4
Ambassadeur
Oosterwijck stuurt d.d. Venetië 12 mei een door hem op 11 mei
gedane propositie voor
Venetië
en
het antwoord daarop.
HHM antwoorden Oosterwijck diens moeite voor het verzoeken van de maandelijkse subsidie te waarderen, maar geenszins tevreden te zijn met het antwoord dat slechts bestaat uit ongegronde excuses. Hij moet nader aandringen op de betaling van het subsidie. Indien dit wordt geweigerd, begrijpen HHM niet waartoe het bondgenootschap tussen Venetië en de Verenigde Nederlanden verder zou dienen.
Feit,
Noortwyck,
Van der Dusse,
Brouwer,
Rode,
Oenema,
Aelbertsz. en
Clant moeten met thesaurier-generaal
Van Goch inzicht krijgen in de
ontvangst van de contributies en de besteding daarvan, vooral in de
periode dat Venetië de maandelijkse subsidie heeft
betaald. Toentertijd is de verlaging van de quoten van
Gelderland
en
Overijssel
betaald van het
subsidie in
plaats
van de
contributies. De gecommitteerden moeten daarover
berichten en Van
Goch
moet de zaak voorbereiden.