21/01/1628, 15

 
English | Nederlands

21/01/1628, 15

15 Essen, Noortwyck en Schaffer rapporteren de rekening van ontvanger Onckel erg verwarrend te vinden. Zij hebben gehoord dat er aanzienlijke posten op ontbreken, zoals de aanslag van de tiende penning van de geestelijken in het Land van Gulik [Jülich], verschillende heerlijkheden en ambten die de graaf van Schwarzenberg heeft begeven. Tevens verlenen de Kleefse raden grote kwijtscheldingen en paspoorten. De contributies van Ravensberg, Mark, Berg en Ravenstein zijn toereikend voor het onderhoud van de compagnieën ruiters en soldaten.
HHM schrijven de keurvorstelijke raden de rekening zowel verwarrend als onvolledig te vinden. Daarom verzoeken zij hun ontvanger Onckel of iemand anders te sturen met alle benodigde bewijsstukken, zodat zij de rekening kunnen verifiëren en hun kwijtscheldingen en paspoorten kunnen goedkeuren. Ondertussen moeten de raden de compagnieën blijven aanhouden en betalen, omdat er anders niet aan de alliantievoorwaarden wordt voldaan. Van dit schrijven gaat een kopie naar Didem. Hij moet bij de Kleefse raden aandringen op onderhoud van de compagnieën.