
Berg en
Ravenstein zijn
toereikend
voor
het onderhoud van de compagnieën ruiters en soldaten.
HHM schrijven de keurvorstelijke raden de rekening zowel verwarrend als onvolledig te vinden. Daarom verzoeken zij hun ontvanger Onckel of iemand anders te sturen met alle benodigde bewijsstukken, zodat zij de rekening kunnen verifiëren en hun kwijtscheldingen en paspoorten kunnen goedkeuren. Ondertussen moeten de raden de compagnieën blijven aanhouden en betalen, omdat er anders niet aan de alliantievoorwaarden wordt voldaan. Van dit schrijven gaat een kopie naar
Didem. Hij moet bij de Kleefse raden aandringen op
onderhoud van de compagnieën.