5
D'Espesses compareert en doet een propositie.1
Gisteravond laat heeft D'Espesses een brief van kapitein
Emanuel ontvangen. Deze schrijft dat Engelsen diezelfde dag in
Amsterdam hebben gedreigd de schepen van de
Franse koning in brand te steken.
D'Espesses toont deze brief en de bezorger, die hem heeft gemeld
dat er
slechts vreugde was aangezien alle schepen uit de haven waren
vertrokken zodat de Engelsen er niemand aantroffen. Er zou een
paalwerk
moeten komen rond de genoemde schepen. D'Espesses is dankbaar
wanneer
HHM dit gevaar spoedig en afdoende zouden voorkomen, omdat het
erger zou zijn dan het eerste incident bij
Texel.
Voordat hij daarover had bericht, achtte men zijn vermoeden
onmogelijk.
Eergisteren is de heer
Lopes, de dag daarvoor teruggekomen uit Amsterdam, bij D'Espesses
gekomen. Hij heeft verteld dat de redenen voor de vertraging van
het
paspoort welbekend zijn. D'Espesses moet toegeven nooit enige
voldoening te kunnen halen uit die redenen, zelfs niet uit de
excuses
die
Culembourg op 25
maart heeft gegeven. D'Espesses heeft Lopes een door hem op 20
maart ondertekende
geloofsbrief gegeven. Deze heeft Lopes pas in de avond van 22 maart
aan
president
Harsolt gegeven, omdat
hij
het eerder vanwege de mooie woorden niet nodig had gevonden. Lopes
kent
de gewoonlijke praktijk hier echter niet zo goed als D'Espesses. Op
23
maart heeft hij Lopes gedwongen in de vergadering van de
Staten-Generaal te komen waarin de ambassadeur een
propositie indiende bij Culenbourg. Deze heeft zich
daarover niet beklaagd zoals over zijn eerdere propositie van 13
maart,
want net als de twee andere aanwezige heren zag Culenbourg er wel
het
goede van in. Omdat men Lopes in strijd met de gebruikelijke
beleefdheid blootshoofds liet staan, heeft D'Espesses eerst laten
weten
dat hij van geboorte een Aragoneze edelman doch een goed Fransman
is.
In deze kwaliteit laat Z.M. hem belangrijke diensten doen.
Onmiddellijk
mocht Lopes zijn hoofd bedekken.
D'Espesses is ervan overtuigd dat
Hessen en
Nordwick zich niet
hebben beklaagd over de ruiter
Gilles de
Messa, eveneens uit Aragon. Hij is van onbesproken gedrag
en
heeft D'Espesses geholpen Hessen en Nordwick goed te ontvangen,
zoals
de koning heeft verzocht. D'Espesses zou kunnen spreken van
Portugezen
en Aragonezen, maar denkt duidelijk genoeg te zijn geweest het te
hebben over "Aragonees" in plaats van "Castiliaans", noch Spaans in
het
algemeen.
HHM stellen het
Admiraliteitscollege
en de magistraat van Amsterdam op de hoogte van de Engelse plannen om de Franse schepen
in
brand te steken. Dit opdat zij daarover informatie inwinnen,
er maatregelen tegen nemen en schuldig bevonden personen
bestraffen.
D'Espesses beveelt tevens de uitvoer voor Lopes aan.
Eck en
Nobel berichten over de
partijen die Lopes in
Amsterdam is overeengekomen en dat de verzochte
vier schepen nog niet gereed zijn om uit te varen.
HHM nemen de uitvoer van de schepen nog in overweging. De uitvoer van kabels en masten, waarvan de Republiek zelf niet is voorzien, wijzen zij af. HHM stemmen in met de uitvoer van tweehonderdduizend pond koper, zestigduizend pond tin, driehonderdduizend pond lont, tweehonderdduizend pond lood, 24 ankers en 31 stukken geschut met het wapen van de koning.
29/03/1628, 5
1
De in het
Frans gestelde propositie is geïnsereerd in S.G.
3187.