29/03/1628, 5

 
English | Nederlands

29/03/1628, 5

5 D'Espesses compareert en doet een propositie.1
Gisteravond laat heeft D'Espesses een brief van kapitein Emanuel ontvangen. Deze schrijft dat Engelsen diezelfde dag in Amsterdam hebben gedreigd de schepen van de Franse koning in brand te steken. D'Espesses toont deze brief en de bezorger, die hem heeft gemeld dat er slechts vreugde was aangezien alle schepen uit de haven waren vertrokken zodat de Engelsen er niemand aantroffen. Er zou een paalwerk moeten komen rond de genoemde schepen. D'Espesses is dankbaar wanneer HHM dit gevaar spoedig en afdoende zouden voorkomen, omdat het erger zou zijn dan het eerste incident bij Texel. Voordat hij daarover had bericht, achtte men zijn vermoeden onmogelijk.
Eergisteren is de heer Lopes, de dag daarvoor teruggekomen uit Amsterdam, bij D'Espesses gekomen. Hij heeft verteld dat de redenen voor de vertraging van het paspoort welbekend zijn. D'Espesses moet toegeven nooit enige voldoening te kunnen halen uit die redenen, zelfs niet uit de excuses die Culembourg op 25 maart heeft gegeven. D'Espesses heeft Lopes een door hem op 20 maart ondertekende geloofsbrief gegeven. Deze heeft Lopes pas in de avond van 22 maart aan president Harsolt gegeven, omdat hij het eerder vanwege de mooie woorden niet nodig had gevonden. Lopes kent de gewoonlijke praktijk hier echter niet zo goed als D'Espesses. Op 23 maart heeft hij Lopes gedwongen in de vergadering van de Staten-Generaal te komen waarin de ambassadeur een propositie indiende bij Culenbourg. Deze heeft zich daarover niet beklaagd zoals over zijn eerdere propositie van 13 maart, want net als de twee andere aanwezige heren zag Culenbourg er wel het goede van in. Omdat men Lopes in strijd met de gebruikelijke beleefdheid blootshoofds liet staan, heeft D'Espesses eerst laten weten dat hij van geboorte een Aragoneze edelman doch een goed Fransman is. In deze kwaliteit laat Z.M. hem belangrijke diensten doen. Onmiddellijk mocht Lopes zijn hoofd bedekken.
D'Espesses is ervan overtuigd dat Hessen en Nordwick zich niet hebben beklaagd over de ruiter Gilles de Messa, eveneens uit Aragon. Hij is van onbesproken gedrag en heeft D'Espesses geholpen Hessen en Nordwick goed te ontvangen, zoals de koning heeft verzocht. D'Espesses zou kunnen spreken van Portugezen en Aragonezen, maar denkt duidelijk genoeg te zijn geweest het te hebben over "Aragonees" in plaats van "Castiliaans", noch Spaans in het algemeen.
HHM stellen het Admiraliteitscollege en de magistraat van Amsterdam op de hoogte van de Engelse plannen om de Franse schepen in brand te steken. Dit opdat zij daarover informatie inwinnen, er maatregelen tegen nemen en schuldig bevonden personen bestraffen.
D'Espesses beveelt tevens de uitvoer voor Lopes aan. Eck en Nobel berichten over de partijen die Lopes in Amsterdam is overeengekomen en dat de verzochte vier schepen nog niet gereed zijn om uit te varen.
HHM nemen de uitvoer van de schepen nog in overweging. De uitvoer van kabels en masten, waarvan de Republiek zelf niet is voorzien, wijzen zij af. HHM stemmen in met de uitvoer van tweehonderdduizend pond koper, zestigduizend pond tin, driehonderdduizend pond lont, tweehonderdduizend pond lood, 24 ankers en 31 stukken geschut met het wapen van de koning.

1 De in het Frans gestelde propositie is geïnsereerd in S.G. 3187.